Rusland: geen euforie over dood Gaddafi

René Does

De Russische leiders zijn consequent in hun afkeuring van westerse inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van andere landen. Mede hierom was er in Rusland geen euforie over de door de NAVO ondersteunde ondergang en dood van de Libische leider Moeammar Gaddafi. Daarnaast was er in Rusland, anders dan in het Westen, extra belangstelling voor de 'voluptueuze' Oekraïense verpleegster van de verscheiden kolonel.

In maart gebruikte Rusland niet zijn vetorecht tegen VN-resolutie 1973, die een no fly-zone boven Libië instelde en alle noodzakelijke maatregelen toestond om de in opstand gekomen Libiërs te beschermen tegen de wraak van Gaddafi, die had aangekondigd al deze 'ratten' te zullen doden. Rusland onthield zich van stemming in de Veiligheidsraad, samen met permanent lid China en de tijdelijke leden Duitsland, Brazilië en India.

Zoals Georgi Mirski, wetenschappelijk hoofdmedewerker van het Instituut voor Wereldeconomie en Internationale Betrekkingen van de Russische Academie van Wetenschappen, na het bekend worden van de dood van Gaddafi verklaarde: 'Feitelijk was het regime van Gadaffi al eerder gevallen. De dood van de kolonel was slechts het sluitstuk hiervan. Met zijn ondergang werd een punt gezet achter een absoluut kunstmatig regime, dat noch beantwoordde aan de tijdgeest, noch aan de 21ste eeuw in zijn geheel.'

Op 31 augustus erkende ook Rusland de Nationale Overgangsraad van Libië als de wettige regering. De erkenning vond plaats voor de bijeenkomst in Parijs van leiders van zestig landen uit de wereld die over de toekomst van Libië na de verdrijving van kolonel Gadaffi zouden vergaderen.

Burgeroorlog
Van blijdschap, zoals vaak tentoongespreid door westerse leiders en in westerse media, is in Rusland echter geen sprake geweest. Algemeen voorspellen Russische Afrika- en Midden-Oostendeskundigen een lange periode van burgeroorlog, zoals ook gebeurde na de val van Saddam Hoessein in Irak en van de Taliban in Afghanistan.

President Jevgeni Satanovski van het Midden Oosten-Instituut wees er in de krant Izvestija op dat Libië is verdeeld in 'enkele honderden' stammen en tegen de duizend clans. Bovendien is het land volgens hem verdeeld in religieuze islamitische groepen, staat Al-Qaida in de Mahgreb in de coulissen klaar om de radicaal-islamitische salafisten te ondersteunen en zijn er ook nog de Toearegs in de Sahel. 'Iedereen haat iedereen. Niemand vertrouwt iemand. Tijdelijke allianties zijn mogelijk, permanente niet. (…) De welgemeende oproepen van westerse experts tot maatschappelijke vrede en wederzijdse verantwoordelijkheid in Libië zijn net zo effectief als het propageren van een gezonde levenswijze in een Colombiaans drugskartel.'

Verder denkt Satanovski dat het Westen zich ook in Libië op naïeve wijze voor het karretje van de streng islamitische staten in het Midden-Oosten heeft laten spannen, met name Qatar en Saoedi-Arabië. 'Het doel van deze monarchieën is om de hele Arabische wereld te "zuiveren" van seculiere regimes, zoals is gebeurd in Tunesië en Egypte, nu in Libië, en zoals ze ook proberen te bereiken in Syrië.'

Mirski vult hierop aan: 'De islamisten zijn nu sterker geworden in het land. (…) Zij willen een islamitische staat oprichten. En wat kan er tegen deze politieke stroming worden ingebracht? Niets. Er zijn in het land geen politieke partijen, geen burgerlijke samenleving en geen instrumenten voor politieke dialoog. Alles moet vanaf nul beginnen.'

