Baltische twijfel over Russische uitnodiging

René Does

Gaan of niet gaan? De Baltische regeringsleiders hebben gedubd over het antwoord op deze vraag sinds ook zij van Rusland een uitnodiging kregen om op 9 mei in Moskou de zestigste verjaardag van de overwinning op nazi-Duitsland te komen meevieren. De Russische uitnodiging stelde de Balten voor moeilijke keuzes.

De Baltische dilemma's vloeien voort uit de ervaring van 45 jaar bezetting door de communistische Sovjet-Unie. De Balten kunnen de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog moeilijk als louter een bevrijdingsfeest zien.

Na de Eerste Wereldoorlog werden Estland, Letland en Litouwen, die tot die tijd tot het tsaristische Rusland behoorden, onafhankelijke staten. Deze eerste periode van onafhankelijkheid duurde tot 1940.

Op 23 augustus 1939 sloten de sovjet- en Duitse ministers van buitenlandse zaken, Vjatsjeslav Molotov en Joachim von Ribbentrop, een pact waarin de kleine Oost-Europese landen werden opgedeeld tussen de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland. Volgens dit Molotov-Ribbentrop Pact kreeg de Sovjet-Unie onder meer het Balticum. In juni 1940 werden Estland, Letland en Litouwen bezet door het sovjetleger. Een jaar later viel Duitsland de Sovjet-Unie binnen en bezette ook deze drie landen.

Na de Tweede Wereldoorlog werden zij unierepublieken van de Sovjet-Unie. In 1990 herwonnen ze hun onafhankelijkheid. Nu zijn ze lidstaten van de Europese Unie en de NAVO. Natuurlijk hebben de andere Oost-Europese landen een vergelijkbare historische ontwikkeling doorgemaakt in de twintigste eeuw en zullen zij overeenkomstige bezwaren hebben bij de komende herdenkingsfestiviteiten in Moskou.

Naar aanleiding van de uitnodiging voor 9 mei vragen de Balten om expliciete erkenning door Rusland van hun lijden onder Stalin en de decennialange gevolgen die Stalins optreden heeft gehad voor hun nationale ontwikkeling. De Russen moeten kortom erkennen dat de periode 1945-1990 voor de Balten een nieuwe 'bezetting' betekende.

Ook journalist en Oost-Europadeskundige Anatol Lieven stelt in zijn standaardwerk over het Balticum, The Baltic Revolution. Estonia, Latvia, Lithuania and the Path to Independence, dat de schade door de sovjetbezetting in het Balticum 'moeilijk te overschatten is'. Zo werden na de Tweede Wereldoorlog honderdduizenden Balten naar Siberië gedeporteerd en vluchtten tienduizenden Balten naar het buitenland. In alle opzichten werd het naoorlogse leven in Estland, Letland en Litouwen gefrustreerd en vervormd.

De Letse presidente Vaira Vike-Freiberga heeft inmiddels verklaard dat zij in mei naar Moskou zal afreizen. Maar zij heeft tegen Rusland ook de hardste woorden gesproken over de betekenis van het einde van de oorlog voor de Balten.

'De gedachte dat het Rode Leger ons in de jaren 1944 en 1945 zou hebben bevrijd, is voor ons ongehoord.' En: 'Anders dan in West-Europa resulteerde de ondergang van het gehate Duitse nazi-rijk niet in de bevrijding van mijn land. Integendeel, de drie Baltische landen Estland, Letland en Litouwen werden het subject van een andere brute bezetting door een ander buitenlands totalitair imperium, dat van de Sovjet-Unie.' Voor de Balten is Stalin een even grote schurk als Hitler, aldus Vike-Freiberga. De echte bevrijding van de Baltische landen vond volgens haar pas in 1990 plaats.

De Estse president Arnold Rüütel, die niet naar Moskou komt, sprak vergelijkbare woorden in een interview met de Russische krant Nezavisimaja Gazeta: 'Na het einde van de oorlog gingen de arrestaties en deportaties van tienduizenden mensen gewoon door.' Ook Rüütel benadrukt dat het Molotov-Ribbentrop Pact leidde tot de 'bezetting' van het Balticum door de Sovjet-Unie.

De Litouwse autoriteiten gaan meestal tactischer en sluwer met Rusland om dan hun collega's in Letland en Estland. President Valdas Adamkus stond echter onder druk van de veteranen van de Litouwse onafhankelijkheidsstrijd uit de jaren tachtig om te weigeren. De Litouwse leiding moet niet wegmoffelen 'dat Litouwen door de Sovjet-Unie bezet werd en dat er verzet was tegen de sovjetbezetters en hun politieke genocide', stellen zij in een oproep aan de regering. Kort geleden verklaarde ook Adamkus dat hij op 9 mei thuis in Litouwen zal zijn.

Russen hebben uiteraard een andere visie op het einde van de Tweede Wereldoorlog. De meesten denken louter in termen van bevrijding. Stalin is voor hen ook de man die de overwinning op nazi-Duitsland bereikte.

Men kan begrip opbrengen voor de Baltische getuigenispolitiek. Aan de andere kant riskeren de Balten een Doos van Pandorra te openen waar zij niet onbeschadigd uit komen. Zo presenteren de Russen het Moskouse feest in mei als een pan-Europees verzoeningsfeest waarvoor alle Europese regeringsleiders zijn uitgenodigd. De Balten lopen het gevaar om in het kader van Europese eenwording als dwarsliggers en feestverstoorders te worden betiteld.

Indien de Baltische regeringsleiders boetedoening door Rusland blijven eisen, kunnen de Russen bovendien de twijfelachtige kanten van het Baltische verleden in het interbellum en de Tweede Wereldoorlog in de schijnwerpers plaatsen. In het interbellum ontwikkelden zich in alle drie de Baltische republieken rechts-autoritaire politieke systemen met fascistische trekken.

Hoewel men het Balticum van voor de oorlog absoluut niet kan vergelijken met nazi-Duitsland, wisten de Balten ook geen effectieve weerstand te bieden aan de fascistische verleiding uit die periode. Ook hebben Balten in de oorlog ruim hand- en spandiensten verleend aan de holocaust en de vernietiging van het joodse leven door de nazi's in hun landen.

De Balten trachten deze misdaden enigszins goed te praten door te wijzen op de relatief grote steun uit de joodse Baltische gemeenschap voor het communisme en de sovjetinval van 1940. Overigens is deze joodse houding weer te verklaren uit de steeds marginalere maatschappelijke positie waarin de joden in het Balticum in het interbellum werden gedrongen.

Lieven schrijft in zijn standaardwerk dat de Balten, met name de Balten die na de oorlog in de emigratie zijn gegaan, snel een blinde vlek vertonen voor de zwarte bladzijden uit hun geschiedenis en vooral hun slachtofferrol willen zien. De felle Letse presidente Vike-Freiberga is afkomstig uit de Letse emigratie.

Een buitenstaander zou het Baltische eisenpakket als symboolpolitiek kunnen afdoen. De Letse presidente Vike-Freiberga zal dus in haar eentje de Baltische eer moeten verdedigen. Of zij in het hol van de leeuw de Russische feeststemming een beetje durft te bederven, is afwachten. Vike-Freiberga kondigde op 2 februari in het Russische dagblad Izvestija niettemin al aan dat zij op 9 mei aanwezig zal zijn 'om de wereld te tonen wat deze datum voor ons betekent'.

Omhoog
Terug naar archief