De Donau: ieder zingt zijn eigen lied

Hans Renner

Wie denkt dat de tweede langste rivier in Europa, de Donau, een belangrijke inspiratiebron is geweest voor vermaarde componisten van klassieke en andere muziek, vergist zich. De Donau wordt in een dergelijke muzikale competitie ruimschoots voorbijgestreefd door andere rivieren.

De Duitser Richard Wagner (1813-1883) heeft de Rijn een monumentale muzikale gestalte gegeven in zijn operacyclus Der Ring des Niebelungen, waarvan het eerste deel Das Rheingold heet. Robert Schumann (1810-1856) gaf zijn derde symfonie Es-dur als ondertitel de Rheinische. De Tsjechische componist Bedrich Smetana (1824-1884) vereeuwigde de rivier de Vltava (Moldau) in zijn cyclus symfonische gedichten Ma Vlast (Mijn vaderland).

Maar de Donau? Slechts twee composities met deze rivier als thema werden in de loop der tijden in het muzikale Walhalla opgenomen, en dan nog slechts in het voorportaal, in het compartiment van de lichte 'vermaakmuziek'. De Oostenrijker Johann Strauss jr. (1825-1899) componeerde zijn wellicht beroemdste wals An der schönen blauen Donau, terwijl de Roemeen Iosif Ivanovici (1845-1902) een ander veel gespeeld stuk op zijn naam heeft gebracht, Donauwellen, ook een wals.

Een kleine 500 walsen heeft de zoon Strauss gedurende zijn vruchtbare muzikale leven op notenschrift gezet en alle van een naam voorzien. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat een van deze Wälzer de naam van de rivier draagt in de stad waar Strauss werd geboren en waar hij zijn hele leven heeft doorgebracht, de Donau in Wenen.

Het blijft een intrigerende vraag: is An der schönen blauen Donau beroemd geworden door zijn titel of is het juist de betoverende melodie vol levensvreugde en weemoed en gezet in een meeslepende ritmiek, die het stuk tot een succesnummer maakt? Misschien een combinatie van beide.

Met alle respect voor de Donau, maar nooit gebruikte titels als Radetzky Wals of Sissi Wals zouden deze compositie ook niet hebben misstaan. Zij zouden ongetwijfeld tot een soortgelijke populariteit hebben geleid. Anders gesteld: er zijn componisten die de naam van de rivier in de titels van hun werken opvoeren, maar een diepere, laat staan emotionele binding met deze rivier is bij hen niet of nauwelijks aanwezig. En zonder emotie geen inspiratie.

Bovendien zijn componisten die de Donau in de titel van een muzikaal stuk hebben gebruikt vrij schaars. Op het gebied van lichte muziek is dat bijvoorbeeld Donausagen van de Tsjechische militaire kapelmeester Julius Fucik (1872-1916). Van de Weense componist Edmund Eisler (1874-1949) bestaat de nauwelijks gespeelde operette Donauliebchen, en van vader Johann Strauss (1804-1849) is er de wals Donaulieder.

In de klassieke riviermuziek is de Donau-vangst niet beter. Franz Schubert (1797-1828) componeerde op een gedicht van Johann Mayrhofer een somber lied voor basstem en pianoforte, Auf der Donau; de Tsjech Leos Janacek (1854-1928) liet een symfonisch fragment voor sopraan en orkest, Dunaj, na; de jonge Slowaakse componist Petr Martincek (geboortejaar 1962) heeft Missa Danubia op zijn naam staan. Al met al te weinig muziekstukken voor zo een belangrijke waterstroom.

De volgende vraag dient zich aan: hoe valt dit gebrek aan inspiratie door de Donau-wateren te verklaren? Een aandachtige blik op de Europese 'culturele kaart der riviermuziek' maakt een en ander meteen duidelijk. De Duitsers beschouwen de Rijn als hun rivier. Rhein is Duits; Die Wache am Rhein zongen generaties Duitse soldaten vroeger. Vltava (Moldau) is weer van de Tsjechen. 'Wij zijn de Pragenaars van Vltavse bloed', luidt een populair Tsjechisch lied uit de jaren twintig van de vorige eeuw. De Wisla is van de Polen, de Maritsa van de Bulgaren en de Russen zingen Volga, Volga sjirokaja, Volga roesskaja reka (vrij vertaald: Jij, brede Volga, een Russische rivier).

Maar van wie is de Donau eigenlijk? Aan haar oevers wonen vele volkeren. Van alle Europese rivieren stroomt zij door het grootste aantal landen. De Donau is van iedereen en daarom van niemand. De Donau is een 'kosmopolitische rivier' bij uitstek. Kennelijk spreken de 'kosmopolitische rivieren' minder tot de muzikale verbeelding dan de 'nationale rivieren'. Dit geldt zeker voor de Romantiek en de nationalistische negentiende eeuw.

