Protesten tegen Oekraïens graafwerk

Vlad Nicolae

Felle protesten vanuit buurland Roemenië, de Europese Unie en de Oekraïense milieubeweging mochten niet baten. Op 26 augustus nam Oekraïne het eerste stuk van het Bastroe-kanaal met veel feestgedruis in gebruik. Het kanaal gaat dwars door het Oekraïense deel van de Donau-delta en zal volgens critici de flora en fauna van dit unieke gebied enorm beschadigen.

Ongeveer een jaar geleden tekenden de Roemeense president Ion Iliescu en de Oekraïense president Leonid Koetsjma een verdrag dat bepaalde dat elke activiteit op gemeenschappelijke wateren alleen kon plaatsvinden na bekendmaking aan het andere land en na het verkrijgen van goedkeuring. Nu echter heeft Oekraïne op eigen houtje besloten om het 160 kilometer lange Bastroe-kanaal voor de grote scheepvaart bevaarbaar te maken. Hiervoor is een totale investering van 30 tot 40 miljoen euro vereist en jaarlijks zullen ongeveer 300.000 euro onderhoudskosten gemaakt worden. Dit kanaal zal een verbinding leggen tussen de Chilia - de noordelijkste van de drie armen van de Donau-delta en tevens de grens tussen Roemenië en Oekraïne - en de Zwarte Zee.

De werkzaamheden begonnen in oktober 2001 en leidden onmiddellijk tot een storm van protesten van internationale ngo's. Sinds 1991 staat de Donau-delta immers als natuurreservaat onder bescherming van de Unesco.

Volgens de tweede man op het Oekraïense ministerie van Buitenlandse Zaken, Oleksandr Motik, is er niet zo veel aan de hand: 'Het gaat gewoon om de heropening van een bevaarbaar kanaal, dat gesloten werd in de sovjettijd.' Dit kanaal zou van belang zijn voor de sociaal-economische ontwikkeling van de Vilkovo-regio, een van de minst ontwikkelde van Oekraïne. De ligging van het kanaal is zodanig dat het de vrachtschepen een makkelijkere en goedkopere toegang tot de havens langs de Donau kan bieden, waardoor vergeten havens van de jaren tachtig nieuw leven wordt ingeblazen met positieve gevolgen voor de werkgelegenheid.

Tot op heden wordt immers voor de vaart van grote schepen door de Donau-delta het grootste van de drie armen van de Donau gebruikt, de Sulina. Deze ligt echter op Roemeens grondgebied, hetgeen betekent dat Oekraïne voor het gebruik ervan tol aan Roemenië moet betalen. Omdat van de huidige drie bevaarbare kanalen zich geen enkele op Oekraïens grondgebied bevindt, meent Oekraïne dat het gerechtvaardigd was om Bastroe te heropenen.

De Roemeense argumenten tegen het kanaal zijn volgens president Koetsjma dan ook niet van ecologische, maar uitsluitend van politieke en economische aard, 'een poging om het monopolie op het scheepvaartverkeer naar de Zwarte Zee te behouden'.

Milieuorganisaties keurden het plan onmiddellijk af. Het Unesco/Ramsar-rapport uit oktober 2003 bestempelde het onderzoek van de Oekraïense regering naar de gevolgen van het bevaren van het Bastroe-kanaal als 'totaal niet adequaat' en raadde een nieuwe studie aan waarbij wel alle mogelijke gevolgen onder de loep zouden worden genomen en tevens alternatieve locaties zouden worden gezocht. Dit werd ook door de Europese Commissie gevraagd, die om het stopzetten van de graafwerkzaamheden vroeg totdat er onafhankelijk onderzoek verricht zou zijn.

Studies van milieuorganisaties wijzen namelijk uit dat grote schepen op dit kanaal een negatieve invloed hebben op de vogels en vissen die er leven. Het verdiepen van de vaargeul, de constante baggerwerkzaamheden ter onderhoud ervan en de golven die grote schepen produceren zullen er toe bijdragen dat vissen zich moeilijker voortplanten.

Tevens dreigt er gevaar voor de pelikanenkolonie bij Hrecisca-Buhaiova, die uniek is in Europa, en wordt gevreesd dat als gevolg van het Bastroe-kanaal minder water door het Roemeense deel van de delta zal stromen, waardoor bepaalde delen ervan droog zullen komen te staan. Oekraïne wordt verweten geen rekening te houden met de wetenschappelijke studies en met de status van de Donau-delta als natuurreservaat.

Het Franse dagblad Le Monde wist te melden dat 'het Letea-bos, met een tropisch uiterlijk, samen met een aantal eilanden ten dode opgeschreven zijn, omdat Oekraïne ervoor kiest om elf internationale conventies die het getekend heeft, te schenden, ondanks het bestaan van alternatieve vaarwegen tussen het Oekraïense deel van de Donau en de Zwarte Zee'.

Onderweg naar de Oekraïense havens zullen de schepen via het Bastroe-kanaal op de Chilia uitkomen, de grens tussen Roemenië en Oekraïne. Om de toegang van grote schepen mogelijk te maken zal de Chilia over een afstand van 170 kilometer verdiept moeten worden. Met tientallen schepen is in de afgelopen weken dit kanaal uitgebaggerd, nadat de Oekraïners eerst boeien gelegd hadden op slechts tien meter van de Roemeense oever. Onder het toezicht van militaire fregatten hebben de Oekraïners eigenlijk de grens met enkele meters verlegd in de richting van de Roemeense oever, hetgeen moeilijk alleen te verklaren valt uit het verlangen naar beter transport over de Donau.

Het Wereldnatuurfonds, dat meerdere keren aangegeven heeft tegen het gebruik van het kanaal te zijn, vermoedt dat er meer speelt. 'Er wordt gesproken over de aanleg van nieuwe havens, zelfs over het aanleggen van een oliepijplijn dwars door de delta. Als onze vermoedens waar blijken te zijn, dan zal dit hele paradijs verwoest worden', verklaarde Ulrich Eichelman van het Wereldnatuurfonds in Wenen.

Dat het vermoeden werkelijkheid wordt is niet ondenkbaar. Olie is al een belangrijk twistpunt tussen Roemenië en Oekraïne sinds er een aantal jaren geleden in de bodem van de Zwarte Zee grote hoeveelheden aardgas en olie gevonden werden. Dit gebied valt voor een groot gedeelte onder de territoriale wateren van Slangeneiland, in 1948 door de Sovjet-Unie van Roemenië afgepakt en door Oekraïne 'geërfd'.

De Roemeense regering, die een procedure hierover begonnen is bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, zet niet in op teruggave van het eiland, tot woede van de publieke opinie, maar op een verdeling van de territoriale wateren. Daartoe beweert Roemenië dat het eiland onbewoond is. Dat Oekraïne dit niet zomaar zal accepteren blijkt uit het feit dat het onlangs een bank geopend heeft op het eiland, dat niet eens een eigen drinkwatervoorziening heeft.

De starre opstelling van de Oekraïense regering inzake het Bastroe-kanaal en vooral het eenzijdige verschuiven van de grens hebben veel kwaad bloed gezet bij de Roemenen. De algemene indruk is dat de Oekraïners geen moment bereid waren om met de critici in gesprek te gaan, laat staan dat er een compromis bereikt had kunnen worden. Daarnaast doet de tactiek van het fait accompli sommige media spreken van 'sovjetpraktijken'.

Omhoog
Terug naar archief