Rijeka: zonnige havenstad met roerig verleden

Bert Wiskie

De Kroatische stad Rijeka ligt aan de diepste insnijding van de Adriatische Zee in het Europese continent en is daarom een aantrekkelijke plaats voor een haven. Waar Italië, Kroatië, Joegoslavië, Oostenrijk en Hongarije samenkomen is een turbulent historisch verhaal gegarandeerd. Vandaag de dag speelt de stad een centrale rol in het herstel van de Kroatische economie na de onafhankelijkheid. En het is een heerlijke stad om de reis naar de dichtstbijzijnde toeristische attracties op Istrië en de Kroatische eilanden voor de kust te beginnen.

De oudste vondsten van een nederzetting op de plaats van Rijeka gaan duizenden jaren terug, maar in de Romeinse tijd doet de vesting voor het eerst van zich spreken in de regeerperiode van Marcus Aurelius in de tweede eeuw na Chr. Eeuwenlang vormt de vesting een militair-strategische plek op de grens van de Balkan, Midden-Europa en het Apennijnse schiereiland.

In de zestiende eeuw ontwikkelt de stad zich in een hoog tempo dankzij de handel in ijzer, olie, hout, vee, leder en wol van en naar het achterland. Die commerciële opbloei wordt onderbroken door de oprukkende Turkse legers op de Balkan en in de Hongaarse laagvlakte.

In de volgende eeuwen wisselen Hongarije, Oostenrijk en Frankrijk onder Napoleon elkaar af als heersers. In de achttiende eeuw, in een tijd dat Rijeka als vrijhaven bloeit, ontstaat aan de overzijde van de haven de zusterstad Susak. Na de revolutionaire Lente der Volkeren in 1848 domineren de Kroaten de stad, maar vanaf 1868 fungeert Rijeka ('rivier') als enige haven voor Hongarije.

Met de aansluiting op het spoorwegnet naar Boedapest en Wenen enige jaren later ontvangt Rijeka een krachtige economische impuls. De stad floreert als nooit tevoren en wordt een economisch vliegwiel in het Hongaarse deel van de Dubbelmonarchie.

Over de Korzo en de Riva, twee prachtige mediterrane avenues, flaneren de inwoners van de lente tot en met de herfst, want de stad aan de Adriatische kust heeft een mild klimaat. Het leven van de circa 200.000 inwoners speelt zich dan af op straat. Het terras is onderdeel van het dagelijks leven. Alle reisgidsen wijzen erop, maar hier zie je het: Midden-Europa en de bloei van de negentiende eeuw zijn overal aanwezig.

Op een steenworp afstand van dit straatleven ligt het Nationaal Theater, vernoemd naar de componist Ivan Zajc, en geopend in 1885. Het werd ontworpen op de burelen van de Wener architecten Herman Gottlieb Helmer and Ferdinand Fellner.

Schitterende decoraties sieren het interieur: werken van de hand van Gustav Klimt en zijn minder bekende broer, Ernest, zijn direct herkenbaar. De grote operazanger Enrico Caruso vierde hier nog triomfen. In 1945 werd voor het eerst een Kroatisch stuk opgevoerd. Op het plein voor het theater bieden marktkooplui hun waren aan.

Iets verderop steekt een ander indrukwekkend gebouw af tegen de zonnige hemel. Het is de uit grote blokken opgetrokken, maar toch zeer elegante kolos die in alles Midden-Europa vertegenwoordigt: de majestueuze universiteitsbibliotheek. Op de eerste etage worden proto-Kroatische, zogenoemde Glalolitische handschriften bewaard. In de zestiende eeuw, toen de Jezuïeten hier de Contrareformatie brachten, begon de stad aan een lange traditie van educatie en wetenschap. In 1632 werden de poorten van de universiteit geopend.

Uit de bloeiperiode rond 1885 stamt ook het Modello-paleis, een neobarok bouwwerk met een kleurrijke façade, waarmee het stadsbestuur van Rijeka het vermaledijde Triëst, door Wenen steevast als havenstad voorgetrokken, de loef wilde afsteken.

