Coulantie tijdens volkstelling

Jan Limbeek

Ten tijde van de Sovjet-Unie werd er iedere tien jaar een census gehouden. De laatste werd gehouden in 1989. Rusland plande om ook in 1999 weer een census te houden. Deze werd wegens geldgebrek echter uitgesteld naar 2001 en vervolgens naar 2002. Dit jaar komt het er dan daadwerkelijk van, van 9 tot en met 16 oktober. De census, die vijf miljard roebel (159 miljoen dollar) kost, zal duidelijk maken hoezeer Rusland is veranderd sinds 1989.

De census is een uitgebreide volkstelling. Naast het tellen van de bevolking verzamelen een half miljoen enquêteurs middels een aantal vragen demografische en niet-demografische gegevens. Dat zal niet eenvoudig gaan.

Er is de interviewers op het hart gedrukt vriendelijk en beleefd te blijven. Er bestaat geen dwang op medewerking of extra controle op de verstrekte gegevens. Mensen die hun huis niet willen openstellen voor de interviewers, kunnen naar een plaatselijk censusbureau gaan. De reden voor deze on-Russische coulantheid is dat dwang de verstrekte gegevens nog onbetrouwbaarder zou maken.

Daarnaast bezweert het Staatscomité voor de Statistiek (Goskomstat), dat de uitvoering van de census in handen heeft, dat persoonlijke gegevens niet doorgegeven worden aan de autoriteiten. Dat kan ook niet, omdat de census geen namen verbindt aan gegevens.

Ondanks de relatief prettige omstandigheden en de uitgesproken garanties zullen veel Russen niet de gehele waarheid vertellen. Het wantrouwen in de autoriteiten zit simpelweg te diep. Velen zullen met de waarheid een loopje nemen bij de vraag wat voor baan of banen men heeft, de bron van het inkomen (naar de hoogte ervan wordt niet gevraagd) en de woonplaats.

De meest controversiële vraag betreft zonder twijfel die naar iemands etnische status. Elke respondent mag antwoorden wat hij wil op de vraag 'Tot welke nationaliteit of etnische groep vindt u zich behoren?' De antwoorden categoriseren de enquêteurs dan onder etnische labels. De census van 1989 telde er 128, de huidige zo'n 150: dertig weg en vijftig nieuw.

Veel etnische groepen zijn bevreesd voor statistische verkleining van hun groep door de toevoeging van allerlei andere etnische labels, hetgeen negatieve gevolgen kan hebben voor hun politieke status en federale financiële steun. De Tataren vrezen minder dan de helft van de bevolking van hun eigen republiek te gaan uitmaken (was 52 procent). Kozakken worden nu voor het eerst sinds de tsaristische tijd erkend als aparte etnische groep, in plaats van een subgroep van een volk, zoals de Oekraïners.

Mensen die geen nationaliteit opgeven of erkend willen worden als 'burger van Rusland' (rossijanin), vangen bot. Het blijft een heikel punt. Boycotacties, waarmee bijvoorbeeld de kozakken dreigden, moeten vermeden worden.

Een van de meest belangwekkende vragen wordt aan vrouwen gesteld. Aan hen wordt gevraagd of en hoeveel kinderen ze denken te krijgen. Hoewel de praktijk waarschijnlijk anders uitpakt, zijn de plannen van vrouwen cruciaal. Niemand twijfelt eraan dat de bevolking de komende decennia zal blijven afnemen, maar met hoeveel? Weliswaar groeit het geboortecijfer al twee jaar, het aantal kinderen per vrouw blijft steken op 1,2. Pas bij 2,15 kind per vrouw blijft de bevolking stabiel.

Economische groei en maatschappelijke stabiliteit kúnnen overigens wonderen doen. Gedurende de depressie in de Verenigde Staten in de jaren '30 daalde het geboortecijfer snel. Maar het uitstel om kinderen te krijgen bleek daar geen afstel toen de economische omstandigheden verbeterden.

Omhoog
Terug naar archief