Eerste Europese verkiezingsdag

Monica Bota

De Roemeense burger wordt de laatste jaren steeds vaker gevraagd naar de stembus te gaan om zijn stem te laten horen in referenda, gemeentelijke verkiezingen en nationale parlements- en presidentsverkiezingen. Sinds de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie op 1 januari 2007 zijn daar de verkiezingen voor het Europese Parlement bijgekomen. Op 25 november 2007 kon de Roemeense kiezer voor het eerst zijn vertegenwoordigers in het Europese Parlement kiezen.

Op 1 januari 2007 werden er op interimbasis 35 Roemeense Europarlementariërs geïnstalleerd in Brussel, terwijl verkiezingen voor het EP gepland waren in mei. Maar tegen alle verwachtingen van de burgers in stelde de regering van de liberale premier Calin Popescu Tariceanu deze verkiezingen uit tot 25 november.

Het land bevond zich namelijk in een diepe politieke crisis. Een meerderheid van het parlement onder leiding van de regerende liberalen (Nationaal Liberale Partij, PNL) en de belangrijkste oppositiepartij, de sociaal-democratische PSD, probeerde president Traian Basescu naar huis te sturen door middel van een referendum. In hun ogen had de president de Grondwet geschonden door meerdere malen het principe van scheiding der machten niet te respecteren. Het volk stemde echter voor het blijven van de president.

Als tegenzet riep Basescu gelijktijdig met de EP-verkiezingen een referendum uit om de bevolking zich uit te laten spreken voor verandering van het kiesstelsel. De vernieuwing van het kiesstelsel zou, naar zijn mening, de Roemeense politieke arena moeten 'schoonvegen'. De overgang naar een meerderheidsstelsel, waarin gestemd zou moeten worden op personen in plaats van op partijlijsten, moest de Roemeense politieke arena democratischer maken doordat de gekozen volksvertegenwoordigers meer verantwoording moeten afleggen aan hun achterban.

De verkiezingscampagne leek op een en plain publique uitvechten van de vete tussen de regerende partijen. Tijd voor het informeren van de bevolking over het belang van het stemmen voor het EP werd amper gemaakt. Onder deze omstandigheden hebben veel Roemenen de indruk gekregen dat de EP-verkiezingen niet van belang zijn voor de nationale politiek.

Als resultaat was de opkomst bij de verkiezingen een magere 29,46 procent (vijf van de achttien miljoen kiesgerechtigden hebben gestemd). Bij het referendum was dit 26 procent, waardoor het referendum, dat een uitslag van 81 procent vóór Basescu's voorstel opleverde, ongeldig was omdat de opkomstdrempel van 50 procent plus 1 niet gehaald werd.

Ondanks de lage opkomst hebben de verkiezingen voor het EP voor een aantal opmerkelijke veranderingen in het politieke landschap gezorgd. Voor het eerst na de val van het communisme is de PSD niet meer de grootste partij. De PSD heeft de afgelopen jaren een groot gezichtsverlies geleden, mede door corruptieschandalen, maar ze heeft met 23 procent van de stemmen de schade toch redelijk beperkt weten te houden.

De grote winnaar is de Democratische Partij (PD) van president Basescu, die bijna een derde van de stemmen kreeg. Verder was het opmerkelijk dat de extremistische partij van Vadim Tudor, de Groot Roemenië Partij, die bij de presidentsverkiezingen van 2000 zelfs voldoende stemmen kreeg om de tweede ronde te halen, dit keer niet meer dan 3 procent kreeg en daarmee onder de kiesdrempel van 5 procent bleef. De PNL kreeg grote steun van de bevolking (13 procent) door vlak voor de verkiezingen de ouderen van dagen aan te spreken met het verhogen van de pensioenen.

Roemenië zal 35 Europarlementariërs naar Brussel sturen. De partijen in het EP reageerden positief op de uitslagen van de Roemeense verkiezingen. Wilfried Martens heeft de PD gefeliciteerd met het behalen van de 11 zetels voor de Europeese Volkspartij (christen-democraten en conservatieven).

Verder relativeerde Jan Marinus Wiersma van de socialistische fractie de lage opkomst door de uitslag in een Europese context te plaatsen, waar lage opkomstpercentages een trend zijn. Roemenië doet het niet eens zo slecht tussen de tien Oost-Europese lidstaten met een vierde plaats wat betreft het opkomstcijfer. Slowakije doet het het slechtst met 16,9 procent en Litouwen het best met 48,3 procent.

De EP-verkiezingen hebben duidelijk gemaakt dat de politieke voorkeur van de Roemeense kiezer in het teken van verandering staat. Er volgen twee spannende jaren voor Roemenië met parlementsverkiezingen in 2008 en presidentsverkiezingen in 2009. Er bestaat een grote kans dat de Roemeense kiezer ons een paar verassingen zal bezorgen.

Omhoog
Terug naar archief