Een imposant monument uit vroeger tijden schittert eveneens trots in de zon: de middeleeuwse burcht van Trsat, die op loopafstand van Susak ligt en waar de oude vooroorlogse grens tussen Italië en Joegoslavië zichtbaar is. Tussen de kantelen door opent zich een wijd panorama over de stad en de Baai van Kvarner. Dat de oude stadstoren verderop er ook nog staat mag een wonder heten, want Rijeka werd meermaals door een aardbeving getroffen.

Net als Praag heeft ook Rijeka een Sint Vituskerk als architectonische herinnering aan de gesel van de pest die de havenstad onbarmhartig trof. De kathedraal stamt uit 1638 en verving een kleinere kerk gewijd aan de beschermheilige van de stad.

Boven het altaar is er een kruisbeeld uit de dertiende eeuw dat wonderbaarlijke krachten wordt toegekend. Een onfortuinlijke kaartspeler, Petar Loncaric, gooide in 1296 gedesillusioneerd een steen naar de crucifix. De bodem onder hem zou zich dadelijk geopend hebben om Loncaric op te slokken. Het kruisbeeld zou daarop bloed hebben gehuild.

Een snelle blik op de historische kaart van de vroege twintigste eeuw verraadt veel. Een strategisch gelegen havenstad, in voorgaande decennia explosief gegroeid tot Europa's zevende haven en de enige uitweg naar de Adriatische Zee voor het Hongaarse achterland, moest na 1918 wel een aantrekkelijke prooi worden. Een twistappel tussen Italië, dat zich als overwinnaar rijk rekende en Joegoslavië, dat zojuist in het leven was geroepen als politiek tehuis voor alle Zuid-Slavische volkeren.

Bij mijn eerste bezoek aan Rijeka jaren geleden ging ik onmiddellijk op zoek naar 'het balkon' van het Paleis van de Gouverneur. Rijeka heeft immers de twijfelachtige eer het toneel te zijn geweest van de openingsakte van het fascistisch drama tijdens het interbellum.

Na de wapenstilstand in 1918 trok onder leiding van de Italiaanse oorlogsheld, dichter en briljante romancier Gabrielo D'Annunzio een duizendtal 'Arditi' (Dapperen) de stad binnen. Onderweg kaapte de flamboyante literator een Italiaanse kanonneerboot waarmee hij de haven binnenvoer. Vanaf het balkon voor het Paleis van de Gouverneur vuurt hij urenlang zijn met irredentisme doorspekte speeches af op zijn Italiaanse volgelingen. Op bevel van de wild gesticulerende D'Annunzio delen zij luidruchtig zijn verontwaardiging dan wel enthousiasme. Wapperende banieren en kaalgeschoren 'zwarthemden' met koppels en rijlaarzen figureren bij de hypnotiserende bijeenkomsten die Mussolini later zal kopiëren.

Het fascisme als politieke leer van de actie is geboren. Met zijn coup d'etat in Rijeka verzet D'Annunzio, voormalig minnaar van actrices als Sarah Bernhardt, Eleanora 'La' Duse en ballerina Isadora Duncan, zich tegen het besluit om de aanwezige Italiaanse troepen terug te trekken. Dat eisen de geallieerden immers.

Na enige maanden operettedictatuur wordt D'Annunzio door zijn eigen Italiaanse marine de stad uit gestuurd. Rijeka krijgt een internationale status maar wordt in 1922 door Mussolini alsnog bezet.

Pas vanaf 1947 wordt de havenstad deel van Joegoslavië om na 1991 de derde stad en belangrijkste haven van het onafhankelijke Kroatië te worden. Een toekomstig Kroatisch lidmaatschap van de Europese Unie zal Rijeka als belangrijke haven voor Midden-Europa aan de Adriatische Zee geen windeieren leggen.

Omhoog
Terug naar archief