Demografie: Roemenië

Monica Bota

Het is een bekend feit dat Ceausescu's demografische beleid een van de hardste is geweest in de geschiedenis van de moderne natiestaat. Het is ook een feit dat de Roemeense bevolking de komende eeuw zal lijden onder de gevolgen van dit beleid. Onbekend is dat de internationale en nationale civil society op dit terrein een wonder heeft bereikt in de achttien jaar sinds de revolutie van 1989. Zal de Roemeense overheid dit wonder weten te bestendigen?

Nicolae Ceausescu beloofde in de jaren zestig een snelle economische groei gebaseerd op industrialisatie, urbanisatie en het aanhalen van de banden met West-Europa. Voor Roemenië zou het 'Gouden Tijdperk' aangebroken zijn. Ondersteund door een exponentiële verhoging van het aantal geboortes zou het land een grote industriële natie worden, onafhankelijk binnen het Oostblok.

Ceausescu haalde de banden met het Westen aan en stelde zich onafhankelijk op tegenover de Sovjet-Unie. Een voorbeeld hiervan was zijn weigering van steun aan de sovjettroepen tijdens de Praagse Lente in 1968. Als teken van steun vanuit het Westen werd de eerste Bevolkingsconferentie van de Verenigde Naties in 1974 in Boekarest gehouden. Maar de Roemeense bevolking kwam bedrogen uit.

In 1966 werd Decreet 770 uitgebracht. Zowel abortus als het maken, importeren en verkopen van anticonceptiemiddelen werd verboden. Omdat Roemenen abortus als enig betrouwbaar anticonceptiemiddel zagen, werd dit veelal gebruikt. In 1965 werden drie abortussen gepleegd per geboren kind.

Na 1966 ontstond al snel een illegaal abortusnetwerk, waarbij degenen die de abortus uitvoerden veelal niet medisch getraind waren. Wie een illegale abortus aandurfde kon in de gevangenis belanden. De wreedheid van Decreet 770 wordt weerspiegeld in getallen: 10.000 vrouwen zijn overleden aan de gevolgen van een illegale abortus, honderdduizenden kinderen zijn ongewild geboren en wees geworden en 30 procent van de Roemeense vrouwen had in 1989 vruchtbaarheidsklachten.

Roemenen wilden niet meer kinderen dan ze konden opvoeden en vooral in de jaren tachtig vochten zij voor overleving. Het waren de westerse demografen die als eerste aan de bel trokken. De demografische gevolgen van het wrede decreet waren rampzalig.

Veel mensen die in de jaren zestig en zeventig geboren waren, zouden niet onderhouden kunnen worden door de schaarse jonge generaties die na 1980 werden geboren. De gezondheid van de geteisterde generaties die onder Ceausescu waren opgegroeid, was onder de acceptabele norm en de kinder- en kraamvrouwensterfte was vergelijkbaar met die in derdewereldlanden.

Het vierde decreet van de kersverse postcommunistische regering, op 26 december 1989, legaliseerde zowel anticonceptie als abortus. In 1990 werden één miljoen abortussen gepleegd. Toen de Roemeense overheid de Wereldbank om een lening vroeg voor wederopbouw, was deze onverbiddelijk. Voorwaarde voor de lening was een snelle vermindering van de abortusaantallen.

De Verenigde Naties en een handjevol buitenlandse ngo's boden meteen hulp aan. Samen met een groep Roemeense artsen en onderzoekers werd een platvorm voor reproductieve gezondheid opgezet, dat de ontwikkeling van de Roemeense civil society moest versterken met het oog op het bevorderen van kennis over en het versterken van de reproductieve gezondheid.

Veel projecten werden na 1990 door buitenlandse ngo's gesubsidieerd. Roemeense jongeren weten nu hoe ze zichzelf kunnen beschermen tegen soa's, aids en ongewenste zwangerschappen. Door het verhoogde gebruik van moderne anticonceptiemiddelen, van 14 procent in 1992 naar 40 procent in 2005, en de dramatische vermindering van het aantal abortussen, van één miljoen in 1990 naar 163.000 in 2005, is de gezondheid van jongere generaties versterkt. Er werd in 2005 50 procent minder kindersterfte en 75 procent minder kraamvrouwensterfte geregistreerd ten opzichte van 1990.

De apocalyptische beelden die wij in 1989 op tv zagen van met hiv besmette kinderen in armoedige weeshuizen zijn nu weg. En terecht: de internationale en nationale civil societies hebben hun werk goed gedaan: van het uitdelen van condooms op het Roemeense strand tot het verstrekken van anticonceptiesubsidie aan de regering en het tonen van tv-series over reproductieve gezondheid en het oplossen van gezinsproblemen.

Toch wordt geschat dat anno 2008 14 procent van de Roemeense vrouwen vruchtbaarheidsproblemen heeft als gevolg van Decreet 770. Verder is het gezin in Roemenië in diskrediet geraakt. Men wil geen kinderen uit armoede of vanwege de kansen die gecreëerd zijn door het hedendaagse leven, waarin kinderen maar een van de vele opties zijn in het bestaan van een individu. Van de jongeren die naar het buitenland vertrokken voor werk is het moeilijk te voorspellen hoeveel van hen nog terug zullen komen.

Als de trend zich voortzet, zullen er te weinig kinderen geboren worden (gemiddeld 1,3 per vrouw) om duurzame ontwikkeling in het land te verzekeren. Een voorspelling daarbij is dat in 2050 82 procent van de Roemeense bevolking economisch afhankelijk zal zijn en het inwonertal zal dalen van 22 naar 16 miljoen mensen.

De Roemeense overheid heeft naar aanleiding van ophef onder medici en demografen de Commissie voor Ontwikkeling en Demografie opgezet, door een lid zelf een 'spookcommissie' genoemd, omdat die maar één keer per jaar bijeenkomt. De regering geef geen prioriteit aan beleid ten behoeve van reproductieve zorg en demografie en sinds de toetreding tot de EU in 2007 heeft ze hulp aan de plaatselijke ngo's ontnomen ten behoeve van 'grotere zorgen'.

Terwijl juist nu alle grote buitenlandse donateurs vertrokken zijn en de EU-subsidies amper doorsijpelen naar de samenleving. Het is te hopen dat het demografische 'wonder' dat de ngo's voor elkaar hebben gekregen, door de regering voortgezet zal worden in plaats van teniet gedaan.

Omhoog
Terug naar archief