Van grafcomplex tot lindeboom

Erik Nijsten

De dood van Tito in mei 1980 leidde een nieuw tijdperk in voor het toenmalige Joegoslavië. De spanningen tussen de verschillende deelrepublieken namen toe en uiteindelijk braken er in de jaren negentig verschillende oorlogen uit. Veel van de presidenten die tijdens deze oorlogen aan de macht waren zijn inmiddels overleden: Slobodan Milosevic, Franjo Tudjman, Alija Izetbegovic, Ibrahim Rugova. De afgelopen jaren bezocht ik enkele van hun graven.

Natuurlijk zeggen de begrafenis en het graf van een leider niet alles over zijn persoon of zijn land. Toch vallen een aantal zaken op. Allereerst natuurlijk dat iedereen een staatsbegrafenis kreeg, behalve Milosevic. Daarnaast waren er verschillen in de aanwezigheid van buitenlandse gasten bij de begrafenissen. Dit zei iets over de plek die de overledene op dat moment in de politieke arena innam. Dat deze plek ook na de dood voor niet iedereen hetzelfde is, liet de aanslag op het graf van Izetbegovic zien.

Om de rustplaatsen van de presidenten van de voormalige Joegoslavische republieken beter te kunnen inschatten, is het nuttig eerst het graf van de legendarische Joegoslavische leider Tito te bezoeken. Zelf wilde ik in de zomer van 2001 voor het eerst het graf van maarschalk Josip Broz Tito, de president van de Socialistische Federale Republiek van Joegoslavië tussen 1945 en 1980, bezoeken.

Een bezoek aan het Huis van Bloemen waar hij begraven ligt, zat er die zomer echter niet in. 'Nationalisten willen de botten van Tito opgraven en terugsturen naar zijn geboorteland Kroatië,' was de uitleg die ik kreeg van de militairen die het complex bewaakten. Vanwege veiligheidsredenen was het graf niet te bezichtigen.

Een paar jaar later had ik meer geluk en kon ik het graf eindelijk bezoeken. Eigenlijk is meer dan alleen een graf. Het is een complex dat onder andere bestaat uit een museum en Tito's graftombe.

In het museum is een collectie van giften van verschillende politieke leiders over de gehele wereld te bewonderen. Deze zijn afkomstig van zowel westerse als toenmalige communistische landen, plus diverse Derde Wereldlanden. Ook tijdens zijn begrafenis bleek hoezeer Tito internationaal gerespecteerd werd. De toenmalige communistische leiders van Rusland en China, de vice-president van de Verenigde Staten en de Engelse kroonprins Charles kwamen hun laatste eer bewijzen.

Tito's graf zelf is een witte marmeren tombe waarop met gouden letters zijn naam en geboorte- en sterftedatum staan geschreven. De erewacht die er in het verleden stond, is tegenwoordig verdwenen, maar voor de rest wordt het complex nog altijd keurig onderhouden en is inmiddels uitgegroeid tot een heuse toeristenattractie.

Het zijn echter niet alleen toeristen die het graf bezoeken. Tijdens de zestigste herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog, op 20 mei 2005, verzamelde zich een grote groep burgers uit de voormalige deelrepublieken van Joegoslavië bij het graf. Ook Tito's geboorteplaats Kumrovec in Kroatië werd op die dag druk bezocht en bij het standbeeld van Tito in de Bosnische hoofdstad Sarajevo werden die dag bloemen gelegd.

Een van de mooiste begraafplaatsen in voormalig Joegoslavië ligt in de Kroatische hoofdstad Zagreb. Net buiten het oude centrum van de stad ligt de begraafplaats Mirogoj. De bouw van deze prachtige begraafplaats duurde van 1879 tot 1929. De buitenmuren vormen aan de binnenzijde niet alleen een prachtige galerij van neoklassieke bogen, het is ook de laatste rustplaats van bekende Kroaten.

Een wandeling over de enorme begraafplaats vertelt veel over de Kroatische geschiedenis. Er zijn gedenktekens voor communistische partizanen, maar ook voor de slachtoffers van diezelfde communisten.

Zodra je de begraafplaats binnentreedt, kun je om één graf niet heen. Het is een enorme gedenksteen van zwart graniet waarop met gouden letters staat geschreven: 'Dr. Franjo Tudjman, de eerste president van Kroatië.' Nadat al maandenlang geruchten gingen dat Tudjman stervende was, stierf hij uiteindelijk in december 1999.

Hoewel Tudjman tijdens zijn leven net als Tito vaak in witte pakken verscheen en ook de aankondiging van zijn overlijden veel deed denken aan de aankondiging van Tito's overlijden, kwamen de verschillende tussen beide leiders tijdens de staatsbegrafenis duidelijk naar voren. Het internationale isolement waar Tudjman Kroatië in gebracht had, werd door het verschijnen van slechts een enkele buitenlandse president op zijn staatsbegrafenis maar al te duidelijk. De slechte samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag was een van de belangrijkste redenen.

Toen een paar maanden na Tudjmans dood de nieuwe hervormingsgezinde Kroatische president Stipe Mesic werd beëdigd, verschenen er twaalf buitenlandse regeringshoofden en vele andere hoge buitenlandse afgevaardigden. De dood van Tudjman werd dan ook echt gezien als het einde van een tijdperk.

