René Does
De grootste worden in parlementsverkiezingen, maar hier niets aan hebben. Dit overkwam de Tsjechische Sociaal-Democratische Partij (CSSD) tijdens de verkiezingen van 28 en 29 mei. Wel moest de partij een flink aantal zetels inleveren, net als de grote centrumrechtse Democratische Burgerpartij (ODS). De verkiezingen schudden het partijenlandschap van Tsjechië sowieso flink door elkaar.
Na een loeiharde verkiezingscampagne werd de CSSD dus de grootste partij. Ze kreeg 22 procent van de stemmen en 56 van de 200 zetels in de Kamer van Afgevaardigden, 18 minder dan in de voorgaande verkiezingen van 2006. Ook de ODS verloor flink: deze partij behaalde 20,2 procent van de stemmen, raakte liefst 28 zetels kwijt en hield er nog 53 over. De Communistische Partij van Bohemen en Moravië bleef op 26 zetels staan. De christen-democratische Christelijke en Democratische Unie en de Groenen haalden de kiesdrempel van 5 procent niet meer.
Twee centrumrechtse nieuwkomers deden het goed. TOP 09 won meteen 16,7 procent van de stemmen en behaalde 41 zetels. De letters TOP staan in het Tsjechisch voor 'Tolerantie, Verantwoordelijk en Bloei'. De partij Publieke Zaken kreeg 10,8 procent van de stemmen en 24 zetels.
De uitslag betekende dat de CSSD, hoewel de grootste partij geworden, geen linkse meerderheidscoalitie kon vormen. Hierom zag partijleider Jiri Paroubek de uitslag als een nederlaag en trad hij af. Hij is opgevolgd door de jonge Boguslav Sobotka (38).
De verkiezingen hebben in ieder geval wel meer duidelijkheid geschapen in de Tsjechische politiek. De parlementsverkiezingen van 2006 hadden immers een absolute patstelling tussen links en rechts opgeleverd: links (sociaal-democraten en communisten) had 100 zetels gehaald en rechts (ODS, christen-democraten en groenen) ook 100 zetels. Na veel moeite lukte het ODS-leider Mirek Topolanek een coalitie te vormen. Deze haalde de eindstreep dan ook niet: op 26 maart 2009 moest ze vertrekken door een motie van wantrouwen van de CSSD.
Naast de absolute politieke tweedeling speelde ook de slechte verstandhouding tussen premier Topolanek en de president, zijn oud-partijgenoot Vaclav Klaus, een rol in het moeizame functioneren van de regering. De regering-Topolanek werd opgevolgd door een zakenkabinet onder leiding van de partijloze oud-communist en econoom Jan Fischer, die in de overgangsperiode naar de verkiezingen onder de Tsjechen veel respect wist te verwerven.
De nieuwe partijleider van de ODS, Petr Necas, probeert nu een centrumrechtse coalitie tot stand te brengen met TOP 09 en Publieke Zaken. Dat TOP 09 is een interessante nieuwkomer. De partij voerde campagne met de thema's van directere democratie en bestrijding van de corruptie.
Ze wordt geleid door de populaire oud-minister van Buitenlandse Zaken en ODS-er Karel Schwarzenberg, die TOP 09 in juni 2009 oprichtte op basis van teleurgestelde ODS-ers en christen-democraten. Schwarzenberg is van adel en mag zich 'Zijne Hoogheid Prins van Schwarzenberg, Graaf van Sulz, Prinselijk Landgraaf van Klettgau en Hertog van Krumlov' noemen.
De Tsjechische kiezers hadden ook inhoudelijk echt iets te kiezen. Links voerde campagne met de belofte de ruimhartige sociale voorzieningen te behouden door de rijken extra te belasten. Rechts wil de staatsbegroting op orde brengen in deze moeilijke economische tijden door streng te bezuinigen op de hoge uitgaven voor vooral de pensioenen en de gezondheidszorg. In 2009 had Tsjechië een begrotingstekort van 6,9 procent van het bruto binnenlands product.
Schwarzenberg prees de Tsjechen om hun verantwoordelijkheidsgevoel. Blijkbaar hebben de meeste Tsjechen zich erbij neergelegd dat ze de komende jaren de broekriem flink moeten aanhalen.