Lev Jasjin, de voetballegende uit Moskou

door Nicole de Boer

In het symbolische voetbalelftal van de twintigste eeuw staan helden als Beckenbauer, Pelé, Puskás en Cruijff opgesteld. In het doel staat Lev Jasjin, tot op heden beschouwd als de beste doelverdediger aller tijden. In Rusland werd hij verkozen tot beste voetballer én grootste sportman van de twintigste eeuw.

Jasjin (1929-1990) keepte in een tijd dat de televisie nog niet zo´n prominente rol speelde en zich rond grote spelers legendes ontsponnen. Een portret van deze legendarische keeper.

Aan de basis van Jasjins succes lag zijn enorme concentratievermogen. Soms leek het bijna alsof hij in trance was. 'Ik wil niet beweren dat ieder schot van twintig meter houdbaar is. Maar een doelpunt van die afstand heeft veel te maken met een verslapte concentratie bij de doelman', stelde hij. Aan het eind van iedere wedstrijd was Jasjin, zelfs als hij niet veel reddingen had hoeven te verrichten, uitgeput.

Hij was een echte penaltykiller. Jasjin stopte meer strafschoppen dan hij doorliet. In de halve finale van het EK van 1968 moet de Italiaan Alessandro Mazzola een penalty nemen, maar in de luttele momenten die hij heeft om zich te concentreren, blijft hij met zijn rug naar de Russische doelman staan, hij durft hem niet in de ogen te kijken. Hij draait zich om, neemt een korte aanloop en schiet, recht in de handen van Jasjin.

Jasjin ging altijd van top tot teen in het zwart gekleed, compleet met pet als hij tegen de zon in moest kijken. 'Keepen is voor zeker de helft een kwestie van uitstraling.'

Bij Jasjin miste dat z´n uitwerking niet. 'Hun doelman Jasjin is gewoon een gigant. Hij hoeft z´n armen maar uit te strekken en het hele doeloppervlak is gevuld. Scoren kan ik wel vergeten.' Dat dacht de 17-jarige Pelé, toen hij bij zijn WK-debuut in 1958 met Brazilië tegenover het team van de Sovjet-Unie stond.

Jasjin kon goed anticiperen en had uitstekende reflexen. Hij koos vaak de goede hoek en was zelfs in staat om tijdens een sprong van richting te veranderen. Ronduit spectaculair was zijn vermogen zich te verlengen in de lucht en daardoor een schot nét te kunnen pareren.

Met hard trainen scherpte hij zijn atletisch vermogen. 'Ik ben geen fenomeen, ik heb nog nooit gemerkt dat de bal vanzelf in mijn handen kwam of dat mijn benen zomaar de lucht in sprongen.'

Jasjin ontwikkelde het meedenken van de doelman. Hij stond de achterhoede van zijn ploeg vaak dusdanig toe te schreeuwen dat zelfs zijn vrouw er af en toe iets van zei. Vaak kwam hij ver uit zijn doel en kopte, stompte of schopte ballen weg.

Tegenwoordig is een keeper, mede door de gewijzigde spelregels en het veranderde spel, bijna gedwongen om mee te voetballen en de verdediging te organiseren (Edwin van der Sar wordt wel 'chef logistiek' genoemd), maar Jasjin was in dat opzicht zijn tijd ver vooruit. Hij deed het met groot zelfvertrouwen.

De Engelse goalie Gordon Banks heeft de meest spectaculaire redding aller tijden op zijn naam staan: op het WK van 1970 tikte hij tegen Brazilië op miraculeuze wijze met zijn rechterhand een kopbal van Pelé, via de grond gekopt, uit de uiterste hoek. José Luis Chialvert uit Paraguay wordt beschouwd als de meest veelzijdige doelman ooit, omdat hij het meest meevoetbalde en ook vaak scoorde.

Toch kende Jasjin als keeper zijn gelijke niet. Zelf roemde Jasjin zijn 'opvolger' Rinat Dasajev. In 1988 gold Dasajev als de beste keeper van de wereld. Tijdens de EK-finale tegen Nederland had hij echter wel het nakijken bij het 'doelpunt van de eeuw' van Marco van Basten.

