Rusland, Amerika en de oorlog om Irak

André W.M. Gerrits

Heeft Poetin eindelijk voor elkaar wat zijn communistische voorgangers nooit is gelukt: het drijven van een wig tussen Amerika en West-Europa? Of heeft de president van de Russische Federatie de grootste blunder uit zijn politieke carrière gemaakt, namelijk het op het spel zetten van zijn strategische bondgenootschap met de Verenigde Staten in ruil voor een ad hoc alliantie met Frankrijk en Duitsland?
Hoe moet de rol van Rusland op het politieke toneel worden beoordeeld? Welke belangen staan er op het spel voor de voormalige supermacht? En zal Rusland nog een rol van enige betekenis spelen in het Irak na Saddam?

In militaire kringen wordt het slagveld een theater genoemd. Dat zouden ze in de diplomatie eigenlijk ook moeten doen. Ik heb in ieder geval zelden spannender theater gezien dan rondom de oorlog in Irak. Het theater van de diplomatie leverde fraaie monologen op, zoals die van Donald Rumsfeld, die na enige ingestudeerde aarzeling Duitsland noemde in het rijtje Iran, Libië en overige rogue states.

Het leverde bovendien bijzondere voorstellingen op. De publieke discussie tussen dezelfde Rumsfeld en zijn Duitse ambtsgenoot Joschka Fischer was uniek. En het bracht bijzondere ensembles op het toneel, met name Frankrijk, Duitsland en Rusland tegen de Verenigde Staten.

Ruslands economische belangen in het Irak zijn breed uitgemeten. Moskou heeft nog zeven à acht miljard dollar tegoed. Dat is een erfenis uit de Sovjettijd. Nog meer dan andere landen heeft Rusland geprofiteerd van de voortdurende Iraakse behoefte aan wapentuig. Het was één van de belangrijke wapenleveranciers van Irak ten tijde van de oorlog tegen buurstaat Iran.

Van meer betekenis zijn Ruslands (potentiële) belangen bij de Iraakse olie-industrie. Rusland is de grootste olieproducent ter wereld. De rendabele exploitatie van de huidige olievelden heeft echter zo ongeveer haar maximum bereikt. Russische oliebedrijven zijn derhalve op zoek naar nieuwe velden - in Rusland en daarbuiten. Irak is een bijzonder aantrekkelijke optie. Het land heeft de op een na grootste bekende oliereserves ter wereld, en Saddam is niet te beroerd gebleken om Russische bedrijven een voorkeursbehandeling in het vooruitzicht te stellen bij de exploitatie daarvan.

De betekenis van de contracten die Russische oliebedrijven met het regime van Saddam hebben gesloten, moeten niet al te hoog worden ingeschat. Een efficiënte oorlog tegen Irak en een overtuigende politieke oplossing kunnen voor Rusland uiterst nadelige consequenties hebben.

De Amerikanen noch de voormalige Iraakse oppositie zullen zich veel aan de contracten van Sadsdam laten liggen. En zodra de Iraakse olie weer gaat vloeien, daalt de olieprijs op de wereldmarkt. Dat is goed nieuws voor West-Europa en de Verenigde Staten, maar slecht nieuws voor de olieproducerende landen, voor Rusland in het bijzonder.

De Russische olie is duur. De winstmarges zijn relatief beperkt. En de Russische economie drijft op de olie. Een aanzienlijke daling van de olieprijs kan uiterst pijnlijke financiële en politieke consequenties hebben, vooral in een verkiezingsjaar. Poetin kan zich wel het één en ander permitteren, maar een onbeperkt krediet heeft hij niet. En zijn herverkiezing wordt een stuk ingewikkelder als Ivan Ivanovitsj, de man in de straat, er plotseling weer op achteruit gaat.

Poetin heeft zich in het diplomatieke steekspel rond Irak van zijn meest opportunistische kant laten zien. Zijn opstelling was kritisch maar terughoudend. Hij liet het vuile werk over aan zijn minister van Buitenlandse Zaken en kwam zelf niet veel verder dan de aanval op Irak als een 'vergissing' te typeren. Overigens hield hij alle opties open.

