Aristocraat wordt verklikker

René Does

Wie het boek Verbeterde editie van de Hongaarse schrijver Péter Esterházy leest, dat onlangs in het Nederlands is vertaald, ontkomt er niet aan ook zijn voorganger, de roman Harmonia caelestis, ter hand te nemen. Dit is een vuistdik boek van 787 bladzijden. Maar het lezen van beide boeken is de moeite meer dan waard.

Péter Esterházy stamt uit niet zomaar een Hongaarse familie. De Esterházy's zijn een beroemd Hongaars aristocratisch geslacht, dat een vooraanstaande rol gespeeld heeft in het politieke, maatschappelijke en kunstzinnige leven van Hongarije vóór de naoorlogse communistische omwenteling, die leidde tot de onteigening van de bezittingen van de Esterházy's en de deportatie van de familie naar het Hongaarse platteland. In een recent interview met Laura Starink van NRC Handelsblad vertelde Esterházy dat zijn familie zonder de communisten nog 'een kwart van Hongarije zou bezitten'.

Op zaterdag 15 januari 2000 sluit Esterházy het manuscript van Harmonia caelestis af, een historische kroniek over de familie Esterházy waarin zijn vader de hoofdrol speelt. Het is tevens een echt vaderboek, waarin vader Mátyás, geboren in 1919 en overleden op 5 mei 1998, ondanks al zijn onhebbelijkheden liefdevol wordt geportretteerd. Op die 15de januari schrijft zoon Péter 'KLAAR!' in zijn agenda.

Op donderdag 27 januari krijgt Esterházy telefoon van de directeur van het Historisch Instituut in Boedapest, die hem vertelt dat hij de rapporten van de AVO, de Hongaarse geheime dienst in de communistische tijd, heeft klaar gelegd. Daar had Esterházy in 1999 gevraagd of er iets over hem was. De volgende dag gaat Esterházy naar het instituut, waar de directeur hem bedremmeld en ongemakkelijk een stapel documenten overhandigt.

Hij opent de eerste map en herkent meteen het handschrift van… zijn vader. Deze vrijdag is de dag 'onder de druk waarvan ik sindsdien en voor altijd leef', schrijft Esterházy. Alle tevredenheid over de voltooiing van Harmonia caelestis is in één klap verdwenen. Er moet een verbeterde editie komen.

In het begin van Verbeterde editie verzoekt Esterházy zijn lezers eerst Harmonia caelestis te lezen alvorens verder te lezen in de verbeterde editie. Ik besloot echter gewoon door te gaan en de boeken in de andere dan de door Esterházy aanbevolen volgorde te lezen. Een beetje gemeen is dat wel, want je leest in Harmonia caelestis over de vaderfiguur natuurlijk met een geheel andere blik dan die de schrijver zelf voor ogen had.

Niettemin blijft het liefdevolle portret van de vaderfiguur in de roman fier overeind, wat Esterházy tegen Starink ook toegaf. Na verloop van enkele jaren zijn de wonden blijkbaar iets geheeld.

Papa bleek dus informant te zijn geweest van de AVO. Esterházy presenteert Verbeterde editie in de vorm van een dagboek, dat loopt van 30 januari tot en met 13 juni 2000. In deze periode ging Esterházy dagelijks naar het instituut om de AVO-rapporten te lezen en daaruit over te schrijven. In het dagboek citeert hij uit de rapporten en geeft daarop zijn dikwijls cynische commentaar.

Esterházy vertelt over de schaamte die hij voelt tegenover de buitenwereld, want wat moet je zeggen als je een bekende tegenkomt die vraagt wat je al die lange dagen doet in het instituut. Bovendien ligt in deze periode zijn vaderroman bij de drukker. Na verschijning wordt het boek zeer lovend onthaald, en dan vooral vanwege de schildering van de vaderfiguur.

Op de eerste dag van het dagboek schrijft Esterházy: 'Wat nog nooit eerder gebeurd is: ik ben bang. Levensangst. Een hele berg angst zit er in me. Allereerst de eenvoudigste angst: dat het naar buiten komt.' En dan moet hij zijn lezers nog schokken met de publicatie van Verbeterde editie.

Vader moest zijn familieleden in de gaten houden. Voor de communisten waren zij natuurlijk onbetrouwbare klassenvijanden. Van 5 maart 1957 tot 29 maart 1980 was vader informant van de AVO onder de schuilnaam Csanádi.

Zijn klikwerk en de AVO-activiteiten waren op zichzelf van een ongelooflijke onbenulligheid en banaliteit. Zo rapporteert Csanádi op 7 oktober 1958: 'In de loop van het gesprek heb ik steeds de kwestie aangeroerd van de verkiezingen. In het algemeen heb ik weinig belangstelling kunnen merken, de reden daarvoor was in Csákvár misschien, dat er kermis was en dat je daarom niet goed bij dit onderwerp kon blijven.'

Even ontluisterend zijn de opmerkingen van de AVO-contactpersonen over vader als informant: 'Problemen zijn er bij hem wat zijn persoonlijkheid betreft. Hij is verlegen, zijn bereidheid om initiatieven te nemen en te combineren staat op een laag niveau. Door grondige en systematische bemoeienis kan dit gebrek van hem verminderd worden.' Of: 'De informant neigt ertoe om het uitvoeren van opdrachten na te laten met een beroep op familiale redenen.'

