De Russische angst voor het Gele Gevaar

door René Does

In de afgelopen tijd is in Rusland een verdrongen angst aan de oppervlakte gekomen, namelijk de vrees dat een vloed van Chinezen de oostelijke helft van Siberië onder de voet zal lopen. Termen die in de groeiende stroom artikelen over dit thema worden gebruikt, zijn 'het gele gevaar', 'een kruipende bezetting', 'Chinees demografisch imperialisme' en 'Chinees economisch imperialisme'. Hoe reëel is deze Russische vrees?

De kern van een mogelijk Russisch-Chinees conflict bestaat uit de zeer ongelijke demografische ontwikkeling in de twee buurlanden. Rusland zal tot ver in de volgende eeuw geen natuurlijke bevolkingsgroei kennen. Integendeel: volgens prognoses van de Verenigde Naties zal het inwonertal van Rusland dalen van 145 miljoen mensen thans tot ongeveer 125 miljoen in 2050. In China daarentegen leven nu 1,2 miljard mensen en jaarlijks groeit de Chinese bevolking met twaalf miljoen.

Een voor Rusland extra complicerende factor is het verschil in economische ontwikkeling: terwijl de Russische economie al lange tijd in een diepe crisis verkeert, kent de Chinese economie een haast stormachtige groei. China kan de grote Siberische rijkdom aan grondstoffen goed gebruiken.

Ruslands meest vooraanstaande China-deskundige, Vilja Gelbras van het Instituut voor Azië en Afrika van de Moskouse Staatsuniversiteit, stelt: 'China is een demografische kolos. Het aantal geheel of gedeeltelijk werklozen in dat land is ongeveer gelijk aan het totale inwonertal van Rusland.' En: 'Men moet hierbij bedenken dat het territorium van China nog geen 60 procent van het Russische grondgebied bedraagt, dat het inwonertal van Oost-Siberië en het Verre Oosten fundamenteel kleiner is dan van iedere aangrenzende Chinese provincie en dat de migratie van Chinezen naar Russisch grondgebied reeds een duurzaam karakter heeft aangenomen.'

In de oostelijke helft van Siberië achter het Bajkalmeer wonen acht miljoen mensen. Aan de andere kant van de grens, in het noordoosten van China, leven ongeveer 150 miljoen burgers, onder wie naar schatting rond de zeven miljoen Chinese werkzoekenden. In de grensstreek met China wonen ongeveer vijf miljoen Russen. Hun aantal neemt echter al enkele jaren met 100.000 per jaar af door natuurlijke bevolkingsafname en - vooral - migratie naar het Europese deel van Rusland door mensen die vluchten voor de meer dan gemiddelde verarming in Siberië.

De Russische bevolking van Oost-Siberië en het Verre Oosten denkt dat honderdduizenden, zo niet miljoenen Chinezen klaarstaan om als illegale immigranten hun woongebied te betreden. De schattingen over het aantal Chinezen dat reeds illegaal in de regio verblijft, lopen uiteen van 200.000 tot twee miljoen.

De grootste bedreiging voor de territoriale integriteit van Rusland in deze nieuwe eeuw zou niet van binnenuit hoeven te komen, maar van de kant van China. Een Chinees-Russisch conflict om Siberië als grootste bedreiging voor de wereldvrede en potentiële bron van een grote oorlog is een pessimistisch scenario dat in studies over internationale veiligheidsvraagstukken ongetwijfeld nog meer aandacht zal krijgen.

Verre Oosten
In de Aziatische expansie van het Russische rijk was China de grote tegenstander. Pas in 1860 werd met de ondertekening van het Verdrag van Peking de definitieve grens tussen Rusland en China vastgelegd.

De bijna vijfduizend kilometer lange grens tussen beide landen loopt langs de hoofdvaargeul in de grensrivieren Oessoeri en Amoer. Vooral in de periode-Brezjnev (1964-1982) dreigde er permanent een militair conflict over de vraag waar in de eilandrijke grensrivieren deze hoofdvaargeul precies liep. China meende dat Rusland te veel eilanden had geannexeerd. Deze grensconflicten lijken onder Jeltsin definitief te zijn opgelost door een Russisch-Chinese 'demarcatiecommissie'. Momenteel zijn nog maar drie kleine Russische eilandjes betwist grondgebied.

De angst voor Chinese demografische en territoriale expansie betreft thans voornamelijk het Verre Oosten (het oostelijke kwart van 'Groot-Siberië'). Jegens deze regio is er wel degelijk sprake van enig Chinees irredentisme.

In China bestaan kaarten waarop delen van het Russische Verre Oosten als Chinees grondgebied staan aangegeven, dat wil zeggen bijna de gehele Zeeprovincie, daaraan grenzende delen van de provincies Amoer, Tsjita en Chabarovsk en de Joodse Autonome Provincie - historisch betwiste gebieden die in het Verdrag van Peking definitief bij Rusland werden getrokken. Het zijn deze delen van het Verre Oosten die het meest te maken krijgen met de al dan niet legale toestroom van Chineze seizoenarbeiders en handelaren. Hier ook is de Russische 'China-fobie' het grootst.

Historisch gezien is de Chinese aanwezigheid in de grensstreken van het Russische Verre Oosten eigenlijk normaal. Emil Païn, adviseur voor minderheden- en nationaliteitenkwesties van oud-president Jeltsin, vertelde enige tijd geleden dat op het einde van de negentiende eeuw Chinezen eenderde van de bevolking uitmaakten in het gebied; nu is dat enige procenten.

