Wit-Rusland: de 90ste regio van de Russische Federatie?

door René Does

Rusland heeft zijn grootmachtaspiraties nog lang niet opgegeven. Behalve uit de oorlog tegen Tsjetsjenië en de assertievere houding tegenover het Westen blijkt dit ook uit het nieuwe Unieverdrag dat op 8 december 1999 met de westelijke buurstaat Wit-Rusland werd gesloten. Het initiatief doet denken aan hernieuwde territoriale uitbreiding van het Russische rijk.

Een unie tussen Rusland en Wit-Rusland is een begrijpelijke onderneming. Beide Slavische volken voelen zich zeer met elkaar verwant en de politieke leiders van de twee landen steunen het idee van harte. De niet hervormingsgezinde, autoritaire Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko is voor zijn politieke overleven afhankelijk van Rusland. De Russische leiders van het afgelopen decennium, Jeltsin, Poetin en de oud-premiers Viktor Tsjernomyrdin en Jevgeni Primakov, hebben deze vorm van verregaande integratie op subniveau binnen het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) aangemoedigd. Nostalgie naar het sovjetverleden en slavofiele sentimenten spelen daarbij ook een rol.

Wit-Rusland
Wit-Rusland heeft uit de periode vóór het uiteenvallen van de Sovjet-Unie geen traditie van onafhankelijkheid geërfd, met uitzondering van de kortstondige Wit-Russische Volksrepubliek van 1918. Als Wit-Rusland na de communistische revolutie geen unierepubliek maar een autonome republiek binnen de Sovjet-Unie was geworden, zou het tegenwoordig gewoon een regio - in de vorm van een republiek - binnen de Russische Federatie zijn geweest. Het huidige Wit-Rusland is een 'sovjetconstructie'.

De Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko werd in 1994 gekozen, omdat hij heel sterk op de Russische kaart speelde. Hij verklaarde in zijn campagne bereid te zijn om voor het welzijn van het Wit-Russische volk 'op de knieën te gaan' voor Rusland. Bovendien verdenkt men Loekasjenko ervan in een nieuwe uniestaat een keer een gooi te willen doen naar de presidentstroon in het Moskouse Kremlin. Als antwoord op dit vermoeden zegt hij altijd tevreden te zijn met het Wit-Russische presidentschap. 'Ik ben al president.'

De vooraanstaande Wit-Ruslandkenner David R. Marples zegt over Loekasjenko: 'Hij is niet anti-Witrussisch. Hij is eerder het product van de russofiele conceptie van de Wit-Russische cultuur: dat in het verleden alle goede dingen uit het oosten zijn gekomen en dat er een natuurlijke affiniteit bestaat tussen Rusland en Wit-Rusland als aanvulling op een gemeenschappelijke taal en religie.'

Het Unieverdrag van 8 december is overigens al het derde unieverdrag dat beide landen na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie hebben afgesloten. Op 2 april 1996 werd reeds het 'Verdrag over de vorming van een Gemeenschap' getekend en op 25 december 1998 de 'Declaratie over de verdere vereniging van Wit-Rusland en Rusland'.

Alle verdragen bevatten telkens weer dezelfde soort bepalingen. Iedere keer gaat het om 'integratie met behoud van onafhankelijkheid'. Zo stelt het laatste Unieverdrag: 'Wit-Rusland en Rusland behouden hun soevereiniteit, onafhankelijkheid, territoriale integriteit, politieke systemen, grondwetten, staatssymbolen en andere staatsattributen.'

Het verdrag voorziet wel in de oprichting van gemeenschappelijke politieke en juridische organen, namelijk een Hoogste Staatsraad, een tweekamerparlement, een ministerraad, een gerechtshof en een Rekenkamer. Voorts voorziet het verdrag in de onderlinge coördinatie van het buitenlandse, militaire en sociaal-economische beleid. Zo moet er in 2001 een gemeenschappelijk belastingstelsel komen en in 2005 een gemeenschappelijke munt.

De unie tussen Rusland en Wit-Rusland is in de wereld een uitzonderlijke staatkundige constructie en alleen vergelijkbaar met het Klein-Joegoslavië van Servië en Montenegro.

