Op zoek naar de besten onder de Russische jeugd

René Does

Een aspect van het hervormingsproces in Rusland dat de gemoederen daar sterk beroert maar in het Westen nauwelijks aandacht krijgt, is de hervorming van het onderwijs. De jarenlange experimentele fase nadert langzamerhand zijn einde. Vanaf het school- en studiejaar 2004-2005 moet het hervormde onderwijsstelsel zijn beslag krijgen. Een tussenbalans van de Russische onderwijshervorming.

De Russische onderwijsautoriteiten hopen met de hervorming verschillende doelen te bereiken, waaronder hogere kwaliteit, betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, betere toegankelijkheid en meer mobiliteit. Ook Rusland wil in de toekomst mondiaal een woordje meespreken in de nieuwe kenniseconomie, die in Rusland ‘informatie-economie’ (informatsionnaja ekonomika) wordt genoemd.

De hervormingen moeten de bestaande structurele problemen in het onderwijs oplossen. Russische leerlingen mogen dan veel en hoogwaardige kennis krijgen aangeboden, in dat kennisaanbod wordt te weinig rekening gehouden met de individuele belangstelling en vaardigheden van leerlingen en met de vraag van de arbeidsmarkt.

Zo werkt de helft van de afgestudeerden niet in een beroep waarvoor ze is opgeleid, hetgeen verspilling van onderwijsuitgaven betekent. De nieuwe sociaal-economische tweedeling in Rusland leidde in het onderwijs tot klassenverschillen en regionale verstarring. De kinderen van de rijkste ouders kunnen het beste (betaalde) onderwijs volgen. De doorstroming van goede leerlingen van armere naar rijkere regio’s is ook praktisch gestopt.

Op regionaal niveau zijn er gesloten onderwijssystemen op basis van klassenverschillen ontstaan. Een recent opinieonderzoek in Perm liet zien dat de jeugd in die regio de Universiteit van Perm als de beste universiteit van Rusland beschouwt. Slechts vijf procent noemde de Moskouse Staatsuniversiteit als de topuniversiteit van het land. Kortom, het bestaande Russische onderwijsstelsel haalt niet automatisch de beste leerlingen naar voren, noch haalt het beste uit leerlingen naar boven.

Het hervormde Russische onderwijssysteem moet een stelsel van tellen, meten en ranglijsten worden. De kern van de onderwijsvernieuwing is de invoering van één staatsexamen op het einde van het elfjarige algemeen vormende onderwijs, dat tegelijk dient als toelatingsexamen voor de hoger onderwijsinstellingen en dat de toelatingsexamens van die hoger onderwijsinstellingen zelf moet vervangen. Leerlingen hoeven voortaan nog maar in vijf keuzevakken eindexamen te doen, hetgeen de invoering van geprofileerd onderwijs betekent.

Eindexamenleerlingen mogen als ze willen hun examenuitslagen (op een schaal van 100 punten) naar tientallen universiteiten en hogescholen per post of per mail opsturen. Die onderwijsinstellingen kiezen uit de inschrijvingen de beste studenten. Leerlingen kunnen de beste universiteiten en hogescholen kiezen op basis van de vakgerichte ranglijsten van 1337 onderwijsinstellingen die het Ministerie van Onderwijs in de onderwijsmedia en op internet bekend maakt.

Universiteiten en hogescholen moeten financieel geprikkeld worden om de beste eindexamenleerlingen aan te trekken doordat leerlingen met betere onderwijsresultaten een hogere ‘individuele onderwijsfinanciering’ (GIFO) door de overheid meebrengen. Voor minder goede leerlingen krijgen de onderwijsinstellingen minder geld. Op basis van de vraag uit de arbeidsmarkt bepaalt het Ministerie van Onderwijs het aantal door de overheid gefinancierde studieplaatsen per studierichting.

In 2005 moeten alle leerlingen van de elfde klas het staatsexamen afleggen en dan is het vernieuwde onderwijsstelsel ingevoerd. In het afgelopen schooljaar legden 300.000 leerlingen het staatsexamen af. Dit schooljaar worden dat er 650.000, ofwel de helft van de eindexamenleerlingen in Rusland. De helft van de Moskouse leerlingen zal in 2004 het staatsexa-men afleggen.

Bijna alle hoger onderwijsinstellingen accepteren inmiddels de staatsexamen-uitslagen als toelatingsbewijs. Vorig jaar haalde één leerling uit Birobidzjan in Oost-Siberië de volle 100 punten in het staatsexamen.