In de jaren dertig van de vorige eeuw, onder de Grote Terreur van Stalin, werden praktisch alle Chinezen uit het Verre Oosten gedeporteerd naar China. Na de Sovjet-Chinese breuk in 1959 is er in de rest van de communistische tijd nauwelijks menselijk verkeer geweest tussen Rusland en China. Volgens Païn is in de Brezjnev-tijd de Russen een 'China-fobie' aangepraat.

Samenwerking
Tegenover het bovenstaande pessimistische scenario is echter ook een positieve ontwikkeling te schetsen van toenemende militaire en economische samenwerking tussen Rusland en China. Een politicus als oud-premier Jevgeni Primakov meent dat een verbond tussen Rusland, China en India tegenwicht moet bieden tegen de Amerikaanse heerschappij in de wereld. Primakov ziet in China een 'strategische bondgenoot' van Rusland.

Interessant is ook het toekomstscenario van de vooraanstaande militaire journalist Aleksandr Peresvet. In zijn scenario voor de periode rond het jaar 2030 zijn er twee concurrerende supermachten in de wereld: Amerika en China. Rusland zal in dat jaar niet meer dan een regionale grootmacht zijn.

Volgens Peresvets scenario zal Rusland gedwongen worden de Chinese kant te kiezen. Peresvet denkt dat Siberië niet fysiek zal worden ingelijfd door China, maar de aan grondstoffen en militaire bedrijven rijke regio zal in die periode wel functioneren als 'militair en economisch achterland' van de nieuwe supermacht. Het oosten van Siberië zal in dat geval sterker gericht zijn op China dan op het Russische hartland in Europa. Rusland kan uit deze situatie groot economisch voordeel halen, aldus Peresvet.

Vooralsnog lijkt Peresvets scenario aardig uit te komen. In februari 1999 hebben beide landen een groot economisch samenwerkingsproject afgesproken voor de levering van Siberische elektriciteit en energie aan China. China neemt als investeerder deel in vijf grote energieprojecten in de regio rond het Bajkalmeer (een waterkrachtcentrale, een gaswinningsproject en de ontginning van drie olievelden). Het dagblad Izvestia kopte: 'De rijkdom van China zal groeien door Siberië. En de rijkdom van Siberië door China.'

Verder zal Rusland in het positieve scenario de immigratie van miljoenen Chinezen moeten inpassen. China-deskundige Gelbras voorspelt: 'In het midden van de 21ste eeuw zullen acht tot tien miljoen Chinese immigranten in Rusland leven. Als deze voorspelling uitkomt, zullen Chinezen qua aantal de tweede grootste nationaliteit binnen Rusland zijn, met alle consequenties die hieruit voortvloeien.'

Gezien de demografische ontwikkelingen moet Rusland naar zijn mening economisch en psychologisch de omslag naar immigratieland maken. Wijzend naar de ervaringen in West-Europa, waarschuwt Gelbras voor de maatschappelijke problemen die de overstap naar immigratieland zal opleveren. Het aanwakkeren van anti-Chinese gevoelens is vechten tegen de bierkaai en heel onverstandig.

Overigens is er ook op dit punt sprake van beweging. De leiders van de provincie Novosibirsk (in het westen van Siberië) zijn van plan in de toekomst 270.000 immigranten uit te nodigen om het dalende inwonertal van de provincie op te vangen en de in de toekomst openvallende arbeidsplekken in bijvoorbeeld de gezondheidszorg in te vullen.

Het ligt niet in de Russische politieke cultuur om zich zomaar afhankelijk te maken van één enkele externe macht. In het Verre Oosten speelt Rusland ook nog de 'Koreaanse kaart' uit. De beide Korea's erkennen de bestaande grenzen in het Verre Oosten. Evenals Rusland zijn zowel Noord-Korea als Zuid-Korea bevreesd voor de demografische en economische expansie van China. Beide Korea's wensen hechtere banden met Rusland en deze wens wordt door Rusland hartelijk beantwoord.

Zo sloten Rusland en Zuid-Korea in januari van dit jaar een opmerkelijke economische samenwerkingsovereenkomst. Een Zuid-Koreaans agrarisch bedrijf heeft voor een periode van vijftig jaar 7000 hectare landbouwgrond gepacht in het district Anoetsjino van de Russische Zeeprovincie, de provincie in de zuidoostelijke punt van het Verre Oosten met Vladivostok als hoofdstad. (Het district Anoetsjino ligt in het midden van de Zeeprovincie, boven Vladivostok, en grenst dus niet direct aan Noord-Korea.) Hierbij huren de Zuid-Koreanen ook nog Noord-Koreaanse bouwvakkers in voor de bouw van huizen op dit stuk grond, hetgeen volgens de Russische krant Nezavisimaja Gazeta de eerste keer is dat Zuid-Korea met de ultracommunistische volksgenoten in het noorden een vorm van buitenlandse economische samenwerking aangaat.

In deze eeuw zal de Chinese factor zonder twijfel een steeds grotere rol gaan spelen in de Russische politiek. Onzeker is of de Chinees-Russische betrekkingen een positieve of een negatieve wending zullen krijgen.

Omhoog
Terug naar archief