Serviërs verlangen naar de zee

Morries Leeraert

Het is druk langs de oever van de Donau in Novi Sad. De mensen zoeken lang naar een plekje aan het kleine strand, vlakbij de verkeersbrug die nog steeds half in het water ligt. Een aangenaam tijdverdrijf in de hitte van deze zomer. Maar een 'echte' vakantie breng je door aan zee, zo luidt de stemming die door velen vertolkt wordt.

De hittegolf die afgelopen zomer heel Europa in haar greep hield, leek haar epicentrum in de Balkan te hebben. Was mei al een onverwacht hete maand, in juni en juli stond de thermometer overdag zowat onafgebroken boven de dertig graden. Tijd om koelere oorden op te zoeken. Maar voor de meeste Serviërs zat dat er niet in deze zomer.

Het is misschien wel de hevigste vorm waarin jugostalgia kan toeslaan: het gemis van de jaarlijkse vakantie aan de kust. Veel families hadden ten tijde van Tito's Joegoslavië vakantiehuizen aan de Kroatische kust. Die moesten echter worden verkocht of zijn in de oorlog verloren gegaan.

Alexandra Popovic vierde elk jaar vakantie bij een familielid in een stadje aan de Adriatische kust. 'Maar de familie woont nu binnen de huidige grenzen van Servië', zegt ze. 'We zouden een hotel moeten nemen, en dat is te duur.' Nu geniet de familie Popovic van de zon in Novi Sad. Wel gaan ze nog naar de Montenegrijnse bergen.

Andere populaire vakantiebestemmingen van de Serviërs zijn Bulgarije en Turkije, zegt Marko Bozic van reisbureau Star Travel. 'Daar is het goedkoper,' weet hij. Binnen Servië is rafting op de Tara of de Drina erg in trek, vooral onder jongeren. De reisagent is tevreden met de verkoop, ondanks de penibele financiële situatie waarin veel Serviërs verkeren.

Omhoog
Terug naar archief