John R. Schindler
Unholy Terror. Bosnia, Al-Qa'ida, and the rise of global jihad
uitgeverij Zenith Press
Osceola, Wisconsin 2007
368 blz.
ISBN 0760330036
€32,95
Edwin Bakker
Net als een goede wijn wordt historisch onderzoek vaak beter als de zaak lange tijd heeft kunnen rijpen. Pas na verloop van tijd kan men meer afstand nemen van hypes, politieke gevoeligheden, propaganda, trauma's, geruchten, bijzaken, et cetera. De kern van de zaak komt soms pas decennia later boven drijven: als omstandigheden waarin het gebeuren plaatsvond, gewijzigd zijn of de betrokken personen grijs of zelfs al overleden zijn.
Dat geldt beslist ook voor historisch onderzoek naar burgeroorlogen en terrorisme. Tegen deze achtergrond roept het boek Unholy Terror. Bosnia, Al-Qa'ida, and the rise of global jihad de vraag op of dit onderzoek naar de islamitische dimensie van de burgeroorlog in Bosnië niet te vroeg komt.
Bovendien lijkt het moment waarop het werd geschreven niet bijzonder gunstig voor het verkrijgen van een objectief beeld van deze op zichzelf interessante en belangrijke dimensie. In de Verenigde Staten, en zeker in de kringen van de auteur John Schindler, professor aan het United States Naval War College, is de islamitische dimensie zeer beladen na '9/11' en de ervaringen van de Amerikanen in Irak.
In Unholy Terror wordt de rol beschreven van de buitenlandse strijders die begin jaren negentig aan de zijde van de moslims deelnamen aan de burgeroorlog in Bosnië. Tevens wordt gekeken naar de activiteiten van een aantal islamitische landen, met name Iran en Saoedi-Arabië.
De auteur kent deze krachten een nogal dominante rol toe: heel anders dan de media en de regering van Bill Clinton destijds. De pers en de democratische president krijgen er dan ook flink van langs. Ze zagen het grote gevaar niet of wilden het niet zien. De auteur komt tot de conclusie dat Bosnië in de eerste helft van de jaren negentig onder de moslimleider Alija Izetbegovic uit kon groeien tot een van de belangrijkste centra van de wereldwijde jihad en dat de wereld daar ook na het beëindigen van het conflict nog steeds last van heeft.
De auteur lijkt met deze slotsom de burgeroorlog in Bosnië wel heel erg in het licht te zien van de huidige global war on (islamist) terror. Dat blijkt tevens uit het hoofdstuk over terroristische incidenten en arrestaties die wijzen op een band met Bosnië, waaronder de bomaanslagen in 2003 in Casablanca en de moord in 2002 op de journalist van de Wall Street Journal, Daniel Pearl in Pakistan.
Behalve het aantonen van een band met islamitisch terrorisme doet Schindler ook zijn best om te laten zien dat de regering en de partij van Izetbegovic niet alleen duidelijk islamitisch waren en onder invloed stonden van Iran, maar tevens hoe corrupt en crimineel ze waren.
De auteur put zich uit in het aandragen van voorbeelden van misstanden door moslims tijdens de burgeroorlog. Hij vliegt daarbij herhaaldelijk uit de bocht, bijvoorbeeld met zijn analyse van het drama rond Srebrenica. De moord op duizenden moslims in juli 1995 zou een wraakactie zijn voor de moord op duizenden Serviërs in de regio tussen 1992 en 1995. Schindler gaat daarbij voorbij aan het georganiseerde karakter van de slachting en hij blaast het aantal Servische slachtoffers wel erg op. Dit is een van vele gekleurde analyses waarmee de auteur zijn doel voorbij schiet.
In een poging om, overigens helemaal terecht, te wijzen op de wreedheden en misstanden van de kant van de moslims doet de auteur in wezen hetzelfde als wat hij de media en anderen verwijt, namelijk het geven van een erg eenzijdig beeld. Dat is jammer, want het gewelddadige en criminele optreden van de moslims kreeg destijds inderdaad veel minder aandacht in de westerse media dan zaken waarvoor Serviërs verantwoordelijk waren.
De voorbeelden van pogingen van bepaalde islamitische landen om het conflict ten gunste van hun eigen agenda te beïnvloeden zijn van belang voor een beter begrip en een evenwichtiger beeld van het conflict. Hetzelfde geldt voor de politieke machinaties en criminele activiteiten van Izetbegovic en zijn SDA.
Echter, door de islamitische dimensie te koppelen aan de wereldwijde jihad en de huidige strijd tegen het terrorisme zullen veel lezers afhaken. De auteur lijkt het liefst te willen aantonen dat er een directe link is tussen de moslimleiding in Sarajevo en Al-Qaeda en '9/11'. Misschien zou het goed zijn dat bij een eventuele nieuwe druk op de omslag vermeld wordt 'This publication is a proud product of the Global War on Terror'. Dan weet de lezer direct wat hij of zij in handen heeft.