Nationalisme terug in Macedonië

Pieter van der Wilt

Toen de huidige regering van Macedonië vier jaar geleden aantrad was er volop hoop. De coalitie onder de jonge premier Nikola Gruevski bood nieuw elan en de inwoners richtten hun blik op de toekomst. Dankzij de hervormingsplannen en het lonkende lidmaatschap van NAVO en EU was de sfeer in het land sinds de onafhankelijkheid in 1991 niet meer zo optimistisch geweest. Het leek erop dat Macedonië niet langer in etnische verschillen wilde denken, maar echt aan de slag wilde met het verbeteren van de economie. Voor de coalitie zit de rit er inmiddels bijna op; in het voorjaar van 2011 zullen nieuwe verkiezingen worden gehouden. Dit geeft aanleiding voor een terugblik.

verkeersbord met luchthaven

In 2006 is het vliegveld bij Skopje vernoemd naar Alexander de Grote.

deel Skopje-2014

Overzicht van de nieuwe bouwwerken aan weerszijden van de rivier. Op de achtergrond fort Kale.

fort Kale

Eén van de gerestaureerde torens van Kale met daarop één van de talloze Macedonische vlaggen die het land rijk is.

kerk/herdenkingscentrum van moeder Theresa

Moeder Theresa heeft tegenwoordig haar eigen kerk annex herdenkingscentrum.

VMRO-museum

Eén van de belangrijkste gebouwen wordt het museum over de VMRO.

De huidige coalitie bestaat uit de Macedonische Interne Macedonische Revolutionaire Organisatie-Democratische Partij voor Macedonische Nationale Eenheid (VMRO-DPMNE) en de Albanese Democratische Unie voor Integratie (BDI). In overeenstemming met het Badinter-principe wordt in Macedonië de coalitie altijd gevormd door Macedonische en Albanese partijen. Dit houdt in dat beslissingen over zaken die etnische groepen in het land raken, altijd moeten worden gesteund door een meerderheid van alle etnische groepen.

De VMRO-DPMNE staat sinds de onafhankelijkheid bekend om haar nationalistische retoriek, maar leek de laatste jaren naar het midden te schuiven met gematigder anti-Albanese standpunten. Verschillende splintergroeperingen, ontevreden met de gematigder koers, zijn de afgelopen jaren uit de partij gestapt en verkondigen een onversneden nationalistisch geluid ter rechterzijde van de partij. De Albanese BDI wordt geleid door Ali Ahmeti, de grote winnaar van het etnische conflict tussen Macedoniërs en Albanezen in 2001, dat werd opgelost in het Verdrag van Ohrid.

Begon de coalitie in 2006 nog energiek aan het uitvoeren van de hervormingsagenda, op dit moment hebben de partijen hun oude nationalistische loopgraven weer betrokken. Het effect van de hervormingen wordt grotendeels teniet gedaan door een politiek langs etnische scheidslijnen. Iedere hervormingsgezinde coalitie krijgt vroeg of laat te maken met tegenwind. Deze kwam in Macedonië toen duidelijk werd dat toetreding tot de EU veel later zal komen dan aanvankelijk werd gedacht.

Vooral het zich voortslepende conflict met Griekenland over de naamskwestie zet een rem op het proces van toetreding. Als gevolg hiervan verdween de interesse van de bevolking in de politiek en daarmee ook het vertrouwen. Dit verklaart waarom de VMRO-DPMNE is teruggevallen in een nationalistischer politiek en sterk de nadruk legt op etniciteit en het Macedonische karakter van het land. Hiermee speelt ze in op sentiment aan Macedonische zijde, waarbij de Albanezen er bekaaid vanaf komen. Het is echter te gemakkelijk om de schuld van deze politieke draai bij één partij te leggen.

Van grote invloed is de positie van Griekenland ten opzichte van Macedonië. Voor Griekenland is het ontoelaatbaar dat er behalve hun noordelijke provincie Macedonië ook een onafhankelijke staat met dezelfde naam bestaat. Ten diepste ontkent Griekenland het bestaan van de Macedonische natie. Griekenland ziet Macedonië als een staat van een niet-bestaand volk.

Het beleid van de Macedonische coalitie is dan ook vooral gericht op de bekrachtiging van de eigen nationale identiteit ten opzichte van Griekenland en niet zozeer op het benadrukken van de superioriteit van de Macedoniërs ten opzichte van de Albanezen. De coalitie wil Macedonië plaatsen ten opzichte van Griekenland om zijn bestaan als staat te legitimeren. Hierbij hebben ook Albanese partijen een zeker belang, want het gaf de coalitie de mogelijkheid een aantal maatregelen door te voeren.

Reizend door Macedonië valt het onmiddellijk op: in het hele land wappert een overvloed aan vlaggen. Vooral in Skopje siert de Macedonische vlag talloze gebouwen, dankzij recente wetgeving die als doel heeft het Macedonische karakter van het land te benadrukken. Hiervan getuigt ook het enorme bouwproject "Skopje 2014" in het centrum van Skopje. (Zie YouTube)

Aan weerszijden van de Vardar, de rivier die de oude, door Albanezen bewoonde, stad scheidt van de nieuwe stad, verrijzen pontificaal tientallen bouwwerken, standbeelden en een aantal bruggen in barokke en classicistische stijl. Meer dan gewone stadsvernieuwing en de herbouw van een aantal gebouwen die bij de aardbeving in 1963 zijn verwoest, weerspiegelt het Skopje 2014-nieuwbouwproject het verleden van het land: de historische claims van de Macedonische natie en de Macedonische identiteit worden erin benadrukt.

