Hongaarse premier Orbán beleeft zijn ‘finest hours’ in het Europees Parlement

László Marácz

Op woensdagmiddag 18 januari 2011 was het Europees Parlement het toneel van een opgewonden zitting. Het normaal o zo saaie parlement in Brussel stond in rep en roer en stijf van de adrenaline. Dit alles omdat de Hongaarse premier Viktor Orbán (47) toelichting kwam geven op zijn Europese programma. Maar de buitenwereld was bijna alleen geïnteresseerd in de omstreden Hongaarse mediawet. Onterecht en ondoordacht, aldus László Marácz, Hongarije-kenner en ex-hoofdredacteur van Ablak.

Hongarije is sinds 1 januari voorzitter van de Europese Unie. De anti-communist Orbán moet echter vreemd opgekeken hebben toen hij het parlement betrad, want de leden van de fractie van de extreemlinkse Groenen hadden hun mond met pleisters afgeplakt en hielden voorpagina’s van overwegend anarchistische Hongaarse kranten met daarop ‘Censored’ omhoog. Dit was blijkbaar bedoeld als ludiek protest tegen de omstreden mediawet die het Hongaarse parlement in december 2010 had aangenomen.

Links en extreemlinks in het Europees Parlement (EP) waren niet geïnteresseerd in Orbáns Europees programma, maar kwamen alleen om hun gal te spuien over de Hongaarse mediawet. Orbáns critici werden direct van repliek gediend, want een zelfverzekerde Orbán sloeg in de tweede termijn terug. Hij verweerde zich kranig tegen de soms ronduit onfatsoenlijke aantijgingen aan zijn adres, die niet van respect getuigden voor de regeringsleider van een EU-lidstaat.

Orbáns Europees programma
Het programma van het Hongaars voorzitterschap is een op-en-top Europees programma dat veel interessante aspecten bevat, zo geven ook de tegenstanders van de Hongaarse premier toe.

In zijn inleiding zette Orbán de filosofie van het Hongaars voorzitterschap uiteen. Volgens de Hongaarse premier is er een ‘sterk Europa’ nodig om de mondiale concurrentieslag aan te kunnen. De belangrijkste factor die Europa op de ogenblik zwak en kwetsbaar maakt, is de schuldenlast waaronder Europa dreigt te bezwijken. Ook benadrukte Orbán dat er geen respect is voor de notie ‘werk’. Hij moest tot zijn schaamte toegeven dat dit ook voor zijn eigen land geldt. Orbán benadrukte dat in Hongarije slechts 55 procent van de bevolking legaal werk heeft.

Orbán rekende het EP als een volleerd rentmeester die zijn economische klassiekers kent voor dat men niet meer kan uitgeven dan men verdient en dat schulden niet doorgegeven mogen worden aan volgende generaties. Vandaar dat het economische herstel en de beteugeling van de schuldenlast de hoogste prioriteit van het Hongaars voorzitterschap hebben. Volgens de Hongaarse premier staat de Europese Unie voor het moeilijkste jaar uit zijn geschiedenis. Hoewel Hongarije een arm land is, voelt Hongarije de verantwoordelijkheid om aan de economische problemen van Europa te werken.

Er werd in een eerder stadium betwijfeld of Hongarije, dat geen lid is van de eurozone, dit wel zou kunnen. Orbán wees die kritiek van de hand en benadrukte dat Hongarije één van de twee landen in Europa is die zich in 2011 aan het stabiliteitspact houdt, want dit jaar blijft het begrotingstekort in Hongarije onder de 3 procent van het bruto binnenlands product. Dit verschaft Hongarije legitimiteit om aan de oplossing van Europa’s economische problemen leiding te geven, aldus Orbán. Maar hij had nog meer Europese pijlen op zijn Hongaarse boog.

Hongarije werkt aan een netwerk van gaspijplijnen dat van zuid naar noord loopt om hiermee de energiediversificatie van Europa te versnellen. Hongarije en de andere Visegrad-landen willen niet meer alleen afhankelijk zijn van de oost-west lijnen die vanuit Rusland via Oekraïne Midden-Europa met energie bevoorraden. Orbán maakte bekend dat Hongarije en Slowakije eind januari een akkoord ondertekenen waardoor de verbinding tot stand komt die de Adriatische kust met de Oostzee verbindt. Een doorbreking van het geijkte Europese oost-west denken, aldus de Hongaarse premier.

Orbán maakte tevens duidelijk dat de Hongaarse regering de verdere uitbreiding van de Europese Unie onvermijdelijk vindt. Hongarije wil onder haar voorzitterschap de onderhandelingen met Kroatië over toetreding afronden, hoewel Orbán zich terdege bewust is dat de stemming in Europa tegen verdere uitbreiding is. De toetreding van Kroatië is vooral van belang in verband met de zogeheten Donau-strategie, een project van de Europese Commissie waar de landen die aan de Donau liggen lid van zijn en waarvan het de bedoeling is dat zij het komend decennium in Europa worden geïntegreerd.

