Roemenië in diepe crisis

Vlad Nicolae

Roemenië werd vorig jaar hard getroffen door de economische crisis. Het bruto nationaal product kromp met 8 procent. Het werkloosheidscijfer verdubbelde. Een lening van 19 miljard euro van het IMF moest uitkomst bieden voor de overheidsfinanciën en ervoor zorgen dat de overheid haar verplichtingen na kon komen. Het einde is nog niet in zicht. Volgens de van oudsher fatalistische Roemenen is zelfs het lichtje aan het einde van de tunnel door de bezuinigingsmaatregelen even uitgezet.

Met het oog op de presidentsverkiezingen durfde in 2009 niemand impopulaire maatregelen te nemen en bleef het dat jaar bij 'pappen en nathouden'. In 2010 logen de maatregelen er niet om die de regering van Emil Boc (Liberaal Democratische Partij) zich gedwongen zag te nemen. De lonen in de publieke sector werden met 25 procent gekort, terwijl de BTW van 19 naar 24 procent verhoogd werd. Plannen om ook de pensioenen met 15 procent omlaag te brengen werden door het Constitutionele Hof afgewezen.

Door het nemen van deze maatregelen hoopt de regering onder het begrotingstekort van 7 procent te blijven zoals dat met het IMF is afgesproken. 'Zou u liever gehad hebben dat we verder waren gegaan met liegen?' vroeg de premier aan het parlement begin juni. Volgens hem hadden de politici die het land de afgelopen 20 jaar regeerden schuld aan deze situatie. Het waren twee decennia van half doorgevoerde hervormingen en electorale cadeautjes zonder dekking.

Na bijna een decennium van economische groei komt de crisis op een uiterst vervelend moment. Langzaam maar zeker waren de Roemenen de afgelopen jaren eindelijk gaan geloven in de eigen krachten en het potentieel van het land.

Nu de kwetsbaarheid van de economie op pijnlijke wijze duidelijk is geworden, blijft van dit zelfvertrouwen weinig over. Studies laten zien dat het pessimisme onder de Roemeense bevolking de afgelopen 20 jaar nog nooit zo groot is geweest als op dit moment. De weinig realistische verwachtingen van de bevolking, gevoed door de beloftes van de politieke klasse, hebben hieraan bijgedragen.

Eigenlijk heeft het land een paar jaar boven zijn stand geleefd. Er werd de afgelopen jaren flink geconsumeerd. De banken waren graag bereid iedereen van geld te voorzien. Roemenië was kort daarvoor lid geworden van de Europese Unie en alles zou snel beter worden. Pensioenen en lonen (vooral in de publieke sector) werden verhoogd. Niet meer dan normaal vanuit menselijk oogpunt, maar economisch gezien volstrekt onhoudbaar.

Toen door de financiële crisis het buitenlandse kapitaal het land niet meer instroomde begonnen de problemen. De vastgoedballon waar de economie op dreef, werd leeg geprikt. De consumptiezucht kwam tot stilstand. Gewone burgers hadden steeds meer moeite hun schulden aan de banken af lossen.

De harde maatregelen van de regering kunnen voorlopig op steun van het IMF rekenen. De binnenlandse kritiek neemt echter alleen maar toe. De regering wordt verweten geen stimulerende maatregelen voor de economie te nemen, maar slechts te willen snijden in de publieke uitgaven en door toenemende belastingdruk de consumptie van de bevolking verder af te zwakken. Volgens de verwachtingen van het IMF zal de Roemeense economie ook in 2010 krimpen, met bijna 2 procent.

Het hysterische discours in de media en de abominabele manier waarop de regering over de crisis en de genomen maatregelen gecommuniceerd heeft, hebben tot een nationale wanhoopsepidemie geleid. De twee belangrijkste private nieuwszenders, in handen van zeer controversiële tegenstanders van president Basescu en de huidige regering, onderhouden al maanden een sfeer van massahysterie die de economie verder de grond in duwt.

Er is altijd wel wat aan de hand: verkeersongelukken, hevige overstromingen, buitengewoon heftige regenbuien of juist periodes van hitte, maffiagroepen die de straten onveilig maken of misstanden in de zorg. De boodschap wordt dagelijks verkondigd: alles wat deze corrupte en incompetente regering doet, verergert de crisis en brengt het land alleen maar dichter bij de afgrond.

Toegegeven, helaas is ook deze regering niet vies van vriendjespolitiek. Sommige ministers hebben zich voornamelijk door een gebrek aan professionaliteit onderscheiden. Daarnaast zit het bepaald niet mee door de grote overstromingen, gevolgd door een maand van grote hitte. Dit heeft de landbouwsector geen goed gedaan.

Terwijl het einde van de crisis nog lang niet in zicht is, zo liet president Traian Basescu doorschemeren, kampen de Roemenen met een aantal lastige uitdagingen. Het sociale stelsel lijkt onhoudbaar geworden. Het pensioenenstelsel is een tikkende tijdbom. Minstens 200.000 werknemers uit de publieke sector zouden ontslagen moeten worden om het systeem weer gezond te krijgen.

Daarnaast is de solidariteit tussen bevolkingsgroepen ver te zoeken en valt vooral de kloof op tussen de mensen die de overheid niet nodig hebben en er alles aan doen om zo weinig mogelijk belasting te betalen en de mensen die nog steeds verwachten dat de staat voor ze blijft zorgen.

Een open maatschappelijke discussie over hoe het verder moet, blijft helaas uit. Door de politisering van de heikele onderwerpen, ontbreekt het draagvlak voor de noodzakelijke ingrepen. De vakbonden dreigen met straatprotesten en de oppositie bereidt een motie van wantrouwen voor tegen de regering. Die wil binnenkort met het IMF praten over een nieuwe lening. Het belooft een hete herfst te worden in Roemenië.