Nederland beëindigt militaire inzet Bosnië-Herzegovina

Srebrenica werpt blijvende schaduw over missies

Erik Nijsten

Eind september ontvingen zestig Nederlandse militairen op Camp Butmir in Sarajevo de EUFOR-medaille. Hoewel nog een aantal militairen als waarnemer in Bosnië-Herzegovina actief blijft, kwam er met deze korte ceremonie een einde aan twintig jaar Nederlandse militaire inzet in Bosnië-Herzegovina. Een terugblik.

De eerste Nederlandse militairen die naar Bosnië-Herzegovina werden uitgezonden maakten deel uit van de United Nations Protection Force (Unprofor). In Kroatië waren in 1991 gevechten uitgebroken tussen het Kroatische en het Joegoslavische leger. Na ruim een jaar van bloedige gevechten, besloten de Verenigde Naties (VN) om de internationale troepenmacht Unprofor te sturen. De missie was duidelijk: verdere escalatie van de oorlog voorkomen en humanitaire hulpverlening mogelijk maken.

Taken
Als in 1992 de eerste gevechten in Bosnië-Herzegovina uitbreken, besluit de VN het mandaat van Unprofor uit te breiden naar Bosnië-Herzegovina. Nederland leverde tussen maart 1992 en december 1995 in totaal 9.753 militairen aan Unprofor in Bosnië-Herzegovina, waaronder Srebrenica. Zeven Nederlandse militairen kwamen in deze periode om het leven.

bladzijden uit het handboek 'unprofor'

Militaire voorschriften voor Unprofor

Nadat in december 1995 met de ondertekening van het Verdrag van Dayton de vrede in Bosnië-Herzegovina terugkeerde, liep ook de missie van Unprofor af. Een van de onderdelen van het vredesverdrag was de stationering van een multinationale vredesmacht. Allereerst ging het om een Implementation Force (IFOR). Dit was een militaire NAVO-implementatiemacht die tot doel had de afgedwongen vrede te bewaren en het hele land te stabiliseren.

In december 1996 liep het mandaat van IFOR af en werd het opgevolgd door de veel kleinere missie, Stabilisation Force (SFOR). De taken van SFOR verschilden niet wezenlijk van die van IFOR. De missie van SFOR zou uiteindelijk tot december 2004 duren. Nederland leverde in totaal maar liefs 27.734 militairen aan de missies IFOR en SFOR. Hierbij kwamen acht Nederlanders om het leven.

Met het aflopen van de SFOR-missie in december 2004 kwam er echter geen einde aan de aanwezigheid van Nederlandse militairen in Bosnië-Herzegovina. De missie van de NAVO werd in die maand overgenomen door een vredesmissie van de Europese Unie, de European Union Force (EUFOR). In eerste instantie werden er ongeveer 6.000 militairen gestationeerd, maar na succesvolle eerste vrije verkiezingen in Bosnië-Herzegovina werd dit aantal in 2007 teruggebracht naar 2.500 militairen. In de jaren die volgden werd de omvang van de EUFOR-troepen verder teruggebracht. Ook de Nederlandse bijdrage werd kleiner. In 2011 waren er nog maar 75 militairen in het land actief.

De taken van de Nederlanders in EUFOR zijn in de loop der jaren uiteraard veranderd. Ze verschoven van het toezien op de handhaving van de vrede naar het vergaren van informatie over de veiligheidssituatie in Bosnië-Herzegovina. Als onderdeel van de Liaison and Observation Teams (LOT) moesten de Nederlanders informatie verzamelen over eventuele spanningen in het gebied.

Daarnaast waren er Nederlanders actief in het opsporen van verdachten van oorlogsmisdaden. Nadat de laatste voortvluchtige in juli 2011 werd opgepakt, kwam ook aan deze missie een einde. In totaal leverde Nederland 2.857 militairen aan de verschillende missies van EUFOR.

Nederland leverde ook manschappen aan een aantal andere internationale missies. Zo waren er Nederlanders actief in onder andere de European Community Monitor Mission, de Rapid Reaction Force, de Task Force Mostar, de United Nations Mission in Bosnië-Herzegovina en de European Union Police Mission (EUPM).