In dit licht zegde Orbán ook toe om zich in te zetten voor de uitbreiding van de Schengen-zone voor vrij personenverkeer met Roemenië en Bulgarije. Hoewel de uitbreiding van de EU met Kroatië wel de steun heeft van de Europese Commissie, vinden Nederland, Duitsland en Frankrijk dat vanwege wijdverbreide corruptie in Bulgarije en Roemenië beide landen voorlopig niet kunnen toetreden tot de Schengen-zone. Hongarije heeft zich hierbij vooralsnog niet neergelegd en zal zich hier verder voor blijven inzetten.

Orbán sprak ook nog over de zogenoemde Roma-strategie om te komen tot een Europa-brede oplossing voor de Roma-problematiek. Orbán nodigde het EP uit om mee te denken over oplossingen en in juni op de afsluitende bijeenkomst van het Hongaars voorzitterschap een Europees document te tekenen dat uitvoering wil geven aan de oplossing van de Roma-problematiek. Anders, zo vreest de Hongaarse premier, zullen de Roma hun nomadische levenswijze weer oppakken en van Europees land tot Europees land trekken, waardoor de oplossing van het probleem telkens weer verlegd zal worden.

Mediawet
Orbáns Europees programma is een indrukwekkend pakket aan maatregelen, dat volgens Orbán Europa weer sterk moet maken. Ook hij gaf toe dat de balans van het programma aan het einde van de rit in juni zal worden opgemaakt. Voor zijn critici in het Europees Parlement rondde hij zijn eerste termijn af met het verzoek de interne Hongaarse politieke kwesties niet te mengen met zijn Europese agenda, want dat zou leiden tot een verzwakking van Europa.

Het verzoek maakte op de linkse en extreemlinkse fracties in het EP echter weinig indruk. Zij besteedden al hun spreektijd aan de Hongaarse mediawet. In zijn tweede termijn ging Orbán in op de kritiek op zijn mediawet, hoewel hem regelmatig het spreken onmogelijk werd gemaakt door vooral de wild agerende Daniel Cohn-Bendit.

Orbán bracht naar voren dat de huidige mediawet de communistische wetgeving van 1986 vervangt, die het mogelijk maakte dat hele kranten opgeheven konden worden. Hij vroeg zich af waarom de critici van de Hongaarse mediawet zich niet om deze wet druk hebben gemaakt. Hij sprak vooral de Duitsers in het parlement aan en hield hen voor dat hun mediawet geen haar democratischer is dan de Hongaarse wet. Orbán wist precies waar hij over sprak, omdat de Hongaarse mediawet een compilatie is van andere Europese mediawetten, waaronder de Duitse.

Orbán heeft al eerder aangekondigd dat hij de Hongaarse mediawet zal wijzigen als de Europese Commissie dat wil, maar dat hij dan ook verwacht dat andere Europese landen, waaronder Duitsland, hun mediawet zullen aanpassen. Alleen al dit feit maakt het zeer onwaarschijnlijk dat Hongarije de mediawet hoeft te veranderen. Neelie Kroes, de verantwoordelijke eurocommissaris die de maandag voor het debat in Brussel achter gesloten deuren - hierbij de zoveel beleden Brusselse transparantie van de commissie volledig negerend - vergaderde met de Hongaarse vicepremier Tibor Navracsics over de Hongaarse mediawet, lijkt haar tanden op de wet te hebben stuk gebeten.

In zijn weerwoord legde Orbán de vinger op de zere plek. Zijn regering beschikt in het Hongaarse parlement over een riante tweederde meerderheid, wat ongekend is in Europa. Hij sprak zijn gehoor toe deze macht te gebruiken om de Hongaarse rechtsstaat op te bouwen, die volgens hem de afgelopen acht jaar verkwanseld is door de socialistische ex-premier Ferenc Gyurcsány cum suis. Hij bood het EP aan om gebruik te maken van deze tweederde meerderheid in het belang van Europa.

Tot slot vroeg de Hongaarse premier zich af waarom degenen die nu zo bezorgd zijn om de Hongaarse democratie de andere kant hebben opgekeken toen het regime van de ex-communist Gyurcsány de veiligheidsdienst inzette om politici van zijn oppositionele FIDESZ te bespieden. Waar was men toen de politie met bruut geweld optrad tegen geweldloze demonstranten in 2006 tijdens de vijftigjarige herdenking van de Hongaarse opstand en toen Gyurcsány en consorten de macro-economische cijfers van Hongarije vervalsten, waarmee ook Europa schade werd toegebracht. Hij verzekerde het EP dat er in deze drie gevallen juridische procedures zijn gestart om de verantwoordelijken te straffen. Premier Orbán beleefde zijn ‘finest hours’ in het EP.