Zijn opportunistische opstelling is mede ingegeven door het feit dat zijn nogal pro-Amerikaanse beleid in eigen land hoogst omstreden is. Naarmate de militaire opmars in Irak moeizamer verliep werd hij dan ook steeds kritischer, maar uiteindelijk toonde hij zich ingenomen met de val van het regime in Bagdad.

De Russen zelf hebben weinig op met de dictator en diens bewind. Het gaat ze in deze oorlog niet om Irak, maar om Amerika. Zo begrijp ik althans de uitslag van een recente opiniepeiling in Rusland. 'Wie hoopt u dat de oorlog wint?', luidde de vraag. 'Irak', antwoordde tachtig procent van de ondervraagden. Het is een paradox van formaat: het anti-Amerikanisme lijkt thans aanzienlijk sterker in Rusland dan tijdens de Koude Oorlog, toen het van bovenaf werd opgelegd.

Poetins opportunisme is bepaald door zijn beperkte speelruimte. Vanzelfsprekend wentelde de Russische president zich korte tijd in zijn nieuwe diplomatieke rol (met de belangrijkste staten in Europa tegen de Verenigde Staten), maar hij moet zich tegelijkertijd hebben gerealiseerd dat zijn werkelijke prioriteiten bij goede betrekkingen met de Verenigde Staten liggen. Alleen Amerika kan de Russische Federatie tenminste de indruk kan geven dat ze nog een grootmacht is. Het is misschien symboolpolitiek, maar voor Moskou wel symboolpolitiek van de allerhoogste orde.

De crisis rond Irak heeft de Russische positie in het Midden-Oosten verzwakt. Wat er ook gebeurt in het Irak na Saddam., Rusland is zijn belangrijkste geopolitieke asset kwijt, namelijk de mogelijkheid een reëel tegenwicht te bieden aan de Verenigde Staten.

En de positie van Rusland was al niet zo sterk, getuige de mislukte poging van Jevgeni Primakov, drie dagen voordat de Britten en Amerikanen de aanval op Irak openden, om Saddam te bewegen vrijwillig te vertrekken. Net als tien jaar eerder, vlak voor de eerste Golfoorlog, wees de Iraakse dictator hem vriendelijk doch beslist de deur.

De Russische Federatie moet dus maar afwachten hoe de koek uiteindelijk zal worden verdeeld. De Verenigde Staten mogen niet al te bekwaam zijn in nation building, maar voor de Russen geldt dat in nog sterker mate.

Frankrijk en Duitsland staan er wat dat betreft aanzienlijk beter voor. Zij beschikken in ieder geval over de noodzakelijke politieke ervaring en de financiële middelen om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de wederopbouw van Irak.

In de tussentijd klampt Poetin zich manmoedig vast aan de erfenis van de oude Sovjet-Unie: kernwapens en zijn permanente zetel in de VN Veiligheidsraad. 'In politieke zin zijn de Verenigde Staten en Rusland de grootste nucleaire mogendheden in de wereld en op ons rust derhalve de speciale verantwoordelijkheid voor de instandhouding van de internationale vrede', sprak hij hoopvol nadat Amerikaanse troepen Bagdad waren binnengetrokken. Het was een typisch staaltje van wensdenken. Hard power telt nog steeds in deze wereld, dat heeft de oorlog in Irak wel bewezen, maar met kernwapens alleen houdt zelfs Poetin geen wereldmacht in stand.

Daarnaast heeft Rusland natuurlijk nog een belangrijk diplomatieke wapen: een permanente zetel in de Veiligheidsraad. Het vetorecht mag van superieure symbolische betekenis zijn voor de gemankeerde, gekleineerde grootmacht die Rusland thans is, maar in de praktijk is het een bot, een zinloos wapen. Het verliest immers iedere praktische betekenis zodra het wordt gebruikt.

Een veto tegen de Verenigde Staten zou de Amerikanen sterken in hun unilaterale neigingen en het zou het belang van de veiligheidsraad verder ondermijnen. Rusland is echter een land van bescheiden betekenis, en dergelijke landen hebben een uitgesproken eigenbelang bij effectieve internationale organisaties.

Omhoog
Terug naar archief