Strijder voor de open samenleving

Neeltje de Kroon

Een persoon kan opmerkelijke extremen in zich verenigen. George Soros behoort tot 's werelds rijkste beursspeculanten. Hij is de verpersoonlijking van het snelle kapitaal. Maar deze - van origine - Hongaar heeft ook een andere kant, namelijk die van weldoener en wereldverbeteraar.

Soros was de oprichter en directeur van een van de eerste dekkingsfondsen, waarmee investeerders hun beleggingsrisico's verkleinden. Het gevolg was dat er massaal belegd ging worden en zoals bekend liep dit niet voor iedereen even goed af. Met zijn Quantum Fund presteerde hij het om de Bank of England te laten springen en een enkele deal leverde hem 600 miljoen dollar op.

Desalniettemin ziet Soros dergelijk flitskapitaal als bedreiging voor de vrede en de maatschappelijke opbouw. Volgens hem is een evenwichtige economie de enige mogelijkheid om een stabiele maatschappij te creëren. Zelf zegt hij over deze twee uitersten: 'Als burger zet ik me in voor regels, als belegger speel ik met deze regels'.

Zich inzetten voor handhaving van de regels doet hij op een bijzondere manier. Soros is een van de bekendste filantropen van deze tijd. Via zijn stichting The Open Society Institute doneert hij wereldwijd honderden miljoenen om zijn ideaal van een open samenleving te propageren.

George Soros werd in 1930 in Boedapest geboren. Als joodse jongen dook hij onder voor de nazi's en na de Tweede Wereldoorlog ontvluchtte hij zijn geboorteland voor het communisme. Dit bracht hem naar Londen, waar hij filosofie ging studeren aan de London School of Economics.

Een van de professoren van wie Soros les kreeg was de wereldberoemde filosoof Karl Popper. Hij zou de bron van inspiratie vormen voor Soros' verdere loopbaan. Popper hing de gedachte aan dat er niet zoiets bestaat als dé waarheid. Er waren echter dictatoriale regimes die beweerden wel 'de waarheid' in pacht te hebben. De enige manier waarop dictaturen deze claim in stand konden houden was door geweld.

Binnen Poppers ideaal van een open samenleving zal niemand beweren de hoogste waarheid te kennen, waardoor er altijd ruimte is voor discussie en verbetering. In zijn boek The Open Society and Its Enemies (1944) werkt Popper deze opvattingen verder uit.

In eerste instantie paste Soros Poppers filosofie toe op de geldmarkt. Als er geen fundamentele waarheid bestaat is de enige echte zekerheid een constante onzekerheid. Het internationale financiële systeem is per definitie instabiel en zal zichzelf ook nooit in evenwicht kunnen brengen.

Met andere woorden, Adam Smiths 'onzichtbare hand' is een illusie. De geldmarkt is per definitie instabiel en de speculant die deze instabiliteit op het juiste moment voorziet zal er niet armer op worden. Soros' theorie bleek in de praktijk te werken. Hoewel zijn reputatie als econoom - zacht uitgedrukt - omstreden is, wist Soros vele honderden miljoenen op de internationale geldmarkt binnen te halen.

Een van de grootste klappers die Soros maakte was dat hij de nationale bank van Engeland 'kraakte' door miljoenen ponden te lenen en deze in te ruilen voor Duitse marken. Toen het pond vervolgens instortte, wisselde hij zijn marken weer terug. Met deze simpele truc werd Soros binnen één dag één miljard dollar rijker, maar werd tevens het Engelse pond buiten het Europees Monetair Stelsel gedwongen.

Ondanks klappers als deze presteerde Soros het ook om in de jaren negentig in korte tijd 300 miljoen dollar te verliezen door een koersdaling die hij nota bene zelf had voorzien. Zijn dubieuze naam als econoom werd nogmaals bevestigd met zijn in 1998 verschenen boek The Crisis of Global Capitalism, waarin hij het einde van de vrije markteconomie voorspelde, wat tot op de dag van vandaag nog niet is uitgekomen en voorlopig ook niet zal plaatsvinden.

Volgens kenners ligt Soros' kracht in het feit dat hij grotere financiële risico's durft te nemen dan anderen. Gevolg is dat zowel verliezen als winsten extreem uitpakken.

Begin jaren tachtig zat Soros midden in een persoonlijke crisis. Gescheiden van zijn vrouw, vereenzamend op een appartement, besloot hij een nieuwe wending aan zijn bestaan te geven. Hij wilde zijn leven niet langer wijden aan het incasseren van zoveel mogelijk geld, maar zich in dienst stellen van het ideaal van een 'open society'.

Zoals hij in 1990 stelde: 'Toen mijn dekkingsfonds honderd miljoen dollar in kas had en ik zelf zo'n 25 miljoen vond ik dat ik genoeg geld had. Het enige wat me sindsdien bezighoudt is de strijd voor een open samenleving'.

Zijn missie startte hij in Oost-Europa. Reeds in 1980 financierde hij onder andere Charta 77, de belangrijkste dissidentenorganisatie in Tsjecho-Slowakije, en vakbond Solidariteit in Polen. Beide organisaties zouden een grote rol spelen in de uiteindelijke val van het communisme in deze landen.

