Erik Nijsten
Zondag 3 oktober gingen de inwoners van Bosnië-Herzegovina naar de stembus. Net als tijdens alle voorgaande verkiezingen hoopte de internationale gemeenschap op een positieve politieke omslag. Maar die bleef ook deze keer uit.
De kiezers in Bosnië-Herzegovina mochten op 3 oktober meerdere stemmen uitbrengen. Sinds de Dayton-akkoorden in 1995 er vrede brachten, bestaat het land uit twee entiteiten: de Moslim-Kroatische Federatie, waar overwegend Bosnische moslims en Bosnische Kroaten wonen, en de Republika Srpska met overwegend Bosnisch-Servische inwoners. Buiten de stem die kon worden uitgebracht op het driehoofdig staatspresidium en het centrale parlement, moesten er ook parlementen gekozen worden voor deze twee entiteiten. De inwoners van de Republika Srpska mochten bovendien een eigen president kiezen.
Vooral de verkiezing van het driehoofdig presidium werd internationaal op de voet gevolgd. De samenstelling hiervan heeft immers grote invloed op de toekomst van het land. De internationale gemeenschap hoopte dat er drie presidenten zouden worden gekozen die meer onderlinge samenwerking nastreefden dan hun voorgangers. Of deze inderdaad beter zal worden, laat de uitkomst van de verkiezing van de drie nieuwe presidenten nog niet zien.
De grootste verrassing in de verkiezingsuitslag was de winst van Bakir Izetbegovic. Hij is de zoon van wijlen Alija Izetbegovic, de leider van de Bosnische moslims tijdens de oorlog begin jaren negentig. Zoon Izetbegovic werd door de bevolking van Bosnië-Herzegovina gekozen tot vertegenwoordiger van de Bosnische moslims en hij volgt daarmee Haris Silajdzic op.
Silajdzic trad tijdens de oorlog vaak op als spreekbuis namens de Bosnische regering. Hij was ook een fel tegenstander van het bestaan van de Republika Srpska. Volgens hem was deze entiteit, in 1992 voor het eerst uitgeroepen, een beloning voor de agressie van de Bosnische Serviërs.
De moslims in de Moslim-Kroatische Federatie gaven een duidelijk signaal af: zij hebben genoeg van Silajdzic. Hij eindigde slechts op de derde plek in de race om het presidentschap. In tegenstelling tot Silajdzic wil Izetbegovic nauwere samenwerking tussen de twee entiteiten. Zijn overwinning wordt dan ook als een stap in de goede richting gezien.
De Bosnische Kroaten worden, net als de voorgaande jaren, vertegenwoordigd door Zeljko Komsic. Met groot gemak wist hij zijn nationalistische rivaal Borjana Kristo te verslaan. Die riep de afgelopen jaren meerdere malen op om een eigen Kroatische entiteit binnen het land op te richten.
Hoewel Kristo in de gebieden waar overwegend Bosnische Kroaten wonen nog altijd veel steun geniet, wist Komsic dankzij de steun van Bosnische moslims met gemak te winnen. Net als Izetbegovic streeft Komsic naar meer samenwerking tussen de beide entiteiten. De Moslim-Kroatische Federatie wordt nu dus door twee voorstanders van meer onderlinge samenwerking vertegenwoordigd.
De Bosnische Serviërs herkozen Nebojsa Radmanovic als hun afgevaardigde in het driehoofdige presidium. In tegenstelling tot de andere twee presidenten wil Radmanovic niets weten van verdere samenwerking tussen de twee entiteiten. Hij wil zich juist richten op nog nauwere samenwerking met Servië.
Voor de Republika Srpska werd ook een president gekozen. De keus viel op Milorad Dodik. Net als Radmanovic is hij een fel tegenstander van meer samenwerking. Beide heren hebben de afgelopen jaren zelfs al meerdere malen gedreigd met ‘vreedzame afscheiding’ van de Republika Srpska van Bosnië-Herzegovina.
Helaas zijn de verkiezingen niet geheel vlekkeloos verlopen. De Europese Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking (OVSE) heeft dan ook aangekondigd om mogelijke verkiezingsfraude te onderzoeken. Tijdens een persconferentie in de hoofdstad Sarajevo zei OVSE-ambassadeur Daan Everts dat er onderzoek wordt gedaan naar het hoge percentage ongeldige stemmen. Bij alle bovengenoemde verkiezingen was namelijk ruim 5 procent van alle stemmen ongeldig. Dat is een zeer hoog percentage. In de Republika Srpska was het percentage onjuist uitgebrachte stemmen zelfs nog hoger: bijna 10 procent.
Vooral bij de herverkiezing van de Bosnisch-Servische president Radmanovic worden vraagtekens gezet. Hij won met slechts 3 procent verschil van zijn uitdager Mladen Ivanic. Ivanic was de afgevaardigde van de gezamenlijke oppositie en een voorstander van meer samenwerking tussen de entiteiten. Vooralsnog is er nog geen uitspraak van de OVSE over mogelijke fraude en blijft Radmanovic de winnaar.
Wat de uiteindelijke uitslag ook zal zijn, de vraag blijft of Bosnië-Herzegovina daadwerkelijk een nieuwe weg gaat inslaan. De Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Bosnië-Herzegovina, Valentin Inzko, schetste al een weinig hoopvolle toekomst. Hij verwacht niet dat er nog dit jaar een gezamenlijke regering zal worden geïnstalleerd.
Andere afgevaardigden van de internationale gemeenschap hebben opgeroepen tot nauwere samenwerking. De gematigde reactie van de internationale gemeenschap is vooral gebaseerd op de afgelopen vijftien jaar: hoewel er zeker ook vooruitgang in het land te zien is, is het allemaal maar marginaal. De afgevaardigden van de drie grootste bevolkingsgroepen komen uitsluitend op voor hun eigen bevolking. Hetzelfde geldt voor de afgevaardigden van de twee entiteiten.
Het absolute dieptepunt was een miniconferentie in oktober vorig jaar op de legerbasis Butmir in de buurt van Sarajevo. Om de broodnodige hervormingen door te zetten en de politieke impasse te doorbreken, voerden de Europese Unie en afgevaardigden van de Verenigde Staten gesprekken met de toenmalige drie presidenten en vertegenwoordigers van de twee entiteiten. In de media werd de bijeenkomst tot ‘Dayton-2’ gebombardeerd.
In tegenstelling tot de eerste Dayton mislukten de gesprekken op Butmir echter volledig. Symbolisch voor deze miniconferentie was de ligging van Butmir, waar de afgevaardigden van beide entiteiten ieder hun eigen ingang hadden. Of de uitslag van de verkiezingen veel zal veranderen valt dan ook te bezien.