Kroaats voetbal

Erik Nijsten

De binnenlandse voetbalcompetitie van Kroatië stelt weinig voor. De kampioenschapstrofee wordt sinds de oprichting van de Kroatische competitie in 1992 uitgewisseld tussen Dinamo Zagreb en Hajduk Split. Alleen in 2002 wist een andere club uit Zagreb, NK Zagreb, het kampioenschap te veroveren. De meeste Kroatische sterspelers spelen dan ook liever bij een buitenlandse club. Het Kroatische nationale team is echter een geheel ander verhaal.

Sinds Kroatië in 1992 lid werd van de wereldvoetbalorganisatie FIFA, zijn de komende wereldkampioenschappen in Duitsland alweer het vijfde toernooi waar het zich voor wist te kwalificeren. Alleen de Europese kampioenschappen in 2000 miste Kroatië op een haar na. In de beslissende wedstrijd tegen aartsrivaal Servië-Montenegro kwam Kroatië toen in de thuiswedstrijd niet verder dan een 2-2 gelijkspel. Dit was niet genoeg om een deelname af te dwingen.

De Kroatische fans hoopten dat het team van Servië-Montenegro als gevolg van de Kosovo-oorlog uiteindelijk toch van deelname werd uitgesloten. Dit was immers in 1992 als gevolg van de oorlogen in Kroatië en Bosnië-Herzegovina ook gebeurd. Het zou deze keer niet zo ver komen. De Kroatische fans konden thuis blijven.

De eerste keer dat Kroatië op een internationaal toernooi van zich deed spreken was in 1996 tijdens de Europese kampioenschappen in Engeland. Het team bereikte toen de kwartfinale. Twee jaar later, tijdens de wereldkampioenschappen in Frankrijk, lieten de Kroaten zich pas echt van hun sportieve kant zien. Volkomen onverwachts wist het team de halve finales te bereiken. De latere wereldkampioen Frankrijk bleek echter een maatje te groot. Door de troostfinale tegen Nederland te winnen, veroverde Kroatië uiteindelijk de derde plek.

Het resultaat mondde in heel Kroatië uit in een waar volksfeest. Het voetbalteam zorgde er ook voor dat Kroatië op een positieve manier in de wereldpers verscheen. Tot op dat moment stond het land gelijk aan oorlog, etnische zuiveringen en de slechte medewerking met het Joegoslavië Tribunaal. Het Kroatische nationale voetbalteam bracht hier voor het eerst verandering in.

De meeste spelers van dit succesvolle team waren spelers die in 1987 voor Joegoslavië de wereldbeker voor de jeugd onder 21 jaar in Chili wisten te veroveren. De voetballers van deze generatie hadden vaak een succesvolle internationale carrière. Een van de bekendste spelers is Zvonimir Boban. Voor veel Kroaten is hij de grootste Kroatische voetbalheld.

Dit ligt niet zozeer aan zijn succesvolle carrière bij AC Milan, als wel aan zijn optreden tijdens de nooit gespeelde voetbalwedstrijd tussen Dinamo Zagreb, waar hij toen voor speelde, en Rode Ster Belgrado op 13 mei 1990. In die tijd waren de spanningen tussen Kroaten en Serviërs in Kroatië al flink opgelopen. Voor aanvang van de wedstrijd begon de harde kern van Rode Ster Belgrado, bijgenaamd de Tough Guys, onder leiding van de latere oorlogsmisdadiger Zeljko 'Arkan' Raznatovic vernielingen aan te richten in het voetbalstation van Dinamo Zagreb. Uitgedaagd door de Tough Guys bestormde de harde kern van Dinamo Zagreb, bijgenaamd de Bad Blue Boys, het voetbalveld. De door Serviërs gedomineerde politie greep hierop hard in tegen de Bad Blue Boys.

De spelers van Rode Ster Belgrado vluchtten bij het begin van de ongeregeldheden de catacomben in. Enkele spelers van Dinamo Zagreb, onder wie Boban, bleven echter op het veld staan. Toen er bij hem in de buurt een jongeman met harde hard door de politie tegen de grond wordt gewerkt, greep Boban in. Hij schopte een van de politieagenten neer, waardoor de jongeman de benen kon nemen. (Later bleek dat de politieagent geen Serviër maar een Bosnische moslim was.) Onder politiebegeleiding en toegejuicht door de Bad Blue Boys verliet Boban vervolgens het veld. Zijn actie tegen de politie, die live op televisie te zien was, maakte hem in een keer tot een Kroatische voetbalheld.

Een plaquette bij het voetbalstadion in Zagreb herinnert nog altijd aan deze beruchte dag en aan de Kroatische voetbalfans die gedood werden tijdens de oorlog in Kroatië. 'Voor alle Dinamo-fans voor wie de oorlog op 13 mei 1990 in het Maksimirstadion begon en die hun leven lieten voor hun land,' staat er te lezen.

Boban maakt geen deel meer uit van het hedendaagse Kroatische nationale team. Hij heeft zijn voetbalschoenen aan de wilgen gehangen en geeft nu regelmatig sportcommentaar op de Kroatische televisie. Tegenwoordig moeten spelers als Dado Pršo, Igor Tudor en Robert Kovaè de klus klaren. Of zij tijdens de wereldkampioenschappen in Duitsland net zo succesvol zullen zijn als hun voorgangers in 1998 valt te betwijfelen. Het gelijkspel tegen Malta tijdens de kwalificatiereeks voorspelt weinig goeds.

Omhoog
Terug naar archief