Geluk op 600 vierkante meter

René Does

Veel Russen hebben de eerste helft van mei twee weken vakantie rond twee van de belangrijkste nationale feestdagen, de Dag van de Arbeid (1 mei) en de Dag van de Overwinning (9 mei). Vaak brengen zij deze dagen door op hun datsja om het stukje grond en huisje erop zomerklaar te maken en de groentetuin in te zaaien. ´Datsja´ is een van de Russische woorden die praktisch de hele wereld kent. De datsja is voor veel Russen onmisbaar in het bereiken van wat levensgeluk.

Alleen in Rusland hebben veel gezinnen met een laag inkomen ook nog een tweede huisje op het platteland, zo schreef journalist Artjom Nikitin van het weekblad Dengi (Geld) op 26 mei in een lang achtergrondstuk over het verschijnsel ´datsja´. En alleen in andere Oost-Europese landen en in Scandinavië is er een beetje vergelijkbare cultuur van bezit van tweede huisjes op het platteland.

Foto van Tsjoekovski's datsja

De datsja van Tsjoekovski. Foto: Richard Schoots

Het woord ´datsja´ kan vertaald worden als ´gift´ of ´geschenk´ en stamt uit de tweede helft van de negentiende eeuw, toen adellijken als ´datsja´ landpercelen van de tsaar ontvingen voor het verrichten van staatsdiensten.

Het moderne massale bezit van een datsja onder Russen is echter een erfenis van de sovjettijd: na de Tweede Wereldoorlog gaven de machthebbers via bedrijven en staatsinstellingen stukjes braakliggende grond van 600 vierkante meter rond de steden in gebruik aan arbeiders en ambtenaren, die zich verenigden in ´volkstuinmaatschappen´.

Deze uitgifte van grond was om in de moeilijke naoorlogse tijd ongeorganiseerde bezetting van braakliggende gronden te voorkomen. Na de ondergang van het communisme werden de datsja´s in de jaren negentig in privébezit aan de gebruikers gegeven. Een klassieke datsja heeft nog steeds een oppervlakte van 600 vierkante meter.

Rusland kent een hele rits gespecialiseerde tijdschriften en websites over de datsja. Alle grote populaire kranten en weekbladen hebben speciale datsja-bijlagen (zie bijvoorbeeld die van het grote weekblad Argoementy i Fakty: www.aif.ru/dacha). Deze uitgaven staan vol tips hoe je groenten en fruit moet verbouwen, de tuin kunt inrichten en het huisje kunt verfraaien.

Sinds de Tweede Wereldoorlog maakt de datsja dus een hoofdbestanddeel van het leven van de Russen uit. Voor de grote meerderheid van de Russen is vakantie vieren synoniem met naar de datsja gaan. Bijna alle vrije dagen van mei tot en met september, ook de meeste weekenden, worden doorgebracht op de datsja. Op vrijdagmiddag staan er lange files de steden uit en zitten de stoptreinen naar de voorsteden vol met datsja-gangers. Op zondagavond is er de omgekeerde massale trek van platteland naar stad.

Wat trekt de Russen zo aan in het bezit van een datsja? Dat zijn twee zaken: de tuinbouwproducten die worden geoogst en het vakantiegevoel. De communistische machthebbers hadden ook belang bij de datsja´s, omdat de sovjetburgers hierdoor zelf voor een belangrijk deel in hun voedselvoorziening en vakantie-activiteiten konden voorzien.

Het aanbod aan groenten en fruit in de sovjetwinkels was karig, ontoereikend, eentonig en van slechte kwaliteit. Zonder de datsja´s zou de voormalige Sovjet-Unie grote voedselproblemen hebben gekend. Meer dan de helft van de geconsumeerde aardappelen, groente en fruit verbouwden de sovjetburgers zelf. En ook in het huidige Rusland is hier eigenlijk nog weinig in veranderd.

huisje omringd door weelderig groen

Huisje in een ´volkstuinmaatschap´. Foto: wikipedia.

De piek in het aandeel van de datsja-productie werd zelfs in de postcommunistische tijd bereikt, op het einde van de arme jaren negentig en in het begin van deze eeuw. In 2002 bereikte de consumptie van ´datsja-aardappelen´ in de totale aardappelconsumptie een piek van 91,3 procent. Op groentegebied werd de piek in 1998 bereikt: 77,9 procent.