Bij al deze missies kwam één Nederlandse militair om het leven. Hoewel aan de Nederlandse militaire aanwezigheid afgelopen november dus een einde kwam, blijven nog een zestal Nederlanders in Bosnië-Herzegovina actief binnen de EUPM. Op het einde van dit jaar loopt ook dit mandaat af.

Handboek voormalig Joegoslavië

Met dit handboek werd Nederlandse militairen wegwijs gemaakt in het gebied van het vroegere Joegoslavië.

Srebrenica
Valt er iets te zeggen over het succes of de zin van de Nederlandse bijdrage aan de verschillende missies? Deze vraag is natuurlijk heel lastig te beantwoorden. De verschillende missies vanaf het moment dat de vrede in Bosnië-Herzegovina was teruggekeerd, hebben hun doelen grotendeels bereikt. Nieuw geweld is immers uitgebleven. Daarnaast zijn de verschillende verkiezingen zonder noemenswaardige incidenten verlopen en de gezochte oorlogsmisdadigers opgepakt.

Maar in hoeverre is dit daadwerkelijk aan de missies van de VN toe te schrijven? Wie de uitzending 'Nut en noodzaak van een politiemissie in Bosnië' van het televisieprogramma Andere Tijden bekijkt, zal zeker vraagtekens bij de missies zetten. De documentaire laat de problemen zien waarmee de Nederlandse marechaussees kampten in het naoorlogse Bosnië-Herzegovina.

Ondanks de bovengenoemde successen van de verschillende missies na de oorlog blijft de val van Srebrenica als een zwarte sluier over de Nederlandse militaire aanwezigheid hangen. In juli 1995 werd deze door de Nederlandse blauwhelmen beschermde safe area in een paar dagen tijd onder de voet gelopen door het Bosnisch-Servische leger onder leiding van generaal Ratko Mladic. Vrouwen en kinderen werden in bussen afgevoerd, de mannen en jongens gedood. In totaal zijn er naar schatting 8.000 moslimmannen en -jongens in een paar dagen vermoord.

De beelden van de Nederlandse VN-soldaten die machteloos toekeken en vrouwen en kinderen in de bussen hielpen, van het klungelige overleg tussen overste Thom Karremans en generaal Mladic en van de Nederlandse blauwhelmen die hun veilig heenkomen vierden met een blik bier en een polonaise in Zagreb, heeft Nederland niet alleen veel kritiek opgeleverd. De Nederlandse staat is ook aangeklaagd wegens verantwoordelijkheid voor de dood van de Bosnische moslims.

Afgelopen zomer nog werd de Nederlandse staat schuldig bevonden aan de dood van drie moslimmannen uit Srebrenica in 1995. Twee overlevenden van het drama, de voormalige elektricien van Dutchbat Ruzo Mustafic en voormalig Dutchbat-tolk Hasan Nuhanovic, spanden met succes een zaak aan tegen de Nederlandse staat.

Nederlandse VN-soldaten hadden drie familieleden van hen weggestuurd van de Nederlandse basis in Srebrenica. Ze vielen rechtstreeks in handen van de troepen van Mladic. Alle drie de familieleden werden vermoord. Het gerechtshof in Den Haag bepaalde afgelopen juli, in tegenstelling tot een eerder vonnis uit 2008, dat de Nederlandse staat hieraan schuldig is.

Het laatste woord over de Nederlandse militaire aanwezigheid in Bosnië-Herzegovina is nog niet gezegd. Tijdens de ceremonie in Camp Butmir vatte generaal-majoor Tom Middendorp, directeur Operaties van de Defensiestaf, de tijd van de uitzendingen wellicht het beste samen. Hij sprak van 'een periode waarin ruim 40.000 militairen zijn ingezet en helaas 16 militairen om het leven kwamen'. En: 'Een periode waarin successen zijn geboekt, maar met de val van Srebrenica ook een zwarte bladzijde werd opgetekend voor de internationale gemeenschap in het algemeen en voor Bosnië en Nederland in het bijzonder. Met de terugtrekking van de Nederlandse militaire aanwezigheid in Bosnië-Herzegovina wordt een boek gesloten, maar niet vergeten.'