Werken met Russische managers

René Does en Greetje van der Werf

Jaarlijks komen vijftig Russische managers in het kader van het internationale President's Programme (PP) van IPS-CROSS naar Nederland om hun professionele kwaliteiten te verbeteren en contacten te leggen met Nederlandse bedrijven. Lisette Blüm en Naomi Smeele zijn de Nederlandse projectmanagers van het PP. Prospekt sprak met hen in het gebouw van de EVD in Den Haag.

Kunnen jullie het ontstaan en de bedoeling van het PP schetsen?

Smeele: 'Het is in 1997 onder president Boris Jeltsin getekend om Rusland economisch te helpen. Dat was het "Jeltsin Initiatief". Vanuit Nederlandse zijde werd het getekend door premier Wim Kok en vanuit Russische zijde door de toenmalige minister van Economische Zaken. Het programma loopt nu elf jaar en het voornaamste doel is Rusland van een planeconomie naar een vrije markteconomie te helpen door middel van het trainen van jonge managers. Niet alleen in Nederland, maar in verschillende Europese landen. Wij van de EVD hebben uiteindelijk via VNO/NCW de opdracht gekregen. Het loopt nog steeds door, in ieder geval tot 2013.'

Dus ook andere Europese landen doen eraan mee?

Smeele: 'Ja, Engeland, Frankrijk, Duitsland. Wij trainen vijftig managers per jaar. Maar in elk land verschilt dat aantal. Duitsland is het grootste.'

Er is pas weer een groep managers in Nederland geweest?

Blüm: 'Ja, 16 oktober zijn ze vertrokken.'

Was er een leuk slotfeest?

Smeele: 'Ja. Een vertegenwoordiger van de Russische ambassade was er, de handelsvertegenwoordiging, veel stagebedrijven, veel genodigden. Het was een hele ontlading.'

Was het hier in het gebouw?

Smeele: 'In een hotel in Zoetermeer, daar zijn ook alle trainingen en faciliteiten, niet in Den Haag. Ja, we hebben het groots afgesloten. Ze waren hier vijf weken in totaal, waarvan ze dan drie weken stage hebben gelopen. Alle stagebedrijven waren er ook bij. Ze kwamen uit heel Rusland. Moskou, Sint Petersburg, eentje uit Siberië. Echt alles.'

Hoe zijn ze geselecteerd?

Smeele: 'We werken in Rusland samen met een federale commissie. Die zet het programma uit. Het merendeel is bedoeld voor managers die een MBA-studie hebben gedaan. Drie of vier jaar nadat de managers afgestudeerd zijn, zet de commissie een advertentie uit, waarin staat dat ze de mogelijkheid hebben om met het PP mee te doen. Daar kunnen ze zich aanmelden. Die commissie maakt een preselectie, op basis van hun managementervaring en uit welke sectoren ze vandaan komen. En die sturen ze naar ons door. We krijgen gemiddeld 130 tot 140 cv's en aanmeldingen binnen. Dan gaan we vanuit hier een eindselectie maken. Tot vijftig terugbrengen, dat is een hele klus.'

Hoe zijn jullie zelf bij het PP betrokken geraakt?

Smeele: 'Ik werkte bij de EVD als projectmedewerker in een groter team. Ik ben door Linda Beijlsmit aangenomen voor dit project, nu ruim een jaar geleden. Helaas niet 12 jaar geleden, dat zou mooi zijn, zo helemaal vanaf het begin.'

Blüm: 'Ik ben direct voor het President's Programme aangenomen, ook door Linda, en bij Naomi gezet. Met z'n tweeën doen we dit programma.'

Komen er een of twee groepen per jaar?

Smeele: 'Voorheen was het twee groepen per jaar. Tweemaal 25. Sinds vorig jaar: eenmaal vijftig deelnemers.'

In welke taal wordt er gesproken?

Blüm: 'Alles gaat in het Engels. Ook alle counterparts in Rusland spreken Engels. Russisch kunnen spreken is niet noodzakelijk, maar wel handig.'

Is Engels kunnen spreken geen loodzware eis voor de Russen?

Blüm: 'Ja, het is moeilijk om deelnemers te vinden die echt vloeiend Engels spreken. Op hun aanmelding en cv zie je deelnemers die echt heel gemotiveerd en goed zijn, en die toch niet mee kunnen doen omdat ze het Engels niet beheersen. En dat is zonde.'

De kennis van vreemde talen is een bottleneck?

Blüm: 'Ja, dat merken we zeker. Ik denk dat ook dit jaar echt een derde is afgevallen omdat hun Engels niet goed genoeg was. Terwijl ze voor de rest wel voldeden aan de eisen.'