Erg is ook dat vader bericht over gezinsactiviteiten die Péter zich persoonlijk kan herinneren. Esterházy concludeert over het rapporteerwerk van zijn vader: 'Van dichtbij ziet men de saaiheid van kleinigheden - en dan ineens de genadeloosheid van het geheel!'

Esterházy moest zijn vaderbeeld dus drastisch aanpassen. 'Mijn vader heeft zich bezoedeld. Zullen we de schande van hem afwassen? Schande kun je niet afwassen. Mijn vader, mijn dierbare vader, heeft zich schandalig gedragen. En ik zoek nu ook niet naar de oorzaken, dat hij bijvoorbeeld een moeilijke jeugd gehad heeft en zodoende, ik laat alleen zien wat er is.'

Op het einde van Verbeterde editie doet Esterházy enkele bittere uitspraken over Hongarije en de rol van zijn vaderland in de geschiedenis. Hongarije doet aan 'zelfbedrog' en lijdt onder 'historische ongevoeligheid', net zoals zijn vader. 'De kern van het zelfbedrog is, denk ik, dat de verschrikkingen altijd door anderen begaan zijn, door de Duitsers, de Russen, de pijlkruisers, de communisten.'

Als je Verbeterde editie uit hebt, ben je razend nieuwsgierig naar de portrettering van vader in Harmonia caelestis. Dit boek bevat twee verschillende delen. Het eerste, 'Genummerde zinsneden uit het leven van de familie Esterházy', bestaat uit 371 alinealoze parabels en sprookjes, soms van maar één zin lang, waarin telkens 'mijn vader' figureert. Het tweede deel, 'Bekentenissen van een familie Esterházy', is een historische kroniek in 201 langere en kortere hoofdstukken van de beroemde aristocratische familie.

Esterházy heeft in Harmonia caelestis zijn bijzondere schrijfstijl geperfectioneerd. Het boek is zowel impressionistisch als bijzonder precies, zowel concreet historisch als los van tijd en plaats. (Ik ken geen Hongaars, maar ongetwijfeld heeft vertaler Robert Kellermann met de vertaling van deze boeken een uitmuntende prestatie geleverd.)

In het eerste deel van de roman introduceert Esterházy het concept van de 'totale gelijktijdigheid': Esterházy vertelt duizelingwekkende verhalen en sprookjes waarin chronologie, plaats van handeling en personages (vooral de vaderfiguur) hun natuurlijke orde en logica hebben losgelaten.

In parabel 121 gaat het bijvoorbeeld zo: 'Mijn pa heeft een schier bovenmenselijke taak op zich genomen, drieëntwintigduizend achthonderd kilometer, in het tientallig stelsel! Wil hij in honderdvijftien dagen afleggen op de fiets, dwars door het Amerikaanse continent. Met deze actie, waarbij hij vertrekt uit Patagonië met als einddoel Alaska, wil hij de aandacht vestigen op lijders aan de ziekte multiple sclerose (MS). Geweldig is die pa, een kanjer!'

De parabel wordt afgesloten met: 'Geďnteresseerden kunnen via Internet (www.alba.hu/eea) vanuit elk punt van de wereld mijn vaders avontuurlijke onderneming volgen.' Op andere momenten, met name in het tweede deel, worden verhalen met bijzondere precisie en historische accuraatheid verteld.

Het tweede deel van de familiekroniek is traditioneler geschreven. Wie wil weten hoe het is om adellijk in het leven te staan, kan dit boek lezen. Het verhaal van de Esterházy's als machtige aristocraten eindigt met de onteigening van de familiebezittingen op 16 juni 1951 en de verbanning van de familie van Boedapest naar het Hongaarse platteland.

Péter is dan een jaar oud. Hoewel de Esterházy's dit verlies waardig en stoďcijns ondergaan, zoals het aristocraten uit hun geslacht betaamt, is het lezen van de betreffende passages voldoende om de domheid en zieligheid van het communisme te begrijpen. Zo vertelt opa Esterházy: 'De kern van Halneks toespraak was de verdeling van mijn bezittingen. De motie werd onder woest geschreeuw met algemene stemmen aanvaard.'

Péter Esterházy schrijft grote literatuur, die - naast de algemeen menselijke thema's - over Hongarije, Midden-Europa en de aristocratische levenshouding gaat. Hij staat in de Midden-Europese literaire traditie en hoort zonder twijfel hoort bij voorgangers als Franz Kafka, Joseph Roth en Robert Musil.

  • Péter Esterházy
  • Verbeterde editie
  • Amsterdam 2004
  • Uitgeverij De Arbeiderspers
  • 320 blz.
  • ISBN 90 295 2259 3
  • € 24,95
  • Péter Esterházy
  • Harmonia caelestis
  • Amsterdam 2002
  • Uitgeverij De Arbeiderspers
  • 787 blz.
  • ISBN 90 295 1552 X
  • € 34,95
  • Omhoog
    Terug naar archief