cover boek

Karel Berkhoff
Motherland in Danger. Soviet Propaganda During World War II
Harvard University Press
Cambridge, Londen 2012
407 blz.
ISBN 978-0-674-04924-6
€34,99

Feiten en fictie in de Tweede Wereldoorlog

Jan Limbeek

De gemiddelde westerling die iets van de Sovjet-Unie gedurende de Tweede Wereldoorlog afweet, denkt dat verlichting van Stalins beleid een kenmerkend verschil vormt met de periode vóór en na WO II. De Nederlandse Ruslanddeskundige Karel Berkhoff, wetenschappelijk medewerker van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), laat in zijn gedegen studie Motherland in Danger. Soviet Propaganda During World War II zien dat dit beeld onjuist is. De sovjetpropaganda heeft het beeld van de oorlog bepaald, zowel in als buiten de Sovjet-Unie.

Na 22 juni 1941 waren er nog steeds tienduizenden arrestaties van - al dan niet vermeende - 'verraders' en kleinere hongersnoden. Gedurende de Tweede Wereldoorlog stierven anderhalf miljoen sovjetburgers van de honger (exclusief Leningraders, van wie er zo'n 1 à 1,3 miljoen van de honger omkwamen), terwijl de elite goed at. De honger trof vooral de zwaksten: vluchtelingen, invaliden. Verdachte volken werden gedeporteerd. De arbeidsplicht werd algemeen: iedereen, ook kinderen, kon overal te werk gesteld worden en de sancties op bijvoorbeeld te laat komen waren rigide. De Sovjet-Unie werd omgetoverd in wat Berkhoff noemt ´een groot kamp van dwangarbeiders´. De censuur werd strenger, waardoor in de media over bovenstaande en andere misstanden nauwelijks iets vermeld werd.

Iets uitgebreider was de berichtgeving over de kerk. De samenwerking met de kerk stelde echter weinig voor en was meer bedoeld om de westelijke geallieerden te beïnvloeden alsmede de sovjetbevolking in de bezette gebieden. Zij kregen er wel veel over te horen. Dat de Sovjet-Unie de kerk niet echt inschakelde noemt Berkhoff een gemiste kans (blz.221).

De doelen van Stalins censuur waren mobilisatie van zijn onderdanen voor arbeid of het leger en totale controle op informatievoorziening. Haat zaaien en het verheerlijken van de dood boven de schande van gevangenschap waren belangrijke kenmerken van de sovjetpropaganda.

Sommige trekken van de sovjetpropaganda waren zo succesvol dat ze vandaag de dag nog vast verankerd liggen in het collectieve geheugen. Zoals de mythe dat de Sovjet-Unie bijna zonder hulp nazi-Duitsland heeft verslagen. In werkelijkheid gaven de Britten en Amerikanen al direct substantiële hulp, die zo noodzakelijk was dat de Sovjet-Unie volgens maarschalk Georgi Zjoekov anders nooit nazi Duitsland had kunnen verslaan (blz. 254). En de militaire acties van de westerse geallieerden waren veel betekenisvoller dan de sovjet-media lieten blijken.

Aan de andere kant heeft ieder volk de neiging de eigen militaire gebeurtenissen belangrijker te vinden. Als we de omvang van de militaire operaties aan het Oostfront - hoeveelheid militairen, materieel, slachtoffers - vergelijken met de westelijke fronten, dan wordt de Russische overschatting van de eigen rol in de oorlog een stuk begrijpelijker.

Het is jammer dat er in Motherland in Danger geen afbeeldingen staan. Ook in een wetenschappelijk werk ­- het boek telt 117 bladzijden noten - kunnen illustraties het leesvoer makkelijker verteerbaar maken, zeker bij dit onderwerp. Het ontbreken van afbeeldingen in het boek komt ook omdat de auteur zich niet zozeer richt op posters en ander visueel materiaal, maar vooral op kranten, boeken en radio-uitzendingen. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog kon 80 procent van de bevolking lezen en schrijven.

poster van Zoja

'Dood het fascistische monster', propagandaposter geïnspireerd op een foto van de opgehangen Oekraïense verzetsstrijder Zoja Kosmodemjanskaja.