De gevolmachtigde van de Russische president voor de samenwerking met Afrikaanse landen, senator Michail Margelov, probeert vooral de Russische belangen in Libië te beschermen: 'Wij hebben de Nationale Overgangsraad erkend en voeren onderhandelingen over de voortzetting van Russische contracten in de economische sfeer van Libië.' Mirski wijst er in dit verband op dat ook Rusland een bijdrage heeft geleverd aan de val van Gaddafi, door geen veto uit te spreken over VN-resolutie 1973.

Blondine
Uit de in 2009 uitgelekte documenten van het Amerikaanse State Department door WikiLeaks kwamen verschillende eigenaardigheden en bijzonderheden over het leven van Gaddafi naar buiten. Zoals dat hij een liefhebber was van paardenraces en flamenco, bang was om over open water te vliegen, geen oogcontact maakte tijdens gesprekken, kinderlijke vragen over Amerika kon stellen en altijd in het gezelschap was van een 'voluptueuze blondine' uit Oekraïne, die optrad als zijn persoonlijke verzorgerster omdat zij op de hoogte was van al zijn dagelijkse gewoontes.

De Amerikaanse ambassadeur in Libië van wie deze berichten afkomstig waren, Gene Cretz, sprak zijn vermoedens uit dat deze Oekraïense ook de minnares van Gaddafi was. Na het uitlekken van de berichten werd Cretz teruggeroepen naar Washington.

Kolotnitskaja met Gaddafi

Kolotnitskaja met Gaddafi.

Die 'voluptueuze Oekraïense blondine' is verpleegster Galina Kolotnitskaja (38). Na het vroege overlijden van haar echtgenoot in 1992, met wie ze dochter Tatjana had, ging Kolotnitskaja in 1992 werken op een Oekraïens wetenschappelijk station in Antarctica, waar zij zich onderscheidde door haar kookkunsten en strenge hygiënische regels. In 2001 ging zij na bemiddeling door een internationaal medisch arbeidsbureau in Libië werken, waar zij zich opwerkte tot de persoonlijke verzorgster van Gaddafi.

Op deze manier kwamen er ongeveer 500 Oekraïense artsen en verpleegsters in Libië terecht. Blijkbaar had Gaddafi vertrouwen in de Oekraïense medici en verpleegsters, die op hun beurt in Libië veel meer konden verdienen dan in hun vaderland.

In 2008 koos Gaddafi tijdens een staatsbezoek aan Oekraïne hoogstpersoonlijk vier verpleegsters uit voor zijn familie. De Russische krant Komsomolskaja Pravda sprak twee keer met een van deze verpleegsters, Oksana Balinskaja (Komsomolskaja Pravda, 05-04 en 22-10-2011). Balinskaja zegt dat Gaddafi voor hen een vriendelijke man was. Ze vindt hem ook een 'mannelijke man', die op culinair gebied bescheiden was en hield van couscous met kamelen- of lamsvlees. Ze noemt Gaddafi in de interviews vaak 'papa' en 'papaatje'.

Ieder jaar op 1 september, de herdenkingsdag van het begin van Gaddafi's regime, kregen de verpleegsters van de kolonel een gouden horloge met zijn beeltenis erop. 'Wie zes of acht jaar voor hem werkte, heeft dus een hele collectie.' Als verpleegster van de Gaddafi's toonde Balinskaja zich in het interview van 22 oktober geschokt en verdrietig over de martelingen en beledigingen die de gewonde Gaddafi van de opstandelingen moest ondergaan.

Kolotnitskaja heeft zich vooralsnog tegenover de media stil gehouden over haar tijd bij Gaddafi. Zij en Balinskaja werden in mei op last van de Oekraïense ambassade samen met de andere Oekraïners in Libië geëvacueerd naar hun vaderland. Balinskaja ontkent dat Golodnitskaja de minnares van Gaddafi was en zegt dat de hoofdverpleegster van de gedode Libische leider een Servische was, een zekere 'Draga'.

Ook Kolotnitskaja's dochter en moeder ontkennen dat zij de minnares van Gaddafi was. Dochter Tatjana had in februari 2011 in The Guardian een logische verklaring voor de grote groep Oekraïense verpleegsters rond de clan van Gaddafi: 'Om een of andere reden vertrouwt hij Libische vrouwen deze taak niet toe.'