In Hongarije richt hij in 1984 de George Soros Foundation op. De eerste daad die via deze stichting werd verricht was een schenking van vierhonderd kopieermachines aan verschillende universiteiten en andere instellingen in Hongarije.

Na de gift van de kopieermachines zouden nog vele schenkingen volgen. Met Soros' financiële steun werden via een netwerk van organisaties in Oost- en Midden-Europa honderden projecten opgezet. Internetcentra werden opgericht en wetenschappers kregen financiële hulp zodat zij hun werk konden blijven uitoefenen zonder afhankelijk te zijn van een 'overheid in transitie'.

Geschiedenisboeken werden aan scholen geschonken zodat de niet-communistische versie van het verleden door jongeren zou worden geleerd. Culturele centra konden ontstaan, studiebeurzen werden uitgereikt en uitwisselingen voor studenten werden mogelijk gemaakt. Onafhankelijke media en vakbonden kregen ondersteuning en uitgebreide bibliotheken werden opgezet. Deze projecten creëerden kortom de randvoorwaarden voor het tot stand komen van een open samenleving.

Dat zijn toekomstverwachtingen niet altijd uitkwamen heeft Soros, als een echte Popperiaan, onderkend. De overgang van een gesloten naar een open samenleving bleek minder soepel te verlopen dan verwacht en vaak ontstond er, in eerste instantie, een machtsvacuüm.

Voor Soros des te meer reden om zijn steun door te zetten. Helemaal omdat het Westen tot de eerste helft van de jaren negentig volgens Soros 'slechts bereid was de overgang te ondersteunen met woorden, maar niet met geld'.

Startte hij de George Soros Foundation in Midden- en Oost-Europa, aan het eind van de jaren tachtig breidde Soros zijn werkterrein uit, onder andere naar Zuid-Amerika en Rusland. De mogelijkheden die hij in 1987 in Rusland zag, kwamen voort uit het feit dat toenmalig president Michaïl Gorbatsjov de wetenschapper Andrej Sacharov, die begin jaren tachtig financieel werd ondersteund door Soros, na jarenlange ballingschap liet terugkeren naar Moskou.

Vanaf toen schonk Soros jaarlijks 25 miljoen dollar aan verschillende organisaties in Rusland. Vijftien jaar en ruim een miljard dollar later zette hij een punt achter deze jaarlijkse bijdrage. 'De Russische economie krabbelt op, de orde is hersteld. Ik ben niet meer bereid te betalen voor zaken waarvoor de staat verantwoordelijk is', aldus de pragmaticus Soros op een persconferentie.

Soros' missie levert hem niet alleen positieve reacties op. Met name uit linkse hoek klinkt de klacht dat Soros weliswaar een open society propageert, maar dat zijn eigen stichting allerminst open is. Die wordt afgeschilderd als 'elitair' en een instelling waar de 'gewone man' binnen de ondersteunde landen nauwelijks toegang toe weet te krijgen.

Ook het feit dat hij al jarenlang in een slepende beursaffaire is verwikkeld, vormt een dankbaar onderwerp van kritiek. Voorlopig hoogtepunt in deze zaak is de uitspraak in maart 2005 van het gerechtshof van Parijs dat oordeelde dat hij in 1988 handel met voorkennis had gepleegd. Buiten de boete van 2,2 miljoen euro leverde dit hem een enorme deuk in zijn zo gekoesterde imago van 'weldoener' op. Soros houdt zelf overigens zijn onschuld vol en zal in cassatie gaan. Het laatste woord over deze zaak is dus nog niet gezegd.

Ook de combinatie van speculant en filantroop vormt een aanleiding om vraagtekens te zetten bij de motieven van Soros. Wil hij de wereld daadwerkelijk verbeteren? Of investeert hij in deze landen om er uiteindelijk zelf rijker van te worden?

Soros zelf laat zich niet tegenhouden door kritiek. Consequent gaat hij door met zijn strijd voor een open samenleving. Het is een strijd die in het afgelopen decennium een verrassende wending heeft gekregen. Het zijn niet langer slechts niet-westerse landen die volgens hem zijn hulp nodig hebben. Soros heeft inmiddels zijn pijlen gericht op het land waar hij al sinds 1956 woont, de Verenigde Staten.

Volgens Soros is Amerika onder leiding van president Bush langzaam aan het afglijden naar de door hem zo verafschuwde gesloten samenleving. Vandaar dat hij in zijn boek The Bubble of American Supremacy (2004) schrijft: 'Mijn belangrijkste doelstelling is om het Amerikaanse volk ervan te overtuigen president Bush niet te herkiezen.'

En dan blijkt dat zelfs een van de rijkste personen ter wereld niet altijd krijgt wat hij wil; George W. Bush zit immers voor de tweede keer in het Witte Huis. Soros, nu 71 jaar, heeft gezegd dat hij tot zijn tachtigste door zal gaan met zijn strijd voor een open samenleving. Hij zal voorlopig nog genoeg te doen hebben.

Omhoog
Terug naar archief