Samen tegen de misdaad

Edwin Bakker

Boekarest staat niet bekend om zijn vele hoofdkantoren van internationale organisaties. Wie zal überhaupt een internationale organisatie associëren met Boekarest? Maar sinds een aantal jaren is Roemenië's hoofdstad toch echt de trotse locatie van een regionale veiligheidsorganisatie die in Zuidoost-Europa belangrijk werk doet, de SECI.

Deze internationale club is door de Roemeense overheid in een van de meest prestigieuze gebouwen van het land gehuisvest, namelijk het 'grootste' Roemeense bouwwerk, het prachtige Paleis van het Parlement. Daar zit op de hoogste verdieping in een aantal van de vele gigantische zalen het SECI, het 'Regionale centrum voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit'.

In dit zogeheten SECI-Centrum participeren naast Roemenië ook Hongarije, Moldavië, Bulgarije, Albanië, Griekenland, Turkije en de vijf opvolgerstaten van voormalig Joegoslavië: Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië en Servië-Montenegro.

Het zenuwcentrum van het in 1999 opgerichte SECI is een grote hal met daarin een dozijn glazen hokjes van ongeveer twintig vierkante meter. In deze ruimtes vindt het belangrijkste werk plaats: het dagelijkse overleg. Anders dan bij andere internationale organisaties gaat het daarbij niet om contacten tussen diplomaten en politici, maar om overleg tussen praktisch werkende verbindingsofficieren; voor elk land één van de politie en één van de douane. Deze werken samen aan gemeenschappelijke gevallen van grensoverschrijdende misdaad.

Door middel van gecodificeerde intranetverbindingen zijn deze verbindingsofficieren ook in staat om snel met de eigen ministeries en instituten te communiceren. Boekarest staat zo in nauw contact met Athene, Ankara, Boedapest en de andere hoofdsteden van de deelnemende landen.

Op een hoger en minder praktisch niveau vindt overleg plaats in zes verschillende task forces, die zich bezighouden met respectievelijk mensensmokkel, drugssmokkel, financiële en computercriminaliteit, de handel in gestolen voertuigen, (sigaretten)smokkel en terrorisme. Hun belangrijkste taak is het bevorderen en verbeteren van samenwerking op ambtelijk niveau tussen de instanties van de verschillende landen om deze vormen van misdaad beter te kunnen bestrijden.

Dat is helaas hard nodig. Criminele en terroristische organisaties hebben na de val van de muur en de burgeroorlogen op de Balkan enorm geprofiteerd van de chaos en de zwakte van de nieuwe postcommunistische overheden. De nieuwe grenzen vormden daarbij eerder nieuwe kansen dan extra obstakels.

Deze 'profiteurs' worden nu door SECI aangepakt door middel van multinationale operaties met klinkende namen als 'Flash Hotel', 'Mirage 2004' en 'Priest'. De acties hebben in de afgelopen paar jaar geleid tot de arrestatie van grote groepen mensenhandelaren en drugssmokkelaars.

Naast concrete grensoverschrijdende operaties kent SECI diverse veelbelovende projecten die moeten leiden tot betere methoden van samenwerking of het versterken van bepaalde capaciteiten. Zo worden op het gebied van terrorismebestrijding onder de algemene leiding van Turkije twee projecten uitgevoerd.

Het eerste project richt zich op de problematiek van de verspreiding van kleine wapens. Albanië nam hiertoe het voortouw. Dit land is in zekere zin 'expert' op dit terrein na de enorme smokkel ten tijde van de gewelddadige crises in Kosovo en Macedonië en nadat in eigen land de arsenalen geplunderd werden na het ineenstorten van de piramidefondsen in 1997. Het tweede project bestaat uit het versterken van de capaciteiten van landen om de smokkel in (grondstoffen voor) massavernietigingswapens te bestrijden. Gastland Roemenië heeft op dit terrein een leidende rol.

Het belangrijkste doel en middel bij het bevorderen van concrete samenwerking op deze gebieden is informatie-uitwisseling. Deze is onontbeerlijk in een regio met veel nieuwe en slecht bewaakte grenzen. De uitwisseling verloopt volgens SECI relatief goed, ondanks de taalbarrières, de verschillen in de datasystemen en de recente gewapende conflicten tussen een aantal landen binnen deze organisatie.

Behalve tussen de twaalf deelnemende landen wordt ook informatie gedeeld met de twaalf permanente waarnemers van het centrum, waaronder West-Europese landen als Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland, alsmede Canada en de Verenigde Staten (laatstgenoemde is verreweg de grootse sponsor van het SECI). De West-Europese en Amerikaanse partners hebben ook veel baat bij de aanpak van het probleem van grensoverschrijdende criminaliteit in Zuidoost-Europa. Veel wapens, mensen en drugs belanden immers uiteindelijk in het Westen. Denk in het geval van Nederland aan de aanwezigheid van veel wapens uit voormalig Joegoslavië: van handvuurwapens tot handgranaten en raketwerpers.

Daarnaast is betere samenwerking op het terrein van de bewaking van grenzen van belang in de strijd tegen terrorisme. Onlangs werd nog een hoofdverdachte van de aanslagen in Madrid opgepakt aan de Hongaars-Servische grens.

Behalve het verminderen van de grensoverschrijdende criminaliteit is voor de deelnemende landen het verbeteren van hun slechte reputatie op het gebied van grensoverschrijdende criminaliteit van belang. Dit geldt met name voor de landen die nog geen (kandidaat) EU-lid zijn en die hun kansen om snel tot de EU te kunnen toetreden niet bedorven willen zien worden door criminelen en terroristen.

Ook kunnen de ervaringen die binnen het SECI en met de externe partners worden opgedaan op termijn bijzonder waardevol blijken bij toenemende samenwerking tussen instellingen op het gebied van grensoverschrijdende criminaliteit van de EU-landen onderling, zoals Europol.

Ten slotte ligt ook betere en intensievere samenwerking met meer naar het oosten gelegen landen voor de hand. Uitbreiding van het Southeast European Cooperative Initiative met Oekraïne en de Kaukasische republieken behoort tot de opties.

Wat dat betreft kan het SECI-Centrum nog heel wat groei verwachten. Men hoeft gelukkig niet bang te zijn dat het centrum snel uit z'n jasje zal groeien; het kolossale Paleis van het Parlement biedt nog meer dan voldoende ruimtes.

Omhoog
Terug naar archief