Voordelen
De twee landen denken dus winst te halen uit het nieuwe statenverbond. Voor Wit-Rusland wegen economische redenen het zwaarst. In dat land zijn nauwelijks economische hervormingen doorgevoerd. Alleen door verregaande economische integratie met Rusland is het gelukt een grote economische crisis te vermijden.

Wit-Rusland is voor zijn energievoorziening bijna geheel afhankelijk van Rusland en kan zijn producten alleen op de Russische markt goed verkopen (voornamelijk landbouwmachines en voedingsmiddelen). Door de wederzijdse schuldencrisis is het economische verkeer tussen Rusland en Wit-Rusland vaak ouderwetse ruilhandel.

Aan Russische zijde overheersen geopolitieke overwegingen. De nieuwe unie krikt het nationale zelfrespect weer wat op en biedt tegenwicht aan de uitbreiding naar het oosten van de NAVO. Bovendien loopt het grootste deel van het Russische personen- en goederenvervoer richting westen over Wit-Russisch grondgebied. Vooral de aardgas- en energieleidingen naar West-Europa zijn in dit opzicht belangrijk.

Weerstand
Niettemin kan de vorming van de nieuwe unie weerstanden oproepen en onverwachte consequenties krijgen. Zowel in Rusland als in Wit-Rusland zijn er ook tegenstanders. Hervormingsgezinde krachten binnen Rusland, bijvoorbeeld de leiders van de partijen Jabloko en de Unie van Rechtse Krachten, zien in integratie met Wit-Rusland een grote bedreiging voor de politieke, economische en maatschappelijke hervormingen binnen Rusland.

In Wit-Rusland is het de vraag of de integratie met de veel grotere en machtigere buurstaat wel zo positief ontvangen zal worden als thans lijkt. De Wit-Russen zijn zeker niet anti-Russisch, maar of ze ook 'Russisch' willen worden is zeer de vraag. Vooral de jongeren lijken hier weinig voor te voelen. Zo zou het mogelijk kunnen worden dat Wit-Russische jongens als soldaten naar brandhaarden als Tsjetsjenië worden gestuurd.

Ten tweede is de vorming van een dergelijk nieuw staatsrechtelijk verband in beide landen in principe ongrondwettig. In de constituties van Rusland en Wit-Rusland staat dat machthebbers de bestaande staatsorganisatie moeten beschermen. Vooral voor het veel kleinere Wit-Rusland is dit een teer punt.

Voorts kan een hechte Russisch-Wit-Russische Unie de spanningen en centrifugale tendensen binnen het GOS en zijn lidstaten aanwakkeren. Sommige GOS-landen zullen zich graag bij de nieuwe unie willen aansluiten (bijvoorbeeld Armenië), terwijl andere GOS-lidstaten Rusland van ongeneeslijke imperiale ambities zullen verdenken en zich losser zullen maken van het GOS.

In andere buurstaten van Rusland kunnen de interne etnische verhoudingen onder druk komen, en wel tussen voor- en tegenstanders van een hechtere relatie met Rusland: in Oekraïne tussen het Russische oosten en het Oekraïense westen en in Kazachstan tussen het Russische noorden en Kazachse zuiden.

Tot slot kan de integratie met Wit-Rusland de desintegratie binnen de Russische Federatie aanwakkeren. Het principe van 'integratie plus onafhankelijkheid' kan een heel aantrekkelijke formule worden voor Russische deelrepublieken - in de eerste plaats voor zelfbewuste republieken als Tsjetsjenië, Tatarstan, Basjkortostan en Jakoetië.

Proces
Het zwakste punt in de nieuwe unie is dat er in de praktijk natuurlijk geen gelijkwaardigheid bestaat tussen het kleine Wit-Rusland en het grote Rusland. Integratie met Rusland betekent voor Wit-Rusland onderwerping aan Rusland.

De kernvraag voor de toekomst van de unie luidt of het statenverbond tussen Rusland en Wit-Rusland een federatief of een confederatief karakter krijgt. In het laatste geval zal de integratie een permanent proces worden, waarin nog meerdere nieuwe unieverdragen zullen worden gesloten.

Wordt de unie daarentegen een federatief verband, dan zal Wit-Rusland geleidelijk aan afzakken tot de 90ste regio van de Russische Federatie. Het confederatieve scenario lijkt voorlopig verreweg het meest waarschijnlijke.

Omhoog
Terug naar archief