In welke economische sectoren zijn de deelnemende Russische bedrijven en managers actief? En dus ook de ontvangende Nederlandse bedrijven.

Blüm: 'Dit jaar hadden we veel consultancy- en maritieme bedrijven. Aanvankelijk hadden we ook veel deelnemers uit de bouw, maar die hebben we niet kunnen plaatsen door de economische crisis. Andere sectoren: IT, media, landbouw. Eentje uit de media. En meerdere uit de transport en logistiek-sector.'

Zijn dat ook sectoren die interessant zijn voor Nederlandse bedrijven?

Smeele: 'Jazeker, de maritieme sector is voor ons interessant, maar ook de landbouw en de glastuinbouw.'

De keuze van de sectoren is vanuit hier gestuurd?

Smeele: 'Allebei, vanuit de EVD en Economische Zaken krijgen we natuurlijk veel informatie over wat voor Nederland interessant is. Maar we krijgen vanuit de federale commissie uit Rusland ook sturing. Dat is leuk.'

Aan wat voor Nederlandse bedrijven die meedoen moeten wij denken?

Smeele: 'Fier, dat is een consultancybedrijf voor de auto-industrie. Wagenborg Offshore, voor offshore, sleepdiensten en transport. KLM, dat werkt samen met het vliegveld in Moskou. Océ, de printers.'

Het programma is dus niet alleen gericht op het midden- en kleinbedrijf. Grote bedrijven doen ook mee, zoals de KLM?

Smeele: 'Ja. Maar in principe is het programma meer gericht op het midden- en kleinbedrijf.'

De directeur van Gazprom komt niet bij jullie stage lopen?

Beide: 'Neeeee.'

Het zijn daar wel de lokale managers, zeg maar: de baas, en hier ineens gewone stagiaires. Levert dat geen problemen op?

Smeele: 'Ze zijn wel gewend aan een hiërarchisch systeem. Dus als ze hier binnenkomen als stagiaires, passen ze zich toch wel aan. Dan weten ze: dit is de directeur van het bedrijf waar ik te gast ben.'

Het doel van het programma is het ontsluiten van de Russische markt voor Nederlandse ondernemers. Is het ook niet mogelijk om het andersom te doen, dat de Nederlandse markt voor Russische ondernemers wordt ontsloten?

Smeele: 'Ja, oorspronkelijk was dit ook het idee, dat het twee kanten op zou gaan, als een echt uitwisselingsprogramma. Alleen, de vraag uit Rusland is er wel, maar de concrete invulling is er niet. Die moet wel van Russische zijde komen.'

Zijn er interessante Nederlandse sectoren voor Russische ondernemers?

Blüm: 'Ja, verwarmingssystemen, de isolatie in de bouw, kozijnen. Energiebesparing dus. De bouw sowieso. En de maritieme sector natuurlijk.'

Worden Russische managers op hun komst naar Nederland voorbereid?

Blüm: 'Ja, we beginnen met een week training op locatie, in Sint Petersburg of in Moskou. Dat is training in westerse managementstijlen. Daarop geven wij een introductie. Wat we ook doen is een Nederlandse avond organiseren, heel relaxed, maar toch wel zo dat ze officieel kennismaken met onze belangrijkste sectoren. Wij tweeën doen dit, in het Engels. Voordat ze hier naartoe komen krijgen ze ook nog kennis over onze gebruiken. De do's en de don'ts. Dat maakt de stage in Nederland effectiever.'

De cultuurverschillen worden uitgelegd?

Smeele: 'Ja.'

Welke cultuurverschillen leggen jullie dan uit?

Blüm: 'Wat we ze in de training leren is bijvoorbeeld dat ze de hiërarchie ook wel eens los mogen laten. Als je hen bijvoorbeeld zegt: "Dit is het geval en over vijf minuten wil ik van jullie een beslissing", en er is geen leider aangewezen, dan kunnen ze gewoon die beslissing niet nemen.'

Smeele: 'Een leuk voorbeeld. We hebben vorig jaar een alumni-event gehad, waarbij veertien alumni naar Nederland zijn gekomen. Met hen hadden wij een meeting georganiseerd bij Economische Zaken, met een hoge ambtenaar in een rondetafelgesprek. We zeiden: "Nou, vraag maar, we gaan een interactief gesprek houden." Dat liep dus niet! Want ze konden niet het woord nemen en zeggen: mag ik u iets vragen? Of: ik zie dat anders. De hoge ambtenaar was de hele tijd aan het woord, maar er kwam geen gesprek. Dat is echt een verschil. En van ons een moeilijk punt?'

Blüm: 'Ik denk onze stiptheid. Dat er wordt gezegd: "Jullie zijn twee minuten te laat!" En al die strakke planning! Alles sluit hier direct op elkaar aan. En dán gaat we eten. En daarna precies om zeven uur gaan we dit ondernemen. Ik denk dat de Russen daar wel moeite mee hebben.'

