De inflatie blijft dalen

Jan Limbeek

In januari 2018 is de Russische inflatie wederom gedaald. Het lijkt erop dat de Centrale Bank van Rusland (CBR) nu vindt dat het monetaire beleid versoepeld moet worden om de doelstelling van vier procent inflatie te bereiken.

Tabel met de prijsstijging in januari 2018 en 2017

* Wordt berekend door de CBR en is grotendeels zonder de sterk fluctuerende prijzen van voedsel en energie
Bron: Russische Staatsdienst voor de Statistiek, Rosstat

In januari 2018 waren de prijzen 2,2 procent hoger dan in januari 2017. Met name de voedselprijzen stegen nauwelijks: 0,7 procent. Niet alleen op jaarbasis, maar ook op maandbasis was de inflatie in alle productgroepen in januari 2018 lager dan in januari 2017.

De onderliggende kerninflatie, die de prijstrend beter weergeeft omdat de meeste schommelingen niet meegerekend worden, is in januari ook lager geworden dan vorige maand: 1,9 om 2,1 procent. Bovendien is de kerninflatie lager dan de totale inflatie: 1,9 om 2,2 procent.

Niet lang geleden - begin 2018 - vertrouwde de CBR er nog op dat de inflatie vanzelf naar het doel van vier procent zou stijgen. Nu zegt de CBR van mening te zijn dat er extra maatregelen nodig zijn, in de vorm van een snellere (maar geringe) versoepeling van het monetaire beleid.

Met ingang van 12 februari verlaagde de CBR de rente met 0,25 procentpunt, van 7,75 procent naar 7,50 procent. Dit lijkt een geringe verlaging, maar dit valt om drie redenen wel mee.

  1. De vorige renteverlaging van eind 2017 was met 0,5 procentpunt groter dan verwacht, maar de CBR vertelde toen ook dat het voorlopig de laatste renteverlaging zou zijn. Niettemin verlaagde de CBR de rente zes weken later wederom.
  2. In februari 2018 zal de inflatie op maandbasis hoger zijn dan in februari 2017. De prijzen waren in februari 2017 slechts 0,2 procent hoger dan in januari 2017. Een renteverlaging bij een (spoedig) oplopende inflatie is voor bankpresident Elvira Nabioellina een enorme stap.
  3. De CBR is al bezig met een losser monetair beleid. In januari 2018 heeft de CBR ruim elf miljard dollar gekocht in ruil voor 600 miljard roebel. Dit leidt (met enige vertraging) tot extra prijsstijging.

De Russische deviezenreserve is in januari zelfs nog meer gestegen - met 15 miljard dollar - maar dit kwam voornamelijk omdat goud een kleine vier miljard dollar extra waard werd. De goudcomponent in de deviezenreserve bedroeg op 1 februari 2018 80,4 miljard dollar. De totale deviezenreserve omvatte toen 447,7 miljard dollar.

De binnenlandse geldhoeveelheid is in januari 2018 dus snel toegenomen, veel meer dan de druilerige economische groei - 1,5 procent in 2017 - nodig heeft. Een grotere geldhoeveelheid dan nodig betekent dat de prijzen extra stijgen (in gelijkblijvende overige omstandigheden). Dit is niet meteen merkbaar, want het duurt even voordat het effect van een grotere geldhoeveelheid doordringt in extra stijging van de prijzen, dus in extra inflatie.

In de begeleidende verklaring bij de renteverlaging zei de CBR expliciet dat de lage economische groei in het vierde kwartaal van 2017 te wijten was aan tijdelijke factoren. De CBR is doodsbenauwd dat het Kremlin extra monetaire versoepeling wil om de economische groei te stimuleren. Dit druist in tegen de uitspraken van Nabioellina. Zij is een anti-inflatie havik en altijd bezorgd dat de inflatie te snel kan gaan oplopen. Een radicale versoepeling van het monetaire beleid valt van haar niet te verwachten.

Natuurlijk erkent Nabioellina dat de huidige inflatie aanmerkelijk lager is dan het beoogde niveau. Maar daarmee is het anti-inflatiebeleid volgens haar nog niet voltooid. Op het Gajdar-forum van half januari noemde Nabioellina lage inflatie een 'absolute zegen voor burgers' omdat de waarde van hun salaris en spaargeld op peil blijft.

Vervolgens legde ze uit dat het bereiken van lage inflatie drie stadia kent. In het eerste stadium stel je een doel vast - een inflatie van maximaal vier procent - die commentatoren als onrealistisch zien. Ondanks de scepsis werd na tweeënhalf jaar het gewenste niveau halverwege 2017 bereikt en daarna sterk overtroffen. In dit tweede stadium gelooft de gemiddelde burger niet dat de prijzen werkelijk laag zijn en blijven. Pas in het derde stadium, nadat men het lage inflatiebeleid heeft volgehouden, vertrouwen de consumenten en bedrijfsleiders erop dat de waarde van het geld op peil blijft.

Het duurt lang voordat de burgers werkelijk gewend zijn aan een laag inflatieniveau en lage inflatie zien 'als de norm'. De CBR 'droomt over de overgang naar het derde stadium' en hoopt dat dit spoedig bereikt zal worden. Dit zal niet lukken als de inflatie wederom snel stijgt.

Tabel met de met drie lijnen van inflatie sinds 2006: de 'gewone' inflatie, de kerninflatie en de trendmatige inflatie

Bron: Centrale Bank van Rusland (cbr.ru)

De nevenstaande figuur laat zien dat de inflatie sinds 2006 aanmerkelijk hoger was dan de huidige. Voor 2006 was dit nog erger. Het valt goed te zien aan de trendmatige inflatie: het onderliggende mediane prijspeil van de afgelopen vijf jaar. Die is gedaald van 5,4 procent in december 2017 naar 5,3 in januari 2018. Russen wennen moeilijk aan lage inflatie omdat ze die situatie niet kennen.

Volgens de laatste prognose van de CBR blijft de inflatie in 2018 iets onder de vier procent en bereikt het in 2019 dit niveau. Op middellange termijn (2019-20) schat de CBR de kans nog steeds groter in dat de inflatie boven de vier procent uitkomt dan dat de inflatie hieronder blijft.

Bij een inflatie van vier procent hoort volgens de CBR een rente van zes à zeven procent. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat dit rentepercentage midden 2019 zou gelden. Dit wordt nu waarschijnlijk een jaar eerder.

Binnenkort zou er daarom weer een renteverlaging aan kunnen komen, mits de markt geen overtrokken reactie laat zien. Daar lijkt vooralsnog geen sprake van. De volgende vergadering van de Directieraad van de CBR, waar een eventuele renteverlaging wordt besproken, vindt plaats op 23 maart 2018.