Dat hierbij kunstmatig een nationale Macedonische geschiedenis wordt geconstrueerd blijkt ook dat de talloze nieuwe standbeelden van oude helden, onder wie de belangrijkste van allemaal: Alexander de Grote. Hoewel heerser van Macedonië, is er geen enkel historisch verband tussen hem en de huidige Macedoniërs. Bovendien is het opvallend dat er geen enkel gebouw of standbeeld refereert aan de Albanese minderheid van 20 tot 25 procent van de bevolking.

standbeelden van Goce Delcev en Dame Gruev

De ruiterbeelden van de nationale helden Goce Delcev en Dame Gruev zijn de eerste van de vele standbeelden die deel uit gaan maken van "Skopje 2014".

In de samenleving is veel onrust ontstaan over dit bouwproject. Niet alleen omdat het de etnische verhoudingen weer op scherp zet, maar ook vanwege de hoge werkloosheid en de zwakke economie, die schril afsteken bij de overdaad van "Skopje 2014". Het hele project gaat naar schatting 200 miljoen euro kosten, terwijl aan het nut van een aantal gebouwen sterk getwijfeld wordt en de besluitvorming erover ondemocratisch verliep. Als bij donderslag aan heldere hemel werden begin dit jaar de plannen gepresenteerd, buiten medeweten van coalitiepartner BDI en het parlement om. Een week later ging de schop al de grond in. Volgens de planning moet het project in 2014 klaar zijn.

"Skopje 2014" staat niet op zichzelf; overal in het land vindt archeologisch onderzoek plaats en worden historische gebouwen opgeknapt. Dit alles met het doel de nationale geschiedenis luister bij te zetten en een prominente plaats te geven in het dagelijks leven. Macedonië ligt bezaaid met archeologische vindplaatsen van grote waarde en het is prachtig dat deze met zoveel zorg behandeld worden, maar de wijze waarop dit ingepast wordt in de eigen geschiedenis laat zien dat de overheid met een dubbele agenda werkt.

Dit zet de etnische tegenstellingen op scherp, al bleef geweld tot nu toe uit en heeft de regeringscoalitie haar termijn bijna vol kunnen maken. De relatieve rust en de samenwerking tussen Albanezen en Macedoniërs in de regering is een van de kenmerken die de Macedonische politiek en samenleving onderscheiden van de rest van voormalig Joegoslavië.

Ontwikkelingen voltrekken zich in Macedonië gewoonlijk geleidelijk en niet zo schoksgewijs als elders in voormalig Joegoslavië. Zelfs tijdens het conflict in 2001 bleef de Albanees-Macedonische coalitie functioneren, al was het onder grote druk van de internationale gemeenschap. De samenleving is echter diep verdeeld. Hoewel niet geïnteresseerd in nationalistische retoriek, leven de verschillende bevolkingsgroepen in toenemende mate langs elkaar heen. Zolang ook de economische situatie slecht blijft en de overheid haar nationale obsessies niet los kan laten, blijft Macedonië een slecht functionerend land.

De werkloosheid behoort tot de hoogste in Europa, de lonen zijn er laag en de energiekosten hoog. Slechts een klein deel van de bevolking heeft zich ontworsteld aan de armoede, maar de moeite die men zich hiervoor moet getroosten is groot. Zo trekken uit Kumanovo, de tweede stad van het land, duizenden mannen naar landen als Afghanistan om daar onder slechte omstandigheden te werken voor een loon dat ze in Macedonië niet snel zouden verdienen. Meestal keren deze nieuwe rijken na enkele jaren weer terug naar Macedonië. Zij zijn dan de klanten van de luxe winkels en grote winkelcentra die – vaak met Grieks geld – in de grotere steden zijn verschenen.

Hoewel deze groep betrekkelijk klein is, is haar impact zeker merkbaar in het kleine en dunbevolkte Macedonië, met zijn omvangrijke agrarische sector. Het Macedonische bedrijfsleven profiteert nauwelijks van deze ontwikkelingen en wordt bijkans weggeconcurreerd door Griekse bedrijven en investeerders. Zodoende is ook de sociale ongelijkheid de laatste jaren flink toegenomen.

wensbeeld Skopje-2014

Verbeelding van het project "Skopje 2014" zoals het er na voltooiing uit moet gaan zien.

De etnische tegenstellingen, de sociale ongelijkheid, de invloed van de Griekse politiek en bedrijven op binnenlandse aangelegenheden, de onbereikbare EU, de onmacht van de coalitie om echt te hervormen: ze vormen een fait accompli in het dagelijks leven. Spanningen blijven bestaan, vooroordelen worden bevestigd en de segregatie tussen Albanezen en Macedoniërs gaat door zolang vrijwel iedereen zich bij de situatie neerlegt en zich terugtrekt op het eigen etnische bastion.


Er zijn een aantal fora waarop voor- en tegenstanders van het project "Skopje 2014" hun zegje doen. Hier vindt u de belangrijkste en tevens veel foto's over de voortgang van het project.