Als Berkhoff verhaalt van de eerste vrouwelijke held van de Sovjet-Unie, Zoja Kosmodemjanskaja, en vertelt dat een foto van haar dode en mishandelde lichaam diende ter inspiratie van een oorlogsposter, dan had een afbeelding van die poster niet misstaan.

De enige afbeelding van het boek is te vinden op de cover, waar piloot Gastello zijn neerstortende vliegtuig dirigeert naar een verzameling tanks en tankwagens en zo de heldendood sterft voor het moederland (rodina) in plaats van zijn parachute te gebruiken. Ondanks schaarste aan bewijs lijkt het waarschijnlijk dat deze verhalen de sovjetbevolking inspireerden, hoewel die vermoedde dat ze geheel of gedeeltelijk onwaar waren.

Indien dergelijke heroïsche verhalen zelfs maar een beetje twijfel konden zaaien aan de kracht van het Rode Leger of de stemming in het land, dan konden ze niet worden gebruikt. Bijvoorbeeld het verhaal van Aleksej Maresijev. Zijn vliegtuig werd neergeschoten, waarna hij achttien dagen lang kroop om de eigen linies weer te bereiken. Zijn benen moesten worden geamputeerd, maar hij hervatte toch het vliegen en haalde daarna weer Duitse toestellen neer. Stalin, die vaak zelf voor censor speelde, verbood de Pravda om dit verhaal over te nemen van de legerkrant Krasnaja  Zvezda omdat Goebbels het verhaal zou kunnen gebruiken om te illustreren dat het Rode Leger uitgeput was.

Hoe ver de achterdocht ging blijkt ook uit een wanhoopsschreeuw van een Duitse soldaat in Stalingrad, die een geweer voor een muts wilde ruilen. Ook dit kwam niet door de censuur omdat de indruk zou kunnen ontstaan dat de Wehrmacht wapens in overvloed had.

Verhalen over oorlogsinvaliden die weer gingen bijdragen aan het arbeidsproces, eventueel na herscholing, waren wel welkom. Berkhoff denkt dat dit werd ingegeven door arbeidsschaarste en de noodzaak te bezuinigen.

Het is moeilijk te bepalen wat de invloed van propaganda was op de stemming in de Sovjet-Unie. Een nadeel van de eis om geen negatief nieuws te verstrekken met betrekking tot militaire zaken was dat weinigen de frontrapporten nog geloofden (blz.37). Triest was dat de bevolking de enorme nazi-misdaden tegen joden en de slavische 'Untermenschen' aanvankelijk ook met een korreltje zout genomen zal hebben, terwijl deze berichtgeving in het algemeen niet overdreven was.

De propaganda als geheel was niet altijd positief. Er waren, net als in de jaren dertig, altijd verraders. Nadat Charkov gevallen was eind juli 1942, herinnerde Stalin de volgende dag zijn soldaten aan het bestaan van 'defensieve detachementen' die paniekzaaiers en lafaards mochten neerschieten. Berkhoff concludeert dat het voor discussie vatbaar is of dit bevel veel invloed had, want het bevel werd verzwegen in de media, maar iedereen wist dat dit soort dingen gebeurde. Het is goed mogelijk dat de stemming in het land er niet beter door werd.

Gelukkig begon een paar maanden later de succesvolle Slag om Stalingrad. Niets is beter voor 's lands psyche dan militaire overwinningen. Bovendien sijpelden de aard en dee omvang van de nazi-misdaden langzamerhand door, waardoor het nazi-regime niet meer kon dienen als alternatief voor het stalinisme. Deze twee factoren - militaire successen en het beestachtige optreden van de nazi's - zouden best belangrijker geweest kunnen zijn voor het sovjetregime dan alle propaganda.

Bewijzen van de talloze Duitse oorlogsmisdaden - massamoord, verkrachtingen, plunderingen, kunstmatige hongersnoden - werden systematisch verzameld en geregeld naar buiten gebracht om haat en wraak te stimuleren. Stalin dacht namelijk dat patriottisme, loyaliteit en discipline niet voldoende waren om de Duitsers voluit te bestrijden.