Daarbij komt dat de Donau door de eeuwen heen als een grensrivier diende en zij in deze functie alleen maar belangrijker werd. Denk aan de vorige eeuw, aan het verval van de Oostenrijk-Hongaarse monarchie - ook wel de Donaumonarchie genaamd - en aan het ontstaan van nieuwe staten op haar grondvesten.

Op deze wijze vormde en vormt de Donau een natuurlijke grens tussen verschillende landen, volkeren en culturen. De Donau verenigt niet, de Donau scheidt. Zij is geen instrument van culturele en politieke uniformiteit, maar juist van diversiteit.

Wat betekent dit voor de rivier in muzikaal opzicht? De Donau heeft in de muziek vooral een plaatselijke betekenis. In de populaire operette Gräfin Mariza van de Hongaarse componist Imre Kálmán bijvoorbeeld, zingt haar minaar, de Hongaarse edelman Tossilo: 'Grüss mir die Donau und grüss mir den Wälzer im schönen Wien.' Let op, het gaat om de Donau in Wenen en nergens anders.

Of neem de typisch Weense wijnliederen die in de wijnwijk Grinzing worden gespeeld en gezongen, zoals An der Donau, wenn der Wein blüht. Kort en bondig uitgedrukt: in de Weense blaaskapellenmuziek komen Wein, Weib, Gesang en... de Donau bijeen.

In steden en dorpen in de verschillende landen langs de oevers van de rivier figureert de Donau in de plaatselijke liederenfolklore vaak als achtergrond van kleine en grotere menselijke drama's. Twee thema's voeren de boventoon.

Liefdesverdriet komt op de eerste plaats. In het Hongaarse volksliedje Duna vize, Tisza vize (Het water van de Donau, het water van de Tisza) beklaagt een meisje zich erom dat haar geliefde niet meer van haar houdt. Ook de Slowaken kennen 'Donau-hartzeer' over een ongelukkige liefde, getuige de eerste regels van bekende Slowaakse volksliedjes: 'Ej, Dunaj, Dunaj, Dunaj, zochabil ma suhaj' (Och, Donau, mijn vrijer heeft mij verlaten) en 'Ticha voda do Dunajka padala, ked som bola od suhajka zklamana' (Het water viel stil in de Donau toen mijn vrijer mij verdrietig maakte).

Het andere onderwerp betreft de aanwezigheid van soldaten in de buurt van de rivier. Ter illustratie wederom twee Slowaakse volksliedjes waarin de Donau en het militaire aspect in één zangadem worden genoemd: 'Pod Prespurkom kraj Dunaja, su kasarna malovana' (Onder Pressburg in het Donauland bevinden zich fraaie kazernes) en 'Na Dunaji saty peru, kde vojaci masiruju' (Aan de Donau wassen zij kleren, waar de soldaten marcheren). Zo te zien werd er langs de Donau behalve veel liefgehad ook veel gemarcheerd. Wij hebben hier te maken met de rivier de Donau als militaire grens.

En waar gemarcheerd wordt, daar wordt ook dapper gestreden, zoals in het populaire Bulgaarse lied Tih bjal Dunav (De stille witte Donau), waarin de heldendaden worden bezongen van Bulgaarse revolutionairen die in 1876 in opstand kwamen tegen de Turkse onderdrukker en die voor het vaderland hun jonge leven lieten. Alle Bulgaarse kinderen leren dit lied op school.

De Donau, blauw of wit, stil of kolkend, mag zich niet in de belangstelling van beroemde toonzetters verheugen. Daar staat tegenover dat geen andere rivier in Europa aan haar oevers zo een rijke en gevarieerde muzikale folklore herbergt als juist de Donau.

Bij de Donau zingt ieder zijn eigen lied, in zijn eigen taal of dialect, en naar zijn eigen temperament: het Zuid-Duitse, Oostenrijkse, Slowaakse, Hongaarse, Kroatische, Servische, Bulgaarse, Roemeense of Oekraïense. Op het gebied van de muziek en van het volkslied in het bijzonder is de Donau multicultureel in de ruimste zin van het woord. En zo zal het nog lang blijven.

Hans Renner is hoogleraar Midden-Europese Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. De auteur dankt dr. P.W. van Reijen van de Rijksuniversiteit van Groningen, prof.dr. Georg Stöffler van de Universiteit van Innsbruck, en dr. Pavel Unger uit Bratislava voor hun waardevolle suggesties.

Omhoog
Terug naar archief