Een literaire reis door de Russische geschiedenis

Rachel Polonsky in gesprek met Laura Starink

Marlies Ootes

Vjatsjeslav Molotov (1890-1986), Stalins minister van Buitenlandse Zaken, was een fanaticus, maar geen psychopaat. Deze conclusie trok Rachel Polonsky, een Britse schrijfster en door Rusland gefascineerde literatuurwetenschapper, na een uitgebreide speurtocht door de bibliotheek van deze medeverantwoordelijke voor de Grote Terreur.

Op 25 mei 2010 organiseerde debatcentrum Spui 25 van de Universiteit van Amsterdam in samenwerking met Uitgeverij Nieuw Amsterdam een gesprek tussen NRC-redacteur Laura Starink en Rachel Polonsky. Dit naar aanleiding van het verschijnen van de Nederlandse vertaling van Polonsky's Molotovs toverlantaarn.

Rachel PolonskyRachel Polonsky groeide op in het universiteitsstadje Oxford. Naast haar woonde een Russisch emigrantengezin, waardoor ze in contact kwam met het voor haar exotische Rusland. Bij haar buurvrouw volgde ze Russische les. Later besluit ze Russische literatuur te gaan studeren.

In 1980 reist Polonsky voor het eerst naar de Sovjet-Unie om een jaar in Moskou te studeren. Ze raakt geboeid door de Russen, met hun lange, wodkarijke avonden in de keuken, vol filosofische gesprekken over de zin van het leven. 'Russia gets under your skin,' vat ze deze periode samen.

Achttien jaar later keerde ze terug, aanvankelijk ook weer voor een jaar. Met haar man en kinderen kwam ze te wonen in een exclusieve buurt van de sovjet elite in Moskou, waar ze uiteindelijk tien jaar bleef wonen. Haar Amerikaanse buurman gaf haar de sleutel tot de bibliotheek van Molotov, en daarmee tot 'Molotovs toverlantaarn'. Met het aanraken van de boeken voelde ze zich nader tot deze medearchitect van het Molotov-Ribbentroppact komen.

Enkele opgetekende telefoongesprekken van Molotov gaven een heel ander beeld van hem weer dan het gangbare, namelijk dat van een cultureel zeer geïnteresseerd persoon met een grote liefde voor Russische literatuur. Voor Polonsky vormde juist het feit dat zij zich nu eens niet bezighield met een schrijver of dichter, maar juist met een lezer, een interessante ervaring. Vooral omdat deze lezer een grote bedreiging voor veel Russische schrijvers had betekend.

Vanuit het appartement van Molotov aan de Romanovlaan begon Polonsky een ontdekkingsreis door Rusland. Hierbij lag de nadruk op cultuur en literatuur, Polonsky's specialismen. NRC-redactrice Starink heeft in het boek echter ook een aantal kritische aanmerkingen aan het adres van Poetin opgemerkt. Hoewel ze zich liever niet teveel over politiek wil uitlaten, bevestigt Polonsky dat de huidige autoritaire koers haar verdriet doet. Ze is ervan overtuigd dat het anders, beter en vooral democratischer had gekund en dat Rusland wel degelijk zonder sterke leider kan.

Er is volgens haar op het moment eenvoudigweg te weinig druk voor verandering door de groeiende welvaart en de daarmee gepaard gaande individuele mogelijkheden. Het regime is niet zo onderdrukkend om daadwerkelijk een grootschalige roep om hervorming en democratisering te veroorzaken.

Waar komt onze fascinatie met Rusland toch vandaan?, vraagt Starink. Voor Polonsky is dat voornamelijk het feit dat het geweld in de Sovjet-Unie zo extreem en zo intiem was. Slachtoffers en moordenaars waren nauw met elkaar verbonden. Zo liet Molotov zelfs zijn eigen vrouw voor een jaar in de Goelag verdwijnen. Hij was in staat heel lineair te denken: de ideologie ging voor de mensen. In zijn fanatisme was hij ideologisch zelfs een betere communist dan Stalin, zo meent Polonsky.

Molotov stierf in 1986, teleurgesteld over de praktijk van het communisme. Zijn bibliotheek werpt nu een nieuw licht op deze man. En op de Russische geschiedenis die hij mede heeft gevormd.


Op deze website is een recensie van Molotovs toverlantaarn te lezen.