Smeele: 'Nog een goed voorbeeld van een cultuurverschil is dat Nederlanders heel open lijken. Maar wat blijkt als je onverwacht voor de deur staat en het is juist etenstijd: dan is het andersom! Dan zijn wij heel gesloten. Russen lijken heel gesloten, maar als je eenmaal bij ze binnen bent, ben je een deel van de familie. Dat is echt een verschil.'

Persoonlijk contact is belangrijk bij Russen?

Smeele: 'Ja. Vraag altijd naar de familie.'

Wat doen de Russische managers in Nederland als ze eenmaal hier zijn?

Smeele: 'Ze komen aan en beginnen dan meteen met de vervolgtraining. Die duurt tien dagen. Daarna gaan ze drie weken op stage. Ze worden opgehaald door het stagebedrijf en gaan daar kennismaken. Overigens zorgen wij ervoor dat ze, voordat ze naar Nederland komen, al contact met elkaar hebben gehad, zodat van beide kanten de wensen en verwachtingen duidelijk zijn. Dan drie weken stage. We houden contact met ze. We voeren evaluaties uit. We spreken zowel met de bedrijven als met de managers zelf.'

Blüm: 'Daarna komen ze terug en hebben we drie evaluatiedagen. En dan is het klaar. Dat zijn dan de vijf weken.'

Smeele: 'We doen dit allemaal in Zoetermeer. Daar komen ze na de stage ook terug.'

Blüm: 'Ze zijn te gast bij het stagebedrijf. We vragen aan de bedrijven of ze accommodatie en maaltijden willen verzorgen. Dit wordt vergoed door Economische Zaken, via de EVD. Ja, ze zijn echt drie weken weg. Verspreid over het land.'

Zitten ze in een hotel?

Blüm: 'Dat wisselt heel sterk. We laten het aan de stagebedrijven over hoe ze daar invulling aan willen geven. Het kan bed & breakfast zijn, een appartement of gastgezinnen van collega's. Alles wel in overeenstemming met de deelnemer.'

Zodat die op zijn gemak is?

Blüm: 'Ja, dat is toch wel het belangrijkste.'

Krijgen ze een diploma met een stempel?

Smeele: 'Een stempel?! Nog zo een!! Een rond stempel, en hoe groter, hoe beter, met een handtekening. Wij hadden daar nooit zo bij stilgestaan, we gaven al jaren diploma's met handtekeningen. Maar het is inderdaad aangekaart dat een stempel belangrijk is. Ze krijgen van ons een stempel van de EVD, dat kunnen ze laten zien. Dat stelt daar ook echt iets voor. Volgende keer willen wij inderdaad ook zo'n mooi rond stempel, wat er dan precies op staat maakt misschien niet eens zoveel uit.'

De Russen worden in Zoetermeer in een hotel ondergebracht. Is dat om ze niet in de verleiding te brengen voor de verlokkingen van de Nederlandse maatschappij?

Smeele: 'We hadden eerst een hotel hier vlakbij in Den Haag, vlak bij de EVD. De verleidingen waren toen inderdaad groot, ze konden te makkelijk 's avonds… Maar aan de andere kant vinden wij dit ook moeilijk: het zijn volwassen mensen, ze zijn hier voor zichzelf. Als ze nou zelf willen feesten 's nachts...

Het was wel zo dat het hotel een hele luxe uitstraling had. Bij het stagebedrijf hadden ze dan bijvoorbeeld een klein appartementje. Dan was het contrast heel groot. Opeens in het oosten van het land, in een klein herbergje. Voor het stagebedrijf was dat ook vaak een vervelende situatie. We hebben geprobeerd dat contrast iets minder groot te maken. Maar we zijn er nog niet over uit of we dit de volgende keer weer zo zullen doen. We willen niet met het vingertje wijzen.'

Is het dagprogramma zwaar voor ze? Hebben ze eigenlijk wel vrije tijd?

Blüm: 'Ja, het is zwaar, ze zitten hier echt tien opeenvolgende trainingsdagen van negen tot zes uur.'

Kunnen ze ook zakken?

Smeele: 'Dat kan inderdaad, als ze bijvoorbeeld bij de trainingen niet komen opdagen. Het is wel gebeurd, ja. Na een waarschuwing of een herhaalde waarschuwing. Ook als ze bij het stagebedrijf niet zijn komen opdagen of hun opdracht niet hebben uitgevoerd. Of als echt merkbaar is dat ze er wel zijn geweest maar eigenlijk niets gedaan hebben. Dan wordt er wel een gesprek aangegaan. En met het bedrijf ook, want dit mag niet nog een keer gebeuren.'

