Jan Willem Bos
'Verdacht'. Mijn Securitatedossier
Uitgeverij Atlas
Amsterdam 2009
288 blz.
ISBN 9789045014883
€19,90
Jorie Horsthuis
Als de Nederlandse student Jan Willem Bos zich eind jaren zeventig voor een paar maanden in Boekarest vestigt, kan hij zich moeilijk voorstellen dat de Roemeense inlichtingendienst belangstelling voor hem zou kunnen koesteren. Dertig jaar later blijkt het tegendeel: Bos ontdekt zijn eigen dossier, samengesteld door de Securitate. Omvang: 279 pagina's.
In 'Verdacht'. Mijn Securitatedossier beschrijft Bos de bevindingen van de staatsveiligheidsdienst over zijn doen en laten in Roemenië. Als lezer kun je je in eerste instantie ook niet voorstellen dat de geheime dienst geïnteresseerd is in Jan Willem Bos. Hij studeert, gaat naar feestjes, krijgt een vriendinnetje en doet af en toe wat vertaalwerk. Een student als alle anderen.
Toch krijgt de Securitate al snel belangstelling voor de Nederlander in Boekarest. De onschuldig lijkende student zou immers maar zo een buitenlandse spion kunnen zijn. (Als hoofdredacteur van het voormalige Roemenië Bulletin en vertaler Roemeens-Nederlands zou Bos na zijn studietijd uitgroeien tot wellicht Nederlands meest vooraanstaande Roemenië-kenner.)
De nietszeggendheid van de meeste informatie in het enorme pak papier is overweldigend. Juist dat maakt dit boek interessant. Hoogstwaarschijnlijk is de inhoud exemplarisch voor het grootste deel van de overige 1,25 miljoen dossiers die door de geheime dienst zijn aangelegd - dodelijk saai.
Voor het eerst begrijpt Jan Willem Bos dat de geheime dienst wel eens interesse voor hem zou kunnen hebben als zijn Roemeense vriend Doru hem eind jaren zeventig komt opzoeken in zijn studentenkamer. Is er afluisterapparatuur in de woning verstopt, wil de Roemeen graag weten. Even later biecht de jongen tijdens een wandeling op dat hij is benaderd door de staatsveiligheidsdienst. Ze hebben hem gevraagd om inlichtingen te verstrekken over de activiteiten van zijn Nederlandse vriend. Als buitenlander was Bos sowieso al een verdacht element, maar nu uit een rapport is gebleken dat hij in Nederland zo nu en dan als tolk fungeert voor Amnesty International, zijn alle alarmbellen bij de Securitate gaan rinkelen.
De vrienden besluiten dat Doru maar beter op de wens van de staatsveiligheidsdienst in kan gaan. Een verzoek van de Securitate weigeren kan problemen opleveren voor beide partijen, en veel geheime informatie valt er volgens de jongemannen toch niet te verbergen.
Als de Securitate-archieven een kleine dertig jaar later door een wetswijziging voor buitenlanders worden geopend, vindt Bos dat het tijd wordt om te weten wat de geheime dienst over hem heeft gedocumenteerd. Hij dient een verzoek in om zijn eigen dossier te mogen bekijken, en wordt in oktober 2007 in een leeszaal in Boekarest geconfronteerd met drie grauwe mappen die voor hem uit het archief zijn gevist.
Niet alleen Doru, maar talloze andere informanten en observanten blijken in de periode tussen 1979 en 1989 verslag te hebben gedaan over zijn doen en laten (volgens Bos werden zo'n vijfhonderdduizend Roemenen door de Securitate gebruikt als informant, op een totale bevolking van 23 miljoen). De naam van de Nederlandse student, en later docent, is op nagenoeg alle documenten verkeerd gespeld (van Bos Willem Ian tot Boss Jean Williem) en veel van de aantekeningen die op de documenten zijn aangebracht blijken nauwelijks leesbaar. Bos besluit fotokopieën te laten maken, zodat hij meer tijd heeft om het papierwerk te bestuderen. Een paar van de pagina's zijn in het boek afgedrukt en geven een mooi beeld van het dossier.
Nog mooier zijn de foto's die door geheim agenten van Bos zijn gemaakt. Argeloos loopt 'Bob' - op andere momenten krijgt Bos de schuilnamen 'Willy' en 'Aurel' - met twee vrienden over een treinstation, een koffer in de hand. Boven hun hoofden zijn met pen cijfers aangebracht, om duidelijk te kunnen maken wie wie is.
Op een van de bewuste februaridagen in 1979 staat Bos met zijn vrienden op het station op een andere student te wachten. Als de student uit de trein stapt, noteert de geheim agent in zijn observatie:
'Nadat ze hem de hand hebben geschud, hebben ze de bagage gepakt en zijn naar de auto Opel met nr. 24389-LH gegaan, waarin ze de bagage hebben geplaatst, waarna ze zijn ingestapt, waarbij de studente achter het stuur heeft plaatsgenomen, en zij hebben zich met zijn allen verplaatst naar studentenflat C van het complex Grozăvești, waar zij zijn uitgestapt en naar binnen gegaan terwijl zij de bagage bij zich hadden, het tijdstip zijnde 14.15 uur.' Veel interessanters was er tijdens de vier dagen van schaduwen niet te melden.
Met zijn uitgebreide opsomming van de observaties die de Roemeense geheime dienst over hem heeft gedocumenteerd en het brede scala aan maatregelen dat de officieren vervolgens hebben voorgesteld, probeert Bos de lezer een idee te geven van de absurditeit die het gevolg was van de paranoia die er in de totalitaire samenleving heerste. Iedere burger was verdacht, ieder plastic tasje kon onderdeel zijn van een samenzwering. En als er niks verdachts gebeurde, was dat extra reden tot oplettendheid.
De onbevangenheid van Bos werd door de Securitate-agenten niet uitgelegd als een bewijs van onschuld, maar juist van zijn geslepenheid. Nog tot jaren nadat Bos alweer was teruggekeerd naar Nederland, werden verslagen en documenten over hem geschreven en maatregelen voorgesteld in het geval hij terug zou komen naar Roemenië.
Lang niet iedereen die in Roemenië verbleef ten tijde van het communisme lijkt de behoefte te hebben zijn of haar potentiële Securitatedossier op te vragen. Sommigen zijn blij dat de informatie die er hoogstwaarschijnlijk in staat, verborgen blijft, anderen zijn bang om onaangename verklaringen tegen te komen van vrienden of bekenden.
Gelukkig kon Jan Willem Bos zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen, en vertrouwde hij de mensen die hij in Roemenië in zijn omgeving had gehad. Hierdoor heeft hij de lezer een bijzondere inkijk gegeven in een dossier van een relatief onbelangrijk en onschuldig individu. Erg interessant, vooral naast al die andere dossiers van persoonlijkheden die er wel toe deden en er nog steeds toe doen.