Andrej Koerkov
De laatste liefde van de president.
Uitgeverij Nieuw Amsterdam
Amsterdam 2008
vertaald uit het Russisch door Eva van Santen
432 blz.
ISBN 978 90 468 0426 1
€22,50

Provocerend of flauw?

Ivo Pertijs

Laat ik meteen met de deur in huis vallen: je moet er van houden, van auteurs die voortdurend sprongen in de tijd maken, een opeenstapeling van flashbacks, herinneringen en actuele gebeurtenissen, en dan ook nog eens rondreizen. Andrej Koerkov past deze structuur permanent toe in zijn nieuwe roman De laatste liefde van de president.

Sommige hoofdstukken zijn amper een pagina lang en hop, de lezer maakt weer een sprong in de tijd, twaalf jaar vooruit (van Kiev naar Zürich) of juist twintig jaar terug in de tijd, maar dan blijven we gelukkig wel in de Oekraïense hoofdstad. Wie alle stukjes bij elkaar plakt krijgt een beeld van het leven van Sergej Pavlovitsj Boenin, het fictieve staatshoofd van het toekomstige Oekraïne.

De roman kreeg in Rusland en Oekraïne bijzonder veel aandacht door de gastrol van Poetin, die opgevoerd wordt als de man die over een jaar of drie, vier weer gewoon president van Rusland zal zijn. Het sluit naadloos aan op de discussie of Poetin, zoals verwacht, de opvolger van zijn opvolger wordt en Medvedev over een aantal jaar zal aflossen als president om vervolgens met een verlengde ambtstermijn nog langer over Rusland te heersen.

Koerkovs plot is op dit punt dan ook weinig origineel, maar Poetins rol in de roman zorgde ongetwijfeld voor de gewenste aandacht. Origineler was het geweest als Koerkov ergens in het boek zou terugblikken op een toekomstige moord op een huidig staatshoofd of prominent politicus, een delict dat ergens in 2011 of 2012 had kunnen plaatsvinden. Protagonist Boenin had een door vergiftiging omgekomen president of charmante premier kunnen opvolgen... De schrijver besloot anders.

Zoals vertaalster Eva van Santen terecht opmerkt in het bijgaande artikel, is het interessant om de sporen van Boenin in Oekraïne te volgen, vooral ook door de diverse periodes waarin het verhaal zich afspeelt. Je proeft de tijdgeest uit de scherpe observaties en het oog voor detail: 'De leiders van de Komsomol waren vrolijke en enthousiaste lieden. Eetlust en geld kwamen ze niet tekort. Wat wilden ze nog meer als de boterhammetjes met rode kaviaar tweeëndertig en die met zwarte kaviaar drieënveertig kopeken kostten.' (We schrijven Kiev, juli 1987.)

De delen over het verleden vind ik sterker dan de hoofdstukken over de toekomst. Het is ook wat flauw om de burgemeester van Moskou in januari 2013 de naam Loezjkov junior mee te geven, ook al wil de huidige burgemeester van de Russische hoofdstad, Loezjkov senior, voorlopig van geen wijken weten. En een president met hartproblemen klinkt ook bekend in de oren.

Dit neemt niet weg dat er ook heel wat te genieten valt in dit dikke boek. Voor Ruslandkenners is de mooiste passage misschien wel die van het openluchtzwembad op de Mussenheuvels in Moskou waar de staatshoofden, onder wie Poetin en Boenin, zich hartje winter in het ijskoude water laten zakken. Voor de liefhebbers is dit Rusland op z'n best: vanuit een wak als een ware walrus op de imposante stad uitkijken.