Voetbalcarrière
De voetballoopbaan van Lev Ivanovitsj Jasjin begon bij het jeugdteam van de Rode Hercules-fabriek in Moskou, waar hij vanaf 1942 bankwerker was. Omdat hij lang was voor zijn leeftijd, werd hij op doel gezet.

In 1948 kwam hij als voetbalkeeper en als ijshockeykeeper in dienst bij de sportclub van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Dinamo Moskou. Bij het voetbal zat hij jarenlang op de reservebank, men had immers Aleksej - 'de Tijger'- Chomitsj.

Maar met het ijshockeyteam veroverde Jasjin in 1953 de nationale beker van de Sovjet-Unie. De ervaring die hij als ijshockeykeeper opdeed, scherpten de reflexen en het anticipatievermogen van Jasjin.

In datzelfde jaar raakte Chomitsj geblesseerd en mocht Jasjin zich bewijzen in het voetbalelftal. Hij maakte grote indruk en was al snel niet meer weg te denken onder de lat bij Dinamo. In de twee decennia die hij keepte voor zijn club, won Dinamo drie maal de beker en vijf maal het landskampioenschap.

Een transfer binnen of buiten de Sovjet-Unie was in die tijd uitgesloten. Zijn internationale faam dankt Jasjin dan ook met name aan zijn optredens in interlands. Jasjin stond vanaf 1954 veertien seizoenen lang onafgebroken op doel in het nationale sovjetelftal en speelde in totaal 78 caps.

In 1956 behaalde de Sovjet-Unie het voetbalgoud op de Olympische Spelen. Dat veel grote voetballanden afwezig waren deed aan de prestatie weinig afbreuk. Terug in Moskou kreeg Jasjin een riante flat, nabij het stadion van Dinamo, waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen.

In 1958 deed de Sovjet-Unie voor het eerst mee aan een wereldkampioenschap en bereikte de kwartfinales. Jasjin kreeg de medaille voor ´beste keeper van het toernooi´ opgespeld.

Het eerste Europese kampioenschap voetbal werd in 1960 in Frankrijk gespeeld. Veel landen, waaronder Engeland, deden niet mee. De Sovjet-Unie drong door tot de halve finales, waar de tegenstander Spanje zou zijn, maar Franco ontzegde het Spaanse elftal de toestemming om tegen het Rode Gevaar te spelen. De Sovjet-Unie won de finale met 2-1 (na verlenging) van het sterke Joegoslavië.

Vier jaar later golden Franco´s bezwaren tegen het team van de Sovjet-Unie kennelijk niet langer, want in de finale stond het tegenover gastland Spanje, waar het verloor met 2-1.

In 1968 moesten Jasjin en zijn team in de halve finale tegen thuisland Italië. Na verlenging was de stand nog steeds gelijk. Er werd getost, waarna Italië won. De Sovjet-Unie won de wedstrijd om de derde plaats van Engeland, dat zich eindelijk verwaardigd had deel te nemen.

De Zwarte Spin
Voorafgaand aan het WK van 1962 in Chili ging het elftal van de Sovjet-Unie op tournee door Zuid-Amerika. Jasjins kunnen was tot dit keepersonvriendelijke continent nog niet doorgedrongen. Een doelman was 'de speler die niet kon voetballen'.

Jasjin toonde echter dat keepen een ambacht is, een kunst. De Zuid-Amerikaanse spelers en toeschouwers sloten hem in hun hart en gaven hem de bijnaam 'Araña Negra', de Zwarte Spin. Jasjin weefde een ondoordringbaar web over zijn doelgebied en bleef onzichtbaar tot het moment dat hij de bal kon verschalken.

Op het WK zelf gebeurde het ondenkbare: Jasjin - en daardoor de Sovjet-Unie - presteerde beneden de maat. Tegen voetbaldreumes Colombia werd gelijkgespeeld met 4-4. Al na de kwartfinales kon het team van de Sovjet-Unie vertrekken.

Terug in Moskou zat Jasjin op de reservebank bij Dinamo. Tot hij werd uitgenodigd om het 100-jarig bestaan van de Engelse Football League luister bij te zetten in een wedstrijd van Engeland tegen een elftal van internationale vedettes. Jasjin keepte een grandioze wedstrijd en zijn zelfvertrouwen keerde terug.