In 2013 werd in de privésector van volkstuinen nog steeds 82 procent van de geconsumeerde aardappelen geproduceerd, 69 procent van de geconsumeerde groenten en 48 procent van de geconsumeerde melk, want de sector onderhoudt ook 60 procent van de koeien in Rusland en 72 procent van de schapen en geiten.

De omvang van de tuinbouwproductie op de datsja´s maakt extra indruk als deze vergeleken wordt met de Russische import op dit gebied: 24,8 miljoen ton datsja-aardappelproductie tegen 500.000 ton aardappelimport en 10,2 miljoen ton datsja-groentenproductie tegen 3 miljoen ton groentenimort.

Nikitin noemt drie bijzonderheden in de ontwikkeling van de voormalige Sovjet-Unie die het verschijnsel datsja zo hebben kunnen doen ontwikkelen:

  1. De relatief late, maar daarna snel verlopende urbanisering. In 1922 woonde 15 procent van de Russen in een stad, in 1940 34 procent, in 1959 52 procent en in 1970 62 procent. ´Dus als in het begin van de jaren zestig niet voormalige boeren aardappelen teelden in de tuinbouwkameraadschappen, dan in ieder geval hun kinderen.´
  2. De rol van de staat. Grond werd in de voormalige Sovjet-Unie niet verdeeld via een grondmarkt, maar via de staat. ´Het fenomeen van de hedendaagse datsja is het resultaat van sovjetexperimenten.´
  3. Het karakter van de steden. Met uitzondering van de grote historische steden zijn veel steden in Rusland ´punten voor de lokalisering van productiekrachten´. Dus steden zonder een volwaardig stedelijk leven. ´De voormalige boeren vonden het zwaar om in zulke steden te leven, en de datsja was hun enige uitlaatklep: deze rol speelt ze vandaag de dag nog steeds.´

Met de welvaartstoename sinds 2000 onder president Vladimir Poetin werd de vakantiefunctie van de datsja in relatie tot de productiefunctie belangrijker. In juni 2013 verbouwde volgens een enquête van het Russisch Centrum voor de Bestudering van de Publieke Opinie (VTsIOM) nog maar 68 procent van de datsjabezitters groenten en fruit op hun stukje grond, tegen 75 procent in juni 2012. Het VTsIOM verwacht dat door de stagnerende economie het percentage datsjabezitters dat verbouwt weer zal stijgen.

Nikitin somt op welke productie een datsja jaarlijks gemiddeld oplevert: 240 kilo aardappelen, 95 kilo bieten, 73 kilo tomaten, 36 kilo augurken, 40 kilo uien, 10 kilo knoflook, 30 kilo aardbeien, 40 kilo appelen, peren en pruimen, 65 kilo courgettes en 35 kilo kool. Midden mei 2014 had deze productie op een Moskouse groente- en fruitmarkt een verkoopwaarde van 44.500 roebel (een kleine duizend euro).

Met deze geldelijke opbrengst is het houden van een datsja volgens Nikitin vanuit economisch oogpunt een zwaar verliesgevende zaak, anders dan de meeste Russen denken. Ervan uitgaande dat gemiddeld 40 dagen op de datsja worden doorgebracht, zou het met de huidige salarissen winstgevender zijn deze dagen gewoon te werken. Daar komen 100.000 tot 200.000 roebel aan reiskosten en investeringskosten bij. ´Als je al deze uitgaven en moeite voor het onderhouden van zijn datsja bij elkaar optelt, is dat voor de datsjabezitter een bijna onmogelijke opgave,´ stelt Nikitin.

Het zijn dus niet-economische motieven die voor de datsjabezitters doorslaggevend zijn: het bezig zijn in de natuur, de voldoening uit het zelf telen van tuinbouwgewassen en trots op de betere kwaliteit van de eigen producten boven die van de aardappelen, groenten en fruit in de winkels.

Het allerbelangrijkste voor veel datsjabezitters is misschien wel het gevoel van volja (vrijheid) op de eigen 600 vierkante meters. Volja betreft een Russisch gevoel van vrijheid dat verder gaat dan ons westerse begrip van vrijheid. Het is een vrij zijn van het politieke en maatschappelijke toezicht dat burgers in het dagelijkse werkleven moeten ondergaan. Nikitin: ´Russen hebben historisch gezien weinig vertrouwen in degenen die de macht hebben, maar ze geven er de voorkeur aan niet met hen de strijd aan te gaan, doch te verdwijnen in een andere realiteit.´