Blüm: 'Maar nu gebeurt dit ook niet meer.'

Waaraan is dat te danken? Voortschrijdend inzicht bij de Russen?

Smeele: 'Strengere selectie.'

Blüm: 'Strengere selectie op leeftijd ook. Ze waren dit jaar ietsje ouder allemaal. En een beetje geluk, we hadden dit jaar een hele enthousiaste groep, mensen die heel gemotiveerd waren. En de tijd is veranderd, je kunt het je niet meer permitteren om alleen maar feest te vieren.'

Hoe is de man-vrouw verhouding?

Smeele: 'Fiftyfifty, daar proberen we echt op te letten. Anders krijg je alleen maar mannen en te veel machocultuur. Bij teveel vrouwen voelen de mannen zich weer opzij gezet. Dat is ook niet goed. Fiftyfifty is de regel.'

Zou het geen goed idee zijn om Nederlandse managers een keer stage te laten lopen bij Russische bedrijven? Om te leren hoe het bij Russische bedrijven toegaat als ze willen samenwerken? Dat lijkt me leerzaam voor Nederlanders.

Blüm: 'Nederlanders kunnen veel leren van de Russische cultuur. Bijvoorbeeld dat het inderdaad niet allemaal zo strak hoeft. Zonder dat je zo streng bent voor elkaar kun je ook veel bereiken. Dat persoonlijke kunnen wij ook leren. Ik denk dat het belangrijk is dat als je daar zaken doet, je ook ervaart hoe het daar is. Niet alleen wij gaan hun leren hoe zij het moeten doen.'

Heeft de economische crisis invloed op het programma?

Blüm: 'Ja, we merken dat aan het vinden van stageplaatsen. We hebben veel bedrijven benaderd. Ze waren erg enthousiast, maar zeiden geregeld wel: we hebben capaciteitsgebrek, we hebben nu andere prioriteiten, we hebben een investeringenstop. Een stagiair kost toch tijd, energie en aandacht.'

Is het zo dat de Nederlandse managers en de Russische bedrijven ieder hun eigen criteria hebben om hun succes te beoordelen? Voor Russen dat ze kennis verwerven en voor de Nederlanders dat ze toegang verwerven tot de Russische markt? Wat is de win voor de Russen en wat is de win voor de Nederlanders?

Blüm: 'Ik denk, wat voor een deel ook het doel van het programma is, netwerken en contacten leggen. Vanuit Nederlandse kant dat ze iemand binnen de eigen sector op de Russische markt hebben die ze kennen en die ze dingen kunnen vragen. Op een gegeven moment kan zich dat ontwikkelen tot een lokale agent die daar zit.'

Dat ze een dak in Rusland hebben.

Smeele: 'Ja, precies. En vanuit Russisch perspectief is dat net zo iemand in Nederland te hebben. Voor exportproducten bijvoorbeeld. Hoewel dat ook bijna alleen richting Rusland gaat.'

Blüm: 'Kennis van westerse managementvoering en bedrijfsvoering hoort hier ook bij. De trainingen die ze hier volgen zijn vaak helemaal nieuw voor ze, terwijl ze toch heel hoog opgeleid zijn en een managementtaak hebben. Ze leren hier praktische vaardigheden.'

Theoretisch worden ze goed opgeleid, maar praktisch minder?

Blüm: 'Het gebeurt ook wel dat ze hier vastlopen. Als ze een bepaalde manier hebben van zichzelf introduceren of communiceren die hier helemaal niet goed ontvangen wordt. Die leren dat je zaken soms anders moet benaderen.'

Smeele: 'Er was een Rus die gehoord had dat Nederlanders direct zijn. Die manager zei tegen mij: "Naomi, als ik in mijn stagebedrijf wil blijven werken, kan ik dan gewoon de eerste dag meteen zeggen dat ik er wil blijven werken?" Dat is grappig: ze hebben zich dan heel goed ingelezen, maar de kennis verkeerd geïnterpreteerd.'

Zijn er mogelijkheden voor Russische bedrijven om de Nederlandse markt op te gaan?

Smeele: 'Zij willen hier kennis halen en meenemen naar Rusland, dat is het voornaamste. Maar wat wij van hen willen, met uitzondering van de energie? Tja… Vorig jaar hadden we een Russisch bedrijf in de metaalindustrie dat bouten en moertjes wilde exporteren naar ons land. We hadden iemand die in de snoep en koekjes zat. Wij hebben toen Mars benaderd. Die willen wel naar Rusland. Maar andersom? Nee. Russische chocola is erg lekker, maar wij willen dat hier toch niet hebben.'

Omhoog
Terug naar artikelen