1963 werd het beste seizoen van zijn carrière. In 26 competitiewedstrijden liet hij slechts zes doelpunten door. Dinamo Moskou werd opnieuw landskampioen. Jasjin werd gekozen tot Europees voetballer van het jaar, de eerste en tot nu toe enige keer dat een doelverdediger die eer te beurt viel.

In 1965 schitterde Jasjin opnieuw in een team van internationale vedettes tijdens de afscheidswedstrijd van Stanley Matthews, een Engelse voetbalicoon, die het pas op zijn vijftigste voor gezien hield. Kort ervoor was Sir Stanley als eerste voetballer in Engeland tot ridder geslagen.

Zo eert ieder land zijn voetbalhelden op eigen wijze. Toen Pelé in 1969 zijn duizendste doelpunt scoorde, luidden in heel Brazilië de kerkklokken. Jasjin kreeg in 1960 de hoogst denkbare onderscheiding in de Sovjet-Unie: de Lenin-orde.

Jasjin was een groot patriot. Als gevierd sportman had hij veel voorrechten. Toen hij in 1964 door Brazilië werd uitgenodigd om daar gedurende enkele maanden keeperstrainingen te verzorgen, wist hij te bedingen dat zijn vrouw Valentina met hem mee mocht. Zo vierden zij hun tienjarig huwelijk wandelend langs het strand van de Copacobana.

Tijdens het WK van 1966 drong de Sovjet-Unie door tot de halve finales, waar het stuitte op West-Duitsland. In een saaie en harde wedstrijd was Jasjin de enige speler die indruk maakte.

Uit deze wedstrijd stamt zijn beroemdste redding, die voor het eerst live door de televisie geregistreerd werd. Het mocht niet baten, het team van de Sovjet-Unie verloor met 2-1. De Sovjet-Unie werd vierde, tot op heden de beste prestatie van de Sovjet-Unie/Rusland op een WK.

Afscheid
Op 27 mei 1971 speelde Jasjin zijn laatste wedstrijd. Maar liefst 103.000 toeschouwers waren naar het Loezjniki-stadion in Moskou gekomen om Lev nog één keer in actie te zien. Een team van Russische vedettes nam het op tegen een internationaal sterrenteam, onder wie Bobby Charlton, een van de grootste Engelse voetbalgenieën. Jasjins afscheidsrede was kort: 'Bedankt mijn land, bedankt mijn volk!'

Jasjin bleef bij Dinamo in dienst als trainer en algemeen manager. Later werd hij lid van het sportcomité van de Sovjet-Unie en begeleidde in die hoedanigheid het nationale voetbalelftal op toernooien in het buitenland. Bij de loting voor het EK voetbal van 1988 in Düsseldorf was Jasjin aanwezig als vice-voorzitter de Russische voetbalbond.

In 1989 verscheen Jasjin voor het laatst in het openbaar. Zijn zestigste verjaardag werd gevierd in het stadion van Dinamo, in aanwezigheid van Franz Beckenbauer en Bobby Charlton.

Jasjin kampte toen al enige jaren met zijn gezondheid, er was zelfs een onderbeen bij hem afgezet. Vijf maanden later overleed hij. Zijn graf is te bezichtigen op het Vagankov-kerkhof, waar ook de beroemde bard Vladimir Vysotski begraven ligt.

Ook postuum wordt Jasjin nog geëerd. Sinds 1994 wordt op ieder WK de Jasjin-prijs voor de beste doelverdediger van het toernooi uitgereikt. Sinds 1997 staat in het Loezjniki-sportpark in Moskou een standbeeld van Jasjin.

De malaise in het Russische voetbal van de afgelopen tien jaar zou Jasjin aan het hart gegaan zijn. Zijn nagedachtenis vervult de Russen echter met trots en herinnert hen aan de gloriedagen van weleer. De naam en faam van Lev Jasjin zijn balsem voor de Russische voetbalziel.


Meer lezen van en over Lev Jasjin?

Omhoog
Terug naar archief