De kunstgoeroe van Sint Petersburg

Pauline Michgelsen

Velen laten de geschiedenis van de hedendaagse Petersburgse kunst beginnen met de historische avantgarde. Volgens andere begint zij met de veel minder bekende Timoer Novikov. Novikov overleed dit voorjaar op 43-jarige leeftijd aan een longontsteking.

Het gaat misschien wat ver de recente kunstgeschiedenis van een miljoenenstad te verbinden met slechts één persoon, maar Novikov was zeker een van haar centrale figuren in de laatste decennia van de vorige eeuw. Niet alleen als kunsten-maker, maar ook, of zelfs vooral, als uitdenker van nieuwe stromingen en het bekend maken, uitleggen tot zelfs mythologiseren ervan. Ook ontdekte en begeleidde hij nieuwe talenten.

Novikov noemde in zijn biografieën steevast zijn deelname aan een tentoonstelling van kindertekeningen in New Delhi in 1965 - hij was toen 7 jaar - als het begin van zijn artistieke loopbaan. In die tijd volgde hij lessen bij 'de Club van jonge kunstliefehebbers' aan het Russisch Museum. Later werkte hij als technicus in dit museum en kende de collectie als geen ander. De officiële kunstacademie bezocht hij niet.

Eind jaren '70 werd Novikov lid van de zogenaamde letopis-groep. Letopis (Kroniek) werd geleid door Boris Kosjelochov, een filosoof die vrachtwagenchauffeur was geworden en rond zijn dertigste in abstract expressionistische stijl begon te schilderen. Primitieve kunst en werken van de Russische avantgarde vormden de belangrijkste inspiratiebronnen voor deze groep.

Omdat de kunstwereld in Leningrad minder officiële aandacht kreeg dan die van Moskou, konden kunstenaars die niet wilden werken in de verplichte socialistisch-realistische stijl er relatief ongestoord doorwerken. Veel Leningradse kunstenaars hadden contacten met of zelfs les van avantgardisten of van hun leerlingen. De tradities der avantgarde werden zo langer dan in Moskou in ere gehouden.

Na zijn eerste tentoonstelling met de letopis-groep, ging Novikov al gauw zijn eigen weg. In 1982 richtte hij de Novyje Choedozjniki (Nieuwe Kunstenaars) op, spoedig gevolgd door de Novyje Kompozitory (Nieuwe Componisten). Novikov beperkte zich niet tot de beeldende kunst, maar hield zich ook bezig met muziek, poëzie, theater, mode en film.

Tot de opvallendste artistieke gebeurtenissen in Sint Petersburg van de jaren '80 behoren ongetwijfeld de optredens van de groep Pop Mechanika van pianist en componist Sergej Koerjochin. Novikov zorgde daar met andere Nieuwe Kunstenaars (of 'Nieuwe Wilden' zoals ze zich ook wel noemden) voor wilde, expressionistische schilderijen op de achtergrond, voor experimentele modeshows door de muziek heen, voor varkens op het podium of een samenspel met de blazerskapel van het Rode Leger.

De revolutionaire dichter Vladimir Majakovski werd hun nieuwe held. Novikov richtte de Club van Vrienden van Majakovski op. Majakovski was een relatief veilig symbool in deze laatste jaren van de sovjetmacht: als symbool van de revolutie was hij goedgekeurd door de communistische staat. Voor de jonge kunstenaars was Majakovski tegelijkertijd een avantgardist, bevriend met de grote kunstenaars van zijn tijd, én, ook niet onbelangrijk, een mooie man.

Terwijl hun Moskouse collega's zich vooral bezighielden met conceptuele kunst, met kunst met een - verborgen - boodschap, richtten de Petersburgers zich op schoonheid, uiterlijkheden, vrolijkheid en vermaak. Het geheel verschillende uiterlijk van beide steden, de schier ontoegankelijke grootheid van Moskou versus de kleurige façades van Leningrad, lijkt zo door te lopen in de kunst van beide steden: over de kunst van Moskou moet je doordenken, terwijl die van Sint Petersburg vrolijk en toegankelijk, maar ook oppervlakkiger is.

Novikov werkt deze jaren voornamelijk met textiel en maakt werken van een verbluffende eenvoud: een goudkleurige stof met een zonnetje in het midden (titel: Zon) of een doek met voorbedrukte katten en in het midden een geschilderde vis met als titel 100 katten en 1 vis.

Bijkomend voordeel van deze werken was dat ze makkelijk meegenomen konden worden naar tentoonstellingen in het buitenland. En die tentoonstellingen volgend elkaar vanaf het eind van de jaren '80 in een rap tempo op. Novikov en de zijnen reisden van Liverpool naar New York, van Helsinki naar Parijs en van Amsterdam naar Berlijn.

Af en toe terug in Sint Petersburg deden de succesvolle Nieuwe Kunstenaars nonchalant kond van hun ontmoetingen met Andy Warhol, beroemde galeriehouders, kunstcritici, zangers en andere sterren. Ze bekeken westerse video's en droegen modieuze westerse kleding.

Novikov bleef ondertussen ook de vriendelijke en onderhoudende gastheer en woordvoeder van de Petersburgse kunstwereld, verzamelde nieuwe leerlingen en navolgers om zich heen, rookte zijn jointjes, flaneerde door de stad en maakte zijn doeken. Na de concerten van Pop Mechanika volgden house-parties, de zogenoemde Gagarin-parties

Door de perestrojka en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie was de Russisch kunstwereld begin jaren '90 geheel vrij. Een kunstenaar die niet socialistisch-realistisch werkte hoefde niet meer 'ondergronds' te gaan. Nu alles mocht verloor datgene wat lange tijd niet mocht - avantgarde-kunst bijvoorbeeld - voor veel Petersburgse kunstenaars haar aantrekkingskracht.

Juist in deze postsovjettijd begonnen ze terug te grijpen op de sovjetkunst. Novikov werd nu de woordvoerder van het 'neo-academisme', een stijl die werd onderwezen aan de inmiddels door hem opgerichte Novaja Akademija.

Was zijn stijl als Nieuw Kunstenaar vooral vrolijk en speels geweest, nu hamerde Novikov er nadrukkelijk en ernstig op dat het modernisme bestreden diende te worden. Het classicisme diende terug te keren en het modernisme te overwinnen.

Van zijn lakentjes ging hij weer over op het schilderen op doek van realistische portretten in de klassieke traditie. Hij en zijn geestverwanten zochten hun inspiratie in de classicistische beelden die nog veelvuldig in Petersburg te vinden zijn of in de werken van sovjetkunstenaars als Aleksandr Dejneka en Aleksandr Samochvalov.

Enkele jaren voor zijn dood werd Novikov ten gevolge van hersenvliesontsteking blind. Hij veranderde van charmante en goedgekapte kunstenaar in een baardige goeroe, gekleed in altijd dezelfde lange jas (waarvan sommige beweerden dat die ooit van Dostojevski zou zijn geweest) en wandelde met een wandelstok in de ene en een leerling of bewonderaar aan de andere hand door Petersburg. Hij was veel in zijn academie en bleef met evenveel vuur zijn nieuwe visie uitdragen.

Voor de liefhebbers van zijn vroegere werk en persoon was de overgang van lichtvoetige en vrolijke ironie naar streng classicisme soms moeilijk te verteren, vooral omdat Novikov zich tevens associeerde met ultrarechtse krachten in Rusland. Wellicht was het neo-academisme het laatste spel dat Novikov met de Russische kunstwereld speelde.

Omhoog
Terug naar archief