De grootste Hongaar

László Marácz

De liberale graaf István Széchenyi (1791-1860) wordt gezien als de grondlegger van het moderne Hongarije. De 'grootste Hongaar', zoals Széchenyi wordt genoemd, ontketende in zijn eentje een ware moderniseringsrevolutie in Hongarije in de eerste helft van de negentiende eeuw. Veel projecten heeft Széchenyi zelf geďnitieerd, gerealiseerd of van een blauwdruk voorzien. Het was zijn idee om na de bouw van de kettingbrug over de Donau van Boedapest een metropool te maken. Tegenwoordig bepaalt de Kettingbrug, die naar Széchenyi is vernoemd, nog steeds het aangezicht van de Hongaarse hoofdstad.

Bij het West-Hongaarse plaatsje Nagycenk, zo'n vijf kilometer onder de stad Sopron, ligt het landgoed van de adellijke familie Széchenyi. Het 'kasteel' van de Széchenyi's is eigenlijk meer een groot buitenverblijf. Het ligt niet ver van de dorpskern van Nagycenk.

Aan de voorkant van het kasteeltje is een symmetrische tuin met in het midden de oprijlaan. In de Engelse tuin aan de achterkant staan lindebomen die honderden jaren oud zijn. De aangename geur van de lindebloesem herken je meteen als je in het voorjaar op het overdekte terras uitrust van een rondwandeling op het landgoed. Uit de stallen die tegen de achterkant van het kasteeltje zijn gebouwd, hoor je het gehinnik van de rijpaarden. Széchenyi was dol op paardenrennen en heeft deze sport in Hongarije geďntroduceerd.

Op dit landgoed in Nagycenk heeft graaf Széchenyi zijn jeugd doorgebracht. De kleine István moet genoten hebben van de lange wandeltochten op het landgoed. In een rechte lijn van het kasteel strekken de landerijen zich uit naar het Fertömeer (Neusiedlermeer) aan de Hongaars-Oostenrijkse grens. Het landgoed van de Széchenyi's eindigt bij het dorpje Fertöboz, waarvandaan het lager gelegen Fertömeer geheel te overzien is. De strakke, geordende en glooiende lijnen in het landschap zullen ongetwijfeld hebben bijgedragen aan de vorming van de jonge Széchenyi.

Keizerlijke lijfgarde
West-Hongarije stond van oudsher onder invloed van de Habsburgers. Die invloed werd sterker vanaf 1683, toen de ontzetting van het Tweede Weense beleg het keerpunt betekende in de strijd tegen de Osmaanse bezetting van Hongarije.

In de jeugd van István Széchenyi hadden de Habsburgers Hongarije vast in hun greep. De Széchenyi's waren, net als andere adellijke grootgrondbezitter in West-Hongarije (de Eszterházy's, de Zichy's en de Festetics') op Wenen, het centrum van het Habsburgse rijk, gericht. Nagycenk ligt niet ver van Wenen.

De Habsburgers bonden de adellijke families van Hongarije aan zich door de jonge telgen uit deze families een carričre aan het hof te bieden. Voor dat doel had keizerin Maria Theresia, die de steun had van de Hongaarse adel en geestelijkheid, in 1760 de Hongaarse afdeling van de keizerlijke lijfgarde opgericht. Ook Széchenyi zou hierin zijn militair diplomatieke loopbaan starten. In de keizerlijke lijfgarde werden de verlichtingsidealen algemeen geaccepteerd.

De drijvende kracht in de Hongaarse afdeling van de lijfgarde was György Bessenyei, een vertrouweling van Maria Theresia. Bessenyei was een volgeling van de Franse filosoof Voltaire en de Franse Encyclopedisten. Hij was ook het eerste lid van de lijfgarde die in zijn moedertaal, het Hongaars, ging schrijven.

