Natalija Lebina
Entsiklopedija banalnostej. Sovetskaja povsednevnost: kontoery, simvoly, znaki
Uitgeverij Dmitri Boelanin
Sint Petersburg 2006
442 blz.
ISBN 5-86007-470-0
руб 304

Politburo in streepjespyjama

René Does

De Sovjet-Unie was zonder meer een totalitair land. Deze constatering wordt bevestigd in de Encyclopedie van de banaliteiten van de Petersburgse historica Natalija Lebina. Het dagelijks leven van de sovjetburgers, het thema van Lebina's boek, werd op alle terreinen beïnvloed en beheerst door de communistische ideologie, die het denken en handelen van de machthebbers, de ambtenarij en een flink deel van de bevolking bepaalde.

Lebina's boek is een encyclopedie met 344 lemma's die van 'a' naar 'ja', de laatste letter van het Russische alfabet in de vorm van onze omgekeerde hoofdletter R, lopen. De 344 onderwerpen worden in 365 bladzijden tekst afgewerkt en variëren in lengte van een alinea tot enkele bladzijden. De ondertitel van de encyclopedie luidt 'Het alledaagse sovjetleven: contouren, symbolen en tekens.'

Lebina stelt zich met haar boek ten doel 'een wegwijzer' te geven over het dagelijks leven in de sovjettijd. 'Het herinnert aan en verklaart de kern van de belangrijkste zaken en verschijnselen uit het nabije verleden, en daarbij niet die uit de grote politiek, maar uit het gewone dagelijkse leven.' De 'banaliteiten' uit de titel moet men lezen als 'alledaagsheden'.

Lebina stelt in de inleiding dat het dagelijks leven in de sovjettijd een onderbelicht onderwerp is in de geschiedschrijving over de Sovjet-Unie. Bestudering van het dagelijks leven wordt in de geschiedwetenschap de laatste tijd echter een steeds belangrijker onderwerp en een vaker gekozen invalshoek.

Onder invloed van deze 'veralledaagsing' (opovsednevnivanije) is Lebina op het idee gekomen van haar encyclopedie. Zij is in haar doelstelling erg goed geslaagd. Het boek is helder en puntig geschreven en gaf mij niet alleen meer feitenkennis over het sovjettijdperk, maar ook meer inzicht in en gevoel voor de samenleving waarin de sovjetburgers moesten leven.

Behalve een prettig leesboek is de Encyclopedie van banaliteiten ook een nuttig naslagwerk voor in de eigen Russische bibliotheek. Wie het Russisch machtig is, raad ik aan een speurtocht naar het boek te beginnen.

Lebina onderscheidt zeven 'groepen' van onderwerpen in haar 344 lemma's: dagelijkse dingen en spullen met een symbolische inhoud, maatschappelijke instituten en organisaties voor het dagelijks leven, sociale lagen van de bevolking, verschijnselen uit het dagelijkse sovjetleven, alledaagse documenten, ingrijpende gebeurtenissen in het dagelijks leven en concrete verschijningsvormen waarin het dagelijkse sovjetleven zich manifesteerde.

Lebina veegt deze categorieën bij elkaar onder het verzamelbegrip 'sovjetismes' (sovetizmy). Zo is ze tot 344 lemma's gekomen. Ze had vermoedelijk net zo goed 150 of 500 lemma's kunnen schrijven, maar die 344 lijken mij een evenwichtig aantal.

Lebina heeft zich tot het stedelijk leven beperkt: termen als 'kolchoz' en 'sovchoz' staan niet in de Encyclopedie. Als Petersburgse komt zij vaak met voorbeelden uit Sint Petersburg.

Lebina's bronnen bestaan uit historische werken en partij- en regeringsbesluiten, maar ook uit populaire films, liedjes, gedichten, spreekwoorden, gezegdes en volkswijsheden, cartoons, tekeningen, literaire romans en memoires uit de sovjettijd.

Een leuk voorbeeld staat in het lemma 'anti-alcoholcampagnes'. Toen in 1972 weer eens zo'n campagne werd gestart, deed onder de bevolking snel het volgende rijmpje de ronde.: 'Het was vijf en het werd acht / Toch zullen wij het drinken niet laten / Zeg maar tegen Iljitsj / dat wij tien ook zullen behappen. (De cijfers slaan op de roebelprijzen voor een fles wodka en Iljitsj is partijleider Leonid Iljitsj Brezjnev.)

