Investeringsklimaat verbetert

door Jan Limbeek

Heel langzaam beginnen zelfs buitenlanders te geloven dat Rusland een echt ondernemersklimaat krijgt.
Buitenlandse kapitaalinvesteringen nemen de laatste tijd toe, maar zijn nog steeds erg laag. Temeer daar een belangrijk deel eigenlijk Russisch kapitaal is dat huiswaarts keert. Cyprus is niet voor niets de grootste buitenlandse investeerder. In totaal bedroegen de buitenlandse investeringen in de eerste helft van 2001 6,7 miljard dollar, waarvan 2,5 miljard kapitaalinvesteringen. De rest betreft grotendeels leningen.

Binnen Rusland blijft het vertrouwen in de economie groot. In 1999 groeiden de investeringen met 5,3 procent, in 2000 met 17,7 procent en in de eerste zeven maanden van dit jaar met 7,5 procent. Dit ondanks het gebrek aan kapitaal bij de Russische bedrijven. Op zichzelf zwemt Rusland in het geld, maar het ontbreekt aan een mechanisme om dat geld bij het bedrijfsleven te krijgen. In een goed functionerende markteconomie zorgen de banken en de effectenhandel dat succesvolle bedrijven het benodigde kapitaal krijgen.

Rusland heeft nooit een bankensector gehad die zich daar met kapitaalverstrekking bezighield. Sinds de crisis van augustus 1998 zijn de banken op sterven na dood. Iedereen erkent dan ook dat bancaire hervormingen noodzakelijk zijn. De grootste hinderpaal is de president van de Centrale Bank, Viktor Gerasjtsjenko. Geruchten nemen toe dat hij zijn positie gaat verliezen. Maar ook als er hervormingen plaatsvinden, zal het nog jaren duren voor de banken een betekenisvolle positie innemen als kapitaalverschaffers.

Een andere, snellere manier om kapitaal op te halen is via de effectenbeurs, met name via de aandelenhandel. Vergeleken met de waarde van de bedrijven zijn de koersen bespottelijk laag. Maar dat is niet voor niets. Tot voor kort leverden aandelen weinig op omdat er nauwelijks dividend werd betaald, de waarde van bedrijven onduidelijk was door ondoorzichtige boekhouding en de aandeelhouders het risico liepen dat het management de bedrijven leeghaalde of zogenaamd failliet liet gaan. Tegenwoordig wordt veel meer rekening gehouden met de belangen van minderheidsaandeelhouders. Steeds meer bedrijven hanteren internationale boekhoudmethoden. En in toenemende mate wordt dividend uitbetaald.

Sommige bedrijven slaan gelijk door naar de andere kant. Oliebedrijf Sibneft bijvoorbeeld maakte midden augustus bekend dat het bedrijf een interim-dividend van maar liefst 91 procent van de winst van het jaar 2000 zal betalen. Het gaat om 612 van de 675 miljoen dollar. Sibneft kan zich dat helemaal niet veroorloven aangezien de maatschappij een netto schuldenlast heeft van 565 miljoen dollar, die gedurende 2001 zeker nog met honderden miljoenen zal toenemen. Waarom dan betaalt Sibneft zo'n groot dividend? Een tamelijk negatieve verklaring is heel goed denkbaar. Het management van Sibneft (en van veel andere bedrijven) bezit zelf de meeste aandelen. Het management betaalt het dividend dus voor een groot deel aan zichzelf. Een soort asset stripping wellicht?

Vooralsnog is ook de effectenhandel geen grote bron van kapitaal. Het is daarom niet vreemd dat veel bedrijven op zoek zijn naar buitenlandse investeerders of kapitaalkrachtige partners. Van haar kant belooft de regering vanaf 2002 een aantrekkelijker zakenklimaat.

Vanaf volgend jaar wordt de winstbelasting verlaagd van 35 naar 24 procent. Regionale autoriteiten kunnen (op eigen kosten) dat percentage nog vier punten verlagen zodat het minimumtarief 20 procent wordt. Alle aftrekposten komen te vervallen maar normale bedrijfskosten als advertenties zijn niet langer aan winstbelasting onderhevig. Vooral kleine en middelgrote bedrijven profiteren hiervan. Grote bedrijven onderhandelen over de hoogte van de aanslag: betere connecties betalen zich uit. Dat gaat nu veranderen.Voor volgend jaar is een vermindering van de BTW gepland en van de sociale belasting gepland van 35,6 naar 30 procent.

Al die belastingverlagingen hoeven overigens niet te leiden tot grote inkomensdervingen voor de overheid; aangenomen wordt dat meer bedrijven belasting gaan betalen als de tarieven aanmerkelijk lager zijn. De introductie dit jaar van de vlaktaks van 13 procent op inkomens (was maximaal 35 procent) leidt vooralsnog ook tot hogere inkomsten.

Eind september is de landwetgeving goedgekeurd door de Doema, waardoor bedrijven en individuen (ook buitenlanders) niet-agrarisch land kunnen kopen. Naar verwachting tekent Poetin die wet binnen een maand. De onmogelijkheid land te kopen was altijd een grote hinderpaal voor buitenlandse investeringen.

Minister German Gref van Economie en Handel beschouwt het als zijn levenswerk de bureaucratie en de daarmee samenhangende corruptiemogelijkheden te verminderen. Daartoe tekende Poetin op 8 augustus een drietal wetten. Op 10 februari 2002 wordt een wet van kracht die het aantal economische activiteiten waarvoor een vergunning wordt vereist, terugbrengt van bijna 500 naar 120. De procedures voor de registratie van bedrijven worden versimpeld en bedrijven worden beter beschermd tegen de talrijke en willekeurige inspecties van instanties.

Vanaf augustus hoeven bedrijven nog maar 50 procent van hun verdiensten in buitenlandse valuta om te wisselen tegen roebels. Dat was 75 procent. Volgens een plan van het Ministerie van Economie en Handel geldt in 2003 nog 25 procent en wordt de verplichte verkoop vanaf 2004 geheel afgeschaft.

Op al deze terreinen - belastingen, eigendom van land, bureaucratie en valutabeperkingen - konden corruptie en willekeur floreren en aldus de lust tot (legaal) ondernemen ondermijnen. Er is daarom alle reden om aan te nemen dat de genomen maatregelen de economische groei en de investeringen verder zullen stimuleren.

Omhoog
Terug naar archief