Steden van de Gouden Ring: Rostov en Jaroslavl

Dmitri Silvestrov en Glafira Silvestrova (tekst en foto's)

In de halsketting van steden rond Moskou is Rostov Veliki, met zilveren koepels, te vergelijken met een parel, en Jaroslavl, met zijn fraai versierde, bakstenen kerken, veeleer met een rode jaspis. Deze twee steden maakten een grote bloeiperiode van de Oudrussische kunst door. De iconen en fresco´s van de kerken in Rostov en Jaroslavl maken een onvergetelijke indruk.


Rostov Veliki
De trein vanuit Moskou stopt eerst in Sergijev Posad en bij de nederzetting Aleksandrov en dan in Rostov Veliki. Op het eerste gezicht is er niets bijzonders te beleven. Een armzalig station, vanwaar een lange, rechte straat richting centrum loopt. Sovjethuizen van drie tot vier verdiepingen hoog worden afgewisseld met plattelandshuisjes.

Dan verschijnen er plotseling links en rechts houten huisjes met prachtig bewerkte kozijnen. Het zijn er alsmaar meer, naarmate je dichter bij de Okroeznaja-straat komt, die de stad half omringt. De houten huizen worden afgewisseld met een enorm stenen gebouw, het voormalige jongensgymnasium. Het werd gebouwd in het begin van de twintigste eeuw met de middelen van de plaatselijke koopman-mecenas Kekin, die zijn gehele vermogen aan de stad naliet. Gedurende de oorlog was het gebouw ingericht als ziekenhuis, nu is er opnieuw een gymnasium in gehuisvest, dat de naam van de grondlegger draagt.

De straat wordt breder en biedt een fraai tafereel: een stad van koepels, kerken en torentjes. Een grote zilvergrijze koepel in het midden wordt omringd door vier kleinere koepels en verder aan alle kanten verspreide koepeltjes. Dit is het beroemde kremlin van Rostov, een enorm ensemble dat zomaar temidden van de bomen oprijst.

Het kremlin staat aan de oever van het Neromeer. Het lijkt op een enorm middeleeuws slot met zijn hoektorens, massieve muren en beschermwallen die het kremlin vanaf de kant van het meer omringen.

Het kremlin is het hart van de stad. Hier vandaan lopen naar alle kanten straatjes uiteen, die de ringwegen kruisen. De plattegrond van de stad doet denken aan die van Moskou. Deze indeling is te danken aan Catherina de Grote.

Toen zij de stad aandeed vond ze die 'vies en foeilelijk' en beval haar opnieuw te plannen. Tegenwoordig is Rostov een van de weinige steden van Rusland die geheel bewaard gebleven zijn.

Je kunt de stad in drieën verdelen: het historische centrum met het kremlin, de aangrenzende straatjes, waar de oude historische bouