Kirgizstan: democratie geen garantie voor goed beleid

Jan Limbeek

Op zondag 10 oktober 2010 waren er parlementsverkiezingen in Kirgizstan die buitengewoon democratisch verliepen. Zeker in vergelijking met de autoritair bestuurde overige vier Centraal-Aziatische republieken, waar verkiezingen in grote of zeer grote mate voorgekookt zijn. Hoewel het land niet stabiel was na het afzetten van president Koermanbek Bakijev in april en de etnische onlusten in Zuid-Kirgizstan van juni, is geweld na de verkiezingen tot nu toe uitgebleven. Wordt Kirgizstan wellicht zelfs een succesvolle parlementaire democratie?

In de jaren '90 stond Kirgizstan bekend als een hervormingsgezinde democratie. Een lichtend baken in een achtergebleven regio. Niet dat het zo goed ging met het land, maar de intenties van de machtshebbers en de perspectieven op een welvarende toekomst vergoedden veel. Bovendien waren de slechte economische prestaties van Kirgizstan niets bijzonders, want alle landen van de voormalige Sovjet-Unie deden het economisch slecht.

Vanaf eind jaren negentig veranderde dit. Alle buurlanden van Kirgizstan groeiden harder. De gemiddelde Kirgies zag zijn toekomst verschralen en beschouwde de politieke leiding als steeds autoritairder en corrupter. In maart 2005 vluchtte de toenmalige president Askar Akajev het land uit na grootschalige protesten in de hoofdstad Bisjkek.

Zijn opvolger, Koermanbek Bakijev, ontpopte zich in de ogen van de bevolking al snel als nog autoritairder en corrupter dan Akajev, terwijl Kirgizstan het armste land van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten bleef. In 2009 zegde Rusland een lening toe van twee miljard dollar. Het leeuwendeel van de eerste overboeking van 450 miljoen dollar, werd door de zoon van Bakijev en zijn zakenpartners het land uit gesmokkeld. In april 2010 moest president Bakijev op zijn beurt het veld ruimen. Hij verblijft nu in Wit-Rusland, bij zijn politieke vriend Aleksandr Loekasjenko.

Vóór april 2010 groeide de Kirgizische economie op stabiele basis, dankzij de particuliere sector en de vrije handel. Aanvankelijk werd voor dit jaar een groei van 4,6 procent verwacht; de overheidsinvesteringen, met name in de energiesector, zouden stijgen en de armoede dalen. Overigens is een groei van 4,6 procent niet hoog voor een arm land. Tussen 2003 en 2008 bedroeg de economische groei gemiddeld bijna 7 procent. Dit is lager dan de groei in de buurlanden en lager dan het GOS-gemiddelde. Bovendien is in de 7 procent groei van Kirgizstan het resultaat van 2005 niet meegeteld, toen vanwege de politieke strubbelingen de economie met 0,2 procent kromp.

De economie groeit dit jaar echter niet met 4,6 procent, maar krimpt volgens het IMF met 3,5 procent. In vergelijking met de april-prognose van het IMF daalt de productie in dollars per hoofd van de bevolking met 13 procent van 941 naar 816 dollar per jaar.

Een internationale donorconferentie eind juli 2010 zegde 1,1 miljard dollar toe voor hulp en wederopbouw van Kirgizstan. Hiervan is 671 miljoen bedoeld voor 2010, waarvan 335 miljoen dient als begrotingssteun en 336 voor programma´s. Een voorwaarde voor het overmaken van dit geld is politieke stabiliteit in Kirgizstan. Een niet uitgesproken voorwaarde zal zijn dat de Amerikaanse basis op vliegveld Manas bij de hoofdstad Bisjkek ongemoeid blijft.

Om een wit voetje bij Rusland te halen, hebben twee nationalistische partijen (Ata-Zjoert en Ar-Namys) aangekondigd de basis te willen sluiten. Dit kan nu en in de toekomst veel geld kosten. In de praktijk zal de nieuwe Kirgizische regering eisen dat Rusland dit verlies compenseert.

Nadat Bakijev verjaagd werd, beloofde de interim-regering onder leiding van interim-president Roza Otoenbajeva een breuk met het verleden en stelde een vooruitstrevende grondwet op die van Kirgizstan een parlementaire republiek zou maken. In een referendum op 27 juni stemde een overgrote meerderheid van de bevolking voor de nieuwe grondwet.

Het systeem met een machtige president verdwijnt. Ongetwijfeld heeft dit te maken met de slechte ervaringen met Akajev en Bakijev. Een interessante bepaling is dat een partij maximaal 65 van de 120 parlementszetels mag bezetten. Coalitievorming wordt hiermee gestimuleerd. De premier, gekozen door het parlement, krijgt veel meer macht.

Veel waarnemers, onder wie de Russische president Dmitri Medvedev, twijfelen hardop of een parlementaire democratie stabiliteit kan brengen in Kirgizstan en vrezen dat dit zal leiden tot chaos en besluiteloosheid. Aleksandr Knjazov van het Russisch Instituut voor Oriëntalistiek denkt dat dit best zou kunnen meevallen omdat in Kirgizstan van oudsher verschillende clans samenleven. Het nieuwe parlementaire systeem stimuleert overleg en compromissen, hetgeen heel wat rechtvaardiger en uiteindelijk ook efficiënter is dan alle macht in handen leggen van één clan, die van de president.

Het lijkt onlogisch om een systeem met een sterke uitvoerende (presidentiële) macht te propageren om instabiliteit en geweldsuitbarstingen te voorkomen als zo'n systeem de afgelopen jaren juist chaos bevorderd heeft. Er valt zeker wat voor te zeggen om eens iets nieuws te proberen.

Maar Moskou heeft eigen redenen om niet enthousiast te zijn over een parlementaire democratie:

Uitslag van de parlementsverkiezingen van 10 oktober 2010 in Kirgizstan
  Uitgebrachte stemmen Percentage uitgebrachte stemmen Percentage stemgerechtigden Zetels
Ata-Zjoert 267.219 15,9 8,9 28
SDPK 241.466 14,4 8,0 26
Ar-Namys 232.687 13,9 7,7 25
Respoeblika 219.849 13,0 7,3 23
Ata Meken 168.231 10,0 5,6 18
Boetoen Kirgizstan 145.461 8,7 4,84 0
Overige 404.797 24,1 13,5 -
Totaal 1.679.710 100 55,9 120

Opm. De kiescommissie heeft het aantal stemgerechtigden met zo'n 150.000 verhoogd naar 3.005.385. Door die verhoging komt de partij Boetoen Kirgizstan 0,16% van de stemgerechtigden tekort. Uiteraard heeft de partij een hertelling van de stemmen geëist. Het zetelaantal kan dan nog kan veranderen.
Bron: Kiescommissie van Kirgizstan

Van de 29 partijen die meededen aan de verkiezingen, haalden er vijf de kiesdrempel van vijf procent van de stemgerechtigden. De uitslag zal niet naar de zin geweest zijn van de huidige regering, want de regeringspartijen SDPK en Ata Meken werden tweede en vijfde. Dat zij tegen de verwachting in niet wonnen is op zichzelf al een teken van de eerlijkheid van de verkiezingen.

De grootste partij is Ata-Zjoert, die gelieerd is aan ex-president Bakijev en deels verantwoordelijk wordt gehouden voor het etnisch geweld in juni in Zuid-Kirgizstan, waarbij naar schatting 400 tot 2000 doden vielen en 400.000 etnische Oezbeken op de vlucht sloegen. De uitgesproken pro-Russische Ar-Namys werd derde en de nieuwe zakenpartij Respoeblika vierde.

De tabel laat zien dat bescheidenheid de nieuwe partijen zou sieren. Van de stemgerechtigde Kirgiezen heeft 44 procent niet gestemd of niet geldig gestemd. De partijen die niet in het parlement komen (inclusief Boetoen Kirgizstan) hebben samen ruim twee keer zoveel stemmen behaald als de grootste partij van Kirgizstan, Ata-Zjoert, die nog geen 9 procent van de stemgerechtigden achter zich kreeg.

Ongeveer een derde van het nieuwe parlement bestaat uit vrouwen. En hoewel veel partijen hun verplichte quota minderheden van 15 procent op onverkiesbare plaatsen zetten, is er toch een flinke afvaardiging minderheden in het parlement gekomen.

De nieuwe regering van Kirgizstan zal dus een coalitie zijn van ten minste drie partijen, hetgeen precies de bedoeling was van de nieuwe grondwet. Als er geen coalitie gevormd kan worden, zal president Roza Otoenbajeva nieuwe verkiezingen uitschrijven.

De praktijk zal laten zien in hoeverre Kirgizstan een efficiënt democratisch systeem krijgt. Maar dat is niet hetzelfde als een goed beleid. Zelfs een goed functionerende democratie vrijwaart Kirgizstan niet van slecht beleid, zoals de Oranje-revolutie in Oekraïne heeft aangetoond.