Hoewel er duizenden Kroaten op zijn officiële staatsbegrafenis verschenen, was Tudjmans populariteit tijdens de laatste jaren van zijn leven ook onder de Kroatische bevolking tanende. Voor velen bleef hij de man die Kroatië zijn onafhankelijkheid had gegeven, maar onderdrukking van de persvrijheid, vriendjespolitiek en zelfverrijking hadden de populariteit van Tudjman echter sterk doen afnemen.

Wie tegenwoordig bij het graf van Tudjman gaat kijken ziet geen bloemenzee of een grote hoeveelheid brandende grafkaarsen. Hoewel beide in alle kleuren en varianten buiten de poorten van Mirogoj te verkrijgen zijn, brandt er slechts een enkele kaars in de kleuren van de Kroatische vlag.

Tegen een van de vele heuvels in Sarajevo ligt de begraafplaats Kovaci. Deze militaire begraafplaats wordt gekenmerkt door honderden witte grafstenen waarop vrijwel alle overlijdensdata stammen uit de periode 1992-1995.

Toen ik er december 2003 rondliep, zag ik min of meer bij toeval het graf van de voormalige Bosnische president Alija Izetbegovic, die op 19 oktober was overleden. Hij was twee maanden dood en zijn rustplaats was op dat moment niet meer dan een met een groene doek bedekt graf. Toen ik er twee jaar later weer was, stonden er wel erewachten, maar het geplande stenen grafmonument was nog altijd niet af.

Tijdens de begrafenis van Izetbegovic waren meer dan 100.000 burgers uitgelopen om hem de laatste eer te bewijzen. Ook was er een aantal internationale leiders aanwezig. De toenmalige Hoge Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties voor Bosnië-Herzegovina, Paddy Ashdown, sprak tijdens de begrafenis van 'een man die vader van zijn volk werd'.

Hij werd internationaal echter niet alleen gerespecteerd. Op de dag van zijn begrafenis maakt het Joegoslavië-tribunaal namelijk bekend dat het een aanklacht tegen Izetbegovic aan het voorbereiden was. Vanwege zijn overlijden werd de inhoud van deze aanklacht niet bekendgemaakt.

Ook in eigen land wordt Izetbegovic met gemengde gevoelens herdacht. In de zomer van 2006 werd het graf zelfs zwaar beschadigd door een bomaanslag. Hoewel de daders tot op de dag van vandaag niet zijn gepakt, gaf deze daad echter duidelijk aan dat de meningen over Izetbegovic verdeeld zijn.

Door de Bosnische moslimbevolking wordt hij als vader des vadersland gezien. Liefkozend noemen zij hem nog altijd dedo (grootvader). Pogingen om de belangrijkste straat in Sarajevo en het vliegveld naar hem te vernoemen stuitten echter op fel verzet van de Serviërs in Bosnië-Herzegovina. Veel Bosnische Serviërs beschouwen Izetbegovic als een oorlogsmisdadiger. Beide initiatieven gingen dan ook niet door. De hoofdstraat van Sarajevo heet vandaag de dag nog altijd Maarschalk Tito-straat…

Hoewel ik de graven van Ibrahim Rugova en Slobodan Milosevic nog niet heb kunnen bezoeken, is een korte beschrijving van hun graven en plechtigheden op zijn plaats. Rugova ligt begraven op de Begraafplaats van de Martelaren in Pristina. Oorspronkelijk was dit kerkhof opgericht ter ere van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Op de begraafplaats liggen inmiddels ook leden van het Kosovo Bevrijdingsleger (UCK) die tijdens de Kosovo-oorlog om het leven zijn gekomen.

De bekendste figuur die hier begaven werd, is Ibrahim Rugova. Vijftien jaar lang was hij de onbetwiste leider van de Albanezen in Kosovo. Al die tijd probeerde hij door middel van vreedzaam verzet de onafhankelijkheid van de Servische provincie te bewerkstelligen.

Terwijl Kosovo op dit moment hard op weg is om een onafhankelijke staat te worden, maakt Rugova dit zelf niet meer mee. Eind januari 2006 stierf de man met de typerende zijden sjaal aan de gevolgen van longkanker.

Hoe populair Rugova was bleek tijdens zijn begrafenis. Vele honderdduizenden Albanese Kosovaren deden hem uitgeleide naar zijn laatste rustplaats. Zijn internationale aanzien werd weerspiegeld door de aanwezigheid van talloze internationale vertegenwoordigers, onder wie Javier Solana, de verantwoordelijke voor het buitenlandse beleid van de Europese Unie, Soren Jessen-Petersen, het hoofd van de VN-missie in Kosovo, en Finlands ex-premier Martti Ahtisaari, de speciale VN-afgezant voor Kosovo. Allen waren aanwezig op zijn begrafenis.

Hoewel Kosovo officieel nog altijd deel uitmaakt van Servië, was de toenmalige Servische president Boris Tadic niet bij de plechtigheid aanwezig. Niet omdat hij niet wilde komen. Zijn verzoek om aanwezig te zijn werd door de familie van Rugova en diverse instanties in Kosovo niet ingewilligd.

Bovengenoemde graven en begrafenissen staan in schril contrast met de begrafenis van de voormalige Servische president Slobodan Milosevic. Hoewel hij meer dan tien jaar de machtigste man in Servië was, kreeg Milosevic geen staatsbegrafenis. Zonder zijn vrouw en kinderen en zonder de aanwezigheid van afgevaardigden van de Servische regering of van internationale gasten werd hij in zijn geboorteplaats Pozarevac begraven, onder een lindeboom waar hij ooit zijn vrouw ten huwelijk vroeg.

Omhoog
Terug naar archief