Historische bruggen te Boedapest

László Marácz

De stadsdelen Boeda en Pest worden door zes bruggen over de Donau verbonden. Stroomafwaarts gerekend zijn dat: Árpád híd (de Árpád-brug), Margít híd (de Margratenbrug), Széchenyi Lánchíd (de Széchenyi Kettingbrug), Erzsébet híd (de Elisabeth-brug), Szabadság híd (de Vrijheidsbrug) en Petöfi híd (de Petöfi-brug). De Árpád-brug en de Petöfi-brug zijn in de tweede helft van de twintigste eeuw gebouwd. De andere vier bruggen stammen uit de negentiende eeuw.

De Széchenyi Kettingbrug
De oudste brug over de Donau in Hongarije, de Kettingbrug, is vernoemd naar graaf István Széchenyi, de liberale aristocraat die in de eerste helft van de negentiende eeuw plannen ontwikkelde om Hongarije te moderniseren. Een van zijn vele projecten was de bouw van de eerste Hongaarse brug over de Donau.

Széchenyi koos hiervoor de plek waar de steden Boeda en Pest recht tegenover elkaar liggen. Voor de bouw van een brug trok Széchenyi in 1832 twee Engelse architecten aan, de gebroeders William en Adam Clark. Hun ontwerp, de Kettingbrug, zou in 1848 gereedkomen. De Kettingbrug maakte niet alleen de oversteek van de Donau via een vaste verbinding mogelijk, maar zorgde er ook voor dat de drie steden Boeda, Oud-Boeda en Pest in 1872 konden samensmelten tot de stad Boedapest.

Ter ere van Adam Clark is aan de voet van de brug aan de Boeda-kant een klein standbeeld opgericht. Dit beeld geldt als het kilometerpunt nul. Alle afstanden tot Boedapest worden tot aan of vanaf dit standbeeld gemeten. De Széchenyi Kettingbrug met haar bogen en leeuwenbeelden is een van de karakteristieke symbolen van de stad Boedapest geworden.

Margratenbrug
De tweede permanente brug in Boedapest is de Margratenbrug die tussen 1872 en 1876 werd gebouwd op basis van het ontwerp van een Franse architect. Vanaf het midden van de brug is een verbinding naar het Margrateneiland in de Donau.

In de Middeleeuwen stond op dit eiland een nonnenklooster waar Margít (1242-1272), dochter van de Hongaarse koning Béla IV van de Arpad-dynastie, zich had teruggetrokken. Margít werd aan het einde van de dertiende eeuw zalig verklaard. Het eiland en later ook de brug zijn naar haar vernoemd. Tegenwoordig is het natuurrijke Margrateneiland een geliefd wandeloord voor de inwoners van de stad.

Elisabeth-brug
Met de bouw van de Elisabeth-brug werd in 1897 begonnen. Het werk kwam in 1903 gereed. Deze kettingbrug is vernoemd naar de populaire Habsburgse keizerin en koningin van de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie Elisabeth. Elisabeth, Erzsébet in het Hongaars, was een Beierse prinses en de beeldschone vrouw van dubbelmonarch Frans Jozef. Ze had een speciale band met Hongarije. De Hongaren hebben uitdrukking gegeven aan deze speciale band door de naam van hun koningin, die zij liefkozend Sissy noemden, te verbinden aan de centrale brug in Boedapest.

De Elisabeth-brug is aan het einde van de Tweede Wereldoorlog door terugtrekkende Duitse troepen ernstig beschadigd. In 1960 is de brug grotendeels opnieuw opgebouwd. De Elisabeth-brug is de belangrijkste verkeersverbinding tussen Boeda en Pest.

Vrijheidsbrug
De Vrijheidsbrug is ingewijd in het jaar 1896 ter gelegenheid van de viering dat de Hongaarse Landname onder leiding van de stammenvorst Árpád duizend jaar eerder plaatsvond. De brug behoort tot de vele bouwprojecten van het fin-de-scičcle in Boedapest. Het was de Hongaarse Habsburgse koning Frans Jozef die de brug inwijdde. De kettingbrug verbindt het plein voor het Hotel Gellért aan de Boeda-kant met het plein voor de Economische Universiteit aan de Pester kant.

Aanvankelijk droeg de brug ook de naam van Frans Jozef. Onder het communisme werd de brug omgedoopt in Vrijheidsbrug. Na 1989 kregen vele historische straten, gebouwen en monumenten hun oorspronkelijke naam weer terug. Een belangrijke uitzondering is de Frans Jozef-brug die nu nog steeds Vrijheidsbrug heet. Koningin Elisabeth staat zonder haar man in de rij van bruggen over de Donau in Boedapest.

Omhoog
Terug naar archief