De vernieuwing van de Hongaarse taal was voor de Hongaarse leden van de lijfgarde de sleutel naar de modernisering van Hongarije. Gekoppeld aan het idee dat de Hongaarse taalvernieuwing de rationaliteit zou bevorderen, wat de welstand van de hele natie ten goede zou komen, lanceerde Bessenyei het idee van de oprichting van een Hongaarse academie van wetenschappen. Dit om de Hongaarse taal geschikt te maken als bestuurstaal voor een herboren Hongarije. Tot 1844 was het Latijn de bestuurstaal van Hongarije. Széchenyi zou de ideeën van Bessenyei overnemen.

Engeland
De keizerlijke lijfgarde bood Széchenyi de mogelijkheid om zijn diplomatieke vaardigheden te oefenen. Hij was lid van de Oostenrijkse delegatie die in 1815 aan het Weense Congres in 1815, dat de Europese machtsverhoudingen na de val van Napoleon bepaalde, deelnam. Hier leerde hij de Oostenrijkse kanselier Clemens Metternich kennen, die de touwtjes op dit congres stevig in handen had.

De lijfgarde bood Széchenyi ook de mogelijkheid om rond te reizen in Europa. Het meest onder de indruk was hij van Engeland, dat hij in 1816 voor het eerst bezocht en waar hij het politieke en economische systeem bestudeerde. In Engeland zag Széchenyi het grote voorbeeld voor Hongarije: een dynamische economie en een geliberaliseerd politiek systeem waarin de adel het voortouw neemt.

Széchenyi moet in Londen aan de Theems het grote visioen van de nieuwe metropool aan de Donau, de stad Boedapest, gekregen hebben. In de tijd dat Széchenyi Engeland bezocht waren Boeda en Pest nog aparte steden respectievelijk aan de rechter- en de linkeroever van de Donau. Omstreeks 1840 zou Széchenyi's visioen werkelijkheid worden als door de vereniging van de stadsdelen Oud-Boeda, Boeda en Pest de nieuwe stad Boedapest ontstaat.

In 1825 stapt graaf Széchenyi uit de keizerlijke lijfgarde. Het Weense Hof en ook kanselier Metternich zijn niet zo gecharmeerd van het feit dat Széchenyi zich steeds meer inlaat met de publieke zaak in Hongarije.

In dat jaar heeft Széchenyi zijn eerste politieke optreden. Tijdens de Hongaarse landdag spreekt hij als lid van het Hogerhuis voor het eerst in de geschiedenis het Hogerhuis in het Hongaars toe. In zijn toespraak pleit hij voor de oprichting van een Hongaarse academie van wetenschappen. Zijn toespraak krijgt veel positieve respons onder de verzamelde hoge adel. Széchenyi haalt met gemak het bedrag binnen dat nodig is om de Hongaarse Academie van Wetenschappen op poten te zetten.

Na zijn eerste grote publieke optreden zal Széchenyi het ene nationale project na het andere lanceren. Aan de basis van zijn projecten staan gedetailleerde theoretische studies waarin hij analyseert wat er in Hongarije gedaan moet worden om het land te moderniseren. Széchenyi wordt de grote leraar die zijn landgenoten de moderniteit onderwijst.

Projecten
In 1828 schrijft Széchenyi Lovakrul (Over de paarden), waarin hij pleit voor het fokken van paarden en het introduceren van paardenrennen in Hongarije. In het boek Hitel (Pacht) zet hij uiteen waarom Hongarije economisch is achtergebleven. Volgens hem heeft dit te maken met het feit pachtstelsel in Hongarije, dat wettelijk niet goed geregeld is.

In zijn studie Stadium (1833) formuleert hij negen voorstellen om de modernisering van Hongarije te versnellen. Zijn voorstellen hebben betrekking op de verhouding tussen landheer en lijfeigenen, de belastingen, de economie en de infrastructuur.

Széchenyi schrijft niet alleen talloze boeken, essays en krantenartikelen over de modernisering van Hongarije, hij probeert ook zoveel mogelijk projecten die hij voor ogen heeft, zelf uit te voeren. Tussen 1830 en 1840 vestigt hij definitief zijn naam als de grote moderniseerder van Hongarije.