Het jaar 2005 wordt al revolutionair genoemd voor het Russische onderwijs. Onderwijsminister Vladimir Filippov leidt de hele onderwijshervorming. Ondanks alle goede bedoelingen is er nog steeds veel verzet hiertegen vanuit het onderwijsveld. Naast vragen over praktische problemen als de geheimhouding van de examenvragen en de manier waarop je de vraag naar arbeid vanuit de markt van tevoren moet berekenen, concentreert de kritiek zich rond het vraagstuk van het staatsexamen. Dat staatsexamen zal per vak drie onderdelen hebben: een grote toets met meerkeuzevragen, een toets met open vragen met korte antwoorden en een creatief onderdeel in de vorm van een werkstuk.

Een deel van de kritiek op het staatsexamen is inhoudelijk: meerkeuzevragen zouden te feitelijk, te arbitrair of te simpel zijn en niet vragen naar vakkennis maar naar een goed geheugen. Een voorbeeld dat dan vaak wordt aangehaald is de literatuurvraag van afgelopen jaar over het beginjaar van de roman Vaders en zonen van Ivan Toergenjev. Is dat: A. 1848, B. 1859, C. 1861 of D. 1862?

Op het verwijt van vakgeleerden en vakleerkrachten dat veel vragen te makkelijk zijn antwoordt Filippov met het voorbeeld van de chemici van de Russische Academie van Wetenschappen, van wie op sommige scheikundevragen niemand het antwoord goed had, en van de beste chemicus van het land, akademik Gennadi Jagodin, die een 4 haalde voor het staatsexamen scheikunde (in Rusland is het hoogste cijfer een 5).

Verder zijn er vakleerkrachten die tegen invoering van het geprofileerde onderwijs zijn: zij zijn van mening dat álle leerlingen veel van hun vak moeten weten en kunnen niet verkroppen dat er leerlingen zijn die hun vak niet kiezen of aankunnen. In het oude systeem worden leerlingen echter gepijnigd en uitgeput door zware kennis in verplichte vakken die ze niet kunnen en eigenlijk meestal niet willen volgen.

Een deel van het verzet heeft persoonlijke financiële motieven. Russische ouders zijn bereid flink te investeren in het onderwijs voor hun kinderen. Vorig jaar ging het om zo’n twee miljard dollar (ongeveer 70 miljard roebel bij een overheidsbegroting van 498,6 miljard roebel voor het onderwijs). Hiervan werd 1,3 miljard dollar besteed aan opleidingen op commerciële basis, 200 miljoen dollar aan repetitordiensten en de rest ging op aan omkoping van toelatingscommissies.

De grijze en zwarte inkomsten rond de huidige examenpraktijk zijn voor veel leerkrachten en docenten een belangrijke aanvulling op hun karige officiële salaris. Zo kunnen de steekpenningen van een abituriënt voor een ‘gratis’ studieplaats rechten aan de zeer prestigieuze Moskouse Staatsuniversiteit (MGOe) oplopen tot 50.000 dollar en op de faculteit journalistiek tot 20.000 dollar. Een beetje corruptie mag in het nieuwe stelsel nog steeds van het Ministerie van Onderwijs, want universiteiten en hogescholen mogen tien procent van hun studieplaatsen naar eigen goeddunken invullen.

De Moskouse Staatsuniversiteit is de grootste verzethaard tegen het nieuwe staatsexamen en doet dit studiejaar nog of er geen experiment bestaat. De universiteit beschouwt vooralsnog alleen de eigen toelatingsexamens als toegangsbewijs. ‘Zonder persoonlijk contact kun je geen volledig beeld van een abituriënt krijgen’, zegt MGOe-rector Viktor Sadovnitsji.

Een ander kritiekpunt is dat het onderwijsministerie te veel met mooie hervormingsplannen bezig is en te weinig met het eeuwige gebrek aan geld. Zo voldoen veel schoolgebouwen niet aan de brandveiligheidsvoorschriften, hetgeen afgelopen schooljaar vijftig sterfgevallen van leerlingen in drie schoolbranden tot gevolg had. Vorig jaar waren er 765 branden in onderwijsinstellingen. ‘U maakt zich drukker om computers dan om de elementaire brandveiligheid’, krijgt het ministerie vaak te horen.

Wat opvalt is dat de Russische onderwijsdiscussie heel sterk een ‘goede leerlingendiscussie’ is. De onderwijshervorming concentreert zich op het beste naar boven halen uit leerlingen in de hoge regionen van het onderwijsstelsel. Het gaat over intellectuele capaciteiten, selectie en binnen- en buitenlandse concurrentie.

Gezien de maatschappelijke en economische ontwikkelingen in de wereld zijn de Russische onderwijshervormingen nuttig en begrijpelijk, maar in de discussie heerst een opvallende stilte over het lot van probleemjongeren en van leerlingen die moeten afhaken in de intellectuele concurrentiestrijd.

Omhoog
Terug naar archief