Russische kerk eist monopolie op
door Joost Bosman
De relatie tussen de Russisch-orthodoxe kerk en de politiek is na het
uiteenvallen van de Sovjet-Unie flink versterkt. Zelfs bij de huidige rel over
de herstructurering van de vier rooms-katholieke bisdommen die het Vaticaan in
Rusland wil doorvoeren, weet de orthodoxe kerk het Kremlin te betrekken.
President Poetin zit daarbij in een moeilijk parket.
Laaiend waren de orthodoxen, toen half februari het Vaticaan besloot de in 1991 reeds opgerichte apostolische administraties op te waarderen tot de volwaardige bisdommen Moskou (aartsbisdom), Novosibirsk, Irkoetsk en Saratov. 'Zieltjeswinnerij', klonk onmiddellijk het verwijt vanuit het Heilige Danilovski-klooster, de zetel van patriarch Aleksi II, het hoofd van de Russisch-orthodoxe kerk. Waarom wordt er anders zo'n stevige structuur aangebracht in een kerkgenootschap dat in Rusland niet meer dan enkele tienduizenden zielen telt, zo redeneerde de patriarch.
De krampachtige reactie van de Russisch-orthodoxe kerk is kenmerkend. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd Rusland overspoeld door westerse evangelisatiegenootschappen en religieuze sekten, die met een elektrisch pianootje, een blijde boodschap en vaak een zak met geld veel Russen voor zich wisten te winnen. De Russisch-orthodoxe kerk - lui geworden door het 'monopolie' dat het onder het communisme had - kon daarop geen passend antwoord geven.
Het lijdt dan ook geen twijfel dat de Heilige Synode flink heeft geijverd voor de nieuwe Godsdienstwet, die eind 1997 de wet van Gorbatsjov uit 1990 waarbij godsdienstvrijheid werd ingevoerd, verving. De huidige wetgeving voorziet in onder meer een hernieuwde registratieplicht voor niet-Russische kerkgenootschappen. Zij moeten kunnen aantonen minimaal vijftien jaar officieel actief te zijn in Rusland.
De wet heeft Jehova's getuigen, het Leger des Heils en verschillende evangelische clubs het leven al behoorlijk zuur gemaakt. Overigens hebben de grootste protestantse denominaties (baptisten, pinksterbeweging en de zevendedag adventisten) zich afgelopen maart verenigd in een raad die hun stem in de politiek en bij het publiek sterker moet laten doorklinken.
De raad is in het leven geroepen op een moment dat een regeringswerkgroep mogelijke aanpassingen aan de Godsdienstwet van 1997 onderzoekt. Door verschillende uitspraken van het Constitutionele Hof (ten gunste van onder meer het Leger des Heils), bleek de wet steeds moeilijker te handhaven.
Ook op een ander terrein wordt de band tussen de Russisch-orthodoxe kerk en de politiek sterker. Zo verschijnt patriarch Aleksi regelmatig in het Kremlin en schuifelt hij steeds vaker mee op de achtergrond van staatsbezoeken aan Rusland.
Daarnaast kregen verschillende ministeries en staatsdiensten na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie hun eigen, door de patriarch gezegende kerk in Moskou. Onder hen ironisch genoeg de staatsveiligheidsdienst FSB, wier voorganger de KGB de kerk bij tijd en wijlen aan felle vervolging onderwierp. De historische ironie wordt onderstreept door president Poetin zelf, die als voormalig KGB-functionaris veelvuldig koketteert met zijn orthodoxe geloof.
Tekenend is ook dat in het huidige conflict met het Vaticaan de patriarch onmiddellijk de hulp inriep van president Poetin. De Heilige Synode verlangde van Poetin dat hij Rome op andere gedachten zou brengen.
Poetin loopt echter op eieren. Hoewel de Russische orthodoxie prima past in zijn idee van pragmatisch nationalisme en Russisch patriottisme, moet hij het Vaticaan ook te vriend houden. Dat wordt door het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken nog altijd gezien als een invloedrijke macht, die Rusland zou kunnen helpen terug te keren in Europa.
Ronduit sensationeel was Poetins uitspraak afgelopen januari - tijdens een bezoek aan Polen - dat hij bereid is paus Johannes Paulus II te ontvangen in Moskou. Daarover moeten het Vaticaan en de Heilige Synode het volgens Poetin onderling maar eens worden.