Hij richt in Pest het Nationaal Casino op om de adel een plek te geven waar kan worden gedebatteerd. Hij richt de Hongaarse Maatschappij voor het Fokken van Dieren op, waar later het Hongaars Genootschap voor de Economie uit voortgekomen is en hij introduceert de stoomboot in Hongarije.

In Oud-Boeda richt Széchenyi een scheepswerf op, waar stoomboten worden gebouwd. Vanaf 1830 varen stoomboten op de Donau en de Tisza, die hij bevaarbaar heeft laten maken. De Hongaarse stoomboten kunnen ook de Donau afzakken als de zogeheten IJzeren Poort, de rotsen in de Donau die tegenwoordig op de grens van Roemenië en Servië liggen, omzeild kan worden.

Hij verhoogt de productie in de textielindustrie dankzij stoommachines en laat molens met stoommachines aandrijven. In 1846 rijdt de eerste stoomtrein van Wenen naar de Hongaarse hoofdstad Pozsony (tegenwoordig Bratislava). Széchenyi zal in 1848 - als minister van Verkeer in de revolutionaire regering - zijn plan voor een landelijk spoorwegennet ontvouwen.

Zijn belangrijkste project is evenwel de vorming van de stad Boedapest. Om de stadsdelen Oud-Boeda, Boeda en Pest te verenigen wordt tussen 1832 en 1848 een kettingbrug over de Donau gebouwd. Voor de bouwwerkzaamheden haalt Széchenyi de gebroeders Adam en William Clark, bekende Schotse ingenieurs die hij op zijn reizen naar Engeland heeft leren kennen, naar Hongarije. Met de totstandkoming van de Kettingbrug doorbreekt Széchenyi ook het belastingprivilege van de adel in Hongarije. Om de brug over te komen moet nu iedereen tol betalen.

Nalatenschap
In 1840 is Széchenyi op het toppunt van zijn populariteit. De moderniseringsbeweging die hij heeft geďnitieerd wordt echter gekaapt door de journalist en jurist Lajos Kossuth.

Onder Kossuth zal de Hongaarse vernieuwingsbeweging een radicalere, anti-Habsburgse koers gaan varen. Kossuth, afkomstig uit de lagere adel, wil volledige democratisering en nationale onafhankelijkheid voor Hongarije via de onttroning van de Habsburgse dynastie.

Dit tot ergernis van Széchenyi, die de Europese politieke situatie juist zal inschatten. Széchenyi vreest dat Hongarije bij een afscheiding van Oostenrijk alleen zal komen te staan en dat Kossuth daarmee de modernisering van Hongarije, zíjn project, op het spel zal zetten.

Hoewel er in Europa vooral onder Franse en Britse liberalen veel sympathie is voor de Hongaarse liberalisering en modernisering, steunt geen enkele Europese grootmacht de Hongaarse Vrijheidstrijd. Die begint met een opstand op 15 maart 1848 in Boedapest. Een maand later wordt er een nieuwe Hongaarse regering gevormd waarin Széchenyi, ondanks zijn vrees voor de kansen van een onafhankelijk Hongarije, de post van minister van Verkeer accepteert. Na het neerslaan van de Hongaarse Vrijheidsstrijd tegen de Habsburgers trekt Széchenyi zich vol zelfverwijt terug uit de openbaarheid. In 1860 pleegt hij zelfmoord.

Széchenyi ligt begraven in het mausoleum naast de Johannes de Doper-kerk van Nagycenk. Op het mausoleum staat zijn lijfspreuk: 'Hongarije is niet geweest, maar het zal worden!'



Tegenwoordig is het Széchenyi-kasteel in Nagycenk ingericht als een museum waarin alle projecten van Széchenyi in de vorm van maquettes en kaarten tentoongesteld zijn. Zaal na zaal wordt duidelijk hoeveel Széchenyi bereikt heeft en op hoeveel fundamentele projecten in Hongarije Széchenyi invloed heeft gehad. Széchenyi heeft de basis gelegd voor het moderne Hongarije.

Omhoog
Terug naar archief