Opmerkelijk is, hoewel ideologisch goed verklaarbaar, dat de haat het Duitse volk niet aangewreven werd, zeker niet in het begin van de oorlog. Het waren de Duitse fascisten, beesten, agressors en dergelijke die gehaat en meedogenloos vernietigd dienden te worden. Toen de oorlog voorbij was, verdween ook de haat zaaiende taal tegen de ´oorlogszuchtige´ Duitsers. Algemene haat tegen Duitsers was niet meer wenselijk.

Naast de overdreven, bijna karikaturale berichtgeving was een beperkende invloed van de propaganda de slechte verkrijgbaarheid van kranten en de schaarste van radio-uitzendingen, die bovendien van slechte geluidskwaliteit waren. De veel geciteerde eerste speech van Stalin van 1 juli 1941 vond plaats om zes uur 's ochtends en werd niet herhaald. Stalin sprak trouwens zo min mogelijk in het openbaar, minder dan tien keer in de hele oorlog waarvan slechts twee keer tegen de gehele bevolking. Op elke speech van Stalin volgden beloften van gewone arbeiders in de media om nog beter te werken en dergelijke. Mooie observatie van Berkhoff: 'De volgorde van daden en het prijzen ervan werd omgedraaid.' (blz. 84).

De sovjetmedia berichtten openhartig maar spaarzaam over de Holocaust. Hoewel er geen speciale aandacht aan de moord op de joden werd gegeven, werd het evenmin verzwegen, zoals westerse specialisten nog wel eens denken. De spaarzame aandacht voor de Holocaust werd inderdaad ingegeven door antisemitisme bij zowel Stalin, de partijtop als de gewone bevolking. Terecht benadrukt Berkhoff dat de schaarse aandacht voor de Holocaust helaas eveneens te zien was in Europa en de VS, om dezelfde redenen. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde dit natuurlijk in het Westen.

Ten aanzien van de halfslachtige berichtgeving in de sovjetmedia geldt dat veel sovjetburgers zich realiseerden dat belangrijke onderwerpen geheel of gedeeltelijk werden 'bedekt'. Ze lazen en luisterden tussen de regels (blz. 161). Dit geldt ook voor de Holocaust. Er was genoeg informatie beschikbaar om de aard en omvang van de Holocaust te verduidelijken als burgers die informatie wilden horen of lezen.

Opvallend is dat sovjetpropaganda zich al in de jaren ´30 richtte op volkshelden en patriottisme. Het buitenland werd in de media steeds onbelangrijker. In WO II bleef dit zo. Andere trekken van de sovjetpropaganda waren evenmin bijzonder omdat ze ook in Europa en de Verenigde Staten zichtbaar waren, zoals gekleurde berichtgeving van het front en walging tegenover degenen (met name vrouwen) die met de Duitses samenwerkten.

Unieke trekken van de sovjetpropaganda waren de extreme mate van censuur en de nadruk op de dood als enige schandevrije toestand van met bezetting of nederlagen bedreigde burgers en militairen. De achtergrond hiervan was dat Stalin argwanend stond tegenover iedereen die tijdelijk niet onder zijn controle stond. Het lijkt onwaarschijnlijk, schrijft Berkhoff, dat de plicht van burgers om hun leven op te offeren algemeen geaccepteerd werd. Het is niet mogelijk met zekerheid te bepalen hoe gewone sovjetburgers reageerden op onverzoenlijke propaganda-uitingen.

Motherland in Danger is de enige onafhankelijke studie die met behulp van vele Russische en andere bronnen de sovjetpropaganda in vooral het nooit bezette deel van de Sovjet-Unie bespreekt, dat Berkhoff 'Hinterland' of tyl noemt. De informatie uit dit boek is even ontluisterend als verhelderend voor al degenen met vastgeroeste opvattingen over het binnenlandse beleid van de Sovjet-Unie in de Tweede Wereldoorlog.