Om een indruk te geven om welke lemma's het gaat in Lebina's zeven thematische groepen volgt hier een opsomming van wat onderwerpen: abortus, boodschappennetje (avoska), avtomobil, barak, vlooienmarkt (baracholka), zwerfkinderen (besprizorniki), baarden, bikini, brjoeki, alcoholmonopolie, hygiëne, homoseksualiteit, datsja, geldhervormingen, anti-jazzcampagne, jeans, fabriekskeukens, bierbar (pivnaja), slaapbank, kwaliteitskeurmerk, burgerlijke stand (ZAGS), kaartspel, Intoerist, Coca-Cola, kooltreinen, communale woning (kommoenalka), kerkelijke feestdagen, sovjetfeestdagen, parfum, binnenlands paspoort, crematoria, mini-jurk, ijsjes, drugs, loterijen, seks, de dood, klaploperij, prostitutie, woningruil, vakantie, radio, televisie, oploskoffie, reclame, samizdat, zelfmoord, sloffen, valutahandelaren, choeliganstvo (hooliganisme), champagne, naaldhakken, rugzaktoerisme, kameradenrechtbanken.

In het midden van het boek zit een katern van 60 bladzijden met daarop 113 foto's en andere afbeeldingen, die illustraties vormen bij evenveel van de 344 lemma's. Zo is er een foto waarop partijleider Brezjnev en drie andere Politburo-leden in het begin van de jaren zeventig op het terras van een buitenhuis zitten. Zij zijn alle vier gekleed in een streepjespyjama!

'Pyjama' is ook een lemma. Lebina vertelt dat voor de revolutie pyjama's alleen gedragen werden door de stedelijke burgerij. Onder de bestuurselite in de Stalin-tijd kwamen pyjama's weer in de mode. Thuis in pyjama lopen werd vervolgens als een goede hygiënische gewoonte gepropageerd.

Tijdens de destalinisatie onder Chroesjtsjov werd een pyjama dragen afgeraden, maar onder Brezjnev keerde de populariteit van de pyjama weer terug. In de jaren na Brezjnev werd pizjamnik (pyjamadrager) echter een ironische benaming voor mensen die de mode niet zo volgden.

Uit Lebina's encyclopedie zijn drie hoofdpatronen in het dagelijkse sovjetleven te onderscheiden. Allereerst valt de grote rol die de communistische ideologie speelde op. Deze mag niet onderschat worden. Alles werd langs de ideologische meetlat gelegd. Zo bemoeide de sovjetoverheid zich ook met de vraag welke liedjes en dansen ideologisch de juiste waren. Het dansen van de foxtrot en de tango werd afgeraden. Lebina's boek is bijzonder illustratief over de manier waarop getracht werd de homo soveticus te vormen.

Een tweede patroon, dat uit het eerste volgt, is het collectivisme. Alle aspecten van het leven - wonen, werken, ontspanning, vakantievieren en soms zelfs seks - werden in collectivistische vormen geperst. Individualisme was uit den boze. Je voelt bijna letterlijk een fysieke benauwdheid als je leest hoe na de revolutie particuliere woningen van de burgerij werden genationaliseerd en de bewoners ervan gedwongen werden arbeidersgezinnen in kamers van hun huizen op te nemen, zodat die veranderden in communale woningen.

Het derde patroon is de constatering dat de sovjeteconomie altijd een tekorteneconomie is geweest en dat het dagelijks leven van de sovjetburgers in sterke mate een strijd tegen tekorten in goederen en diensten was. Het communistische regime heeft de beloofde gouden bergen nooit kunnen waarmaken. Zo is er in het boek het lemma chvost (staart). In de volksmond werden de permanente rijen voor het verkrijgen van goederen en diensten 'staarten' genoemd en niet 'rijen' (het Russische woord voor 'rij' is otsjered).

Daarnaast valt uit Lebina's boek een periodisering in de ideologische geestdrift op te maken. Haar boek behandelt voor een groot deel de vooroorlogse periode van het sovjettijdperk. Na het revolutionaire vuur uit de eerste communistische jaren volgde in de tweede helft van de jaren twintig een periode van normalisering tijdens de Nieuwe Economische Politiek. Onder Stalin werden nationalistische en burgerlijke denkbeelden met de communistische ideologie gemengd.

Chroesjtsjov wilde vervolgens weer terugkeren naar zuiver communistische ideeën, maar dit maakte een ouderwetse en soms zelfs lachwekkende indruk. Onder Brezjnev en zijn opvolgers doofde het ideologische vuur langzaam uit en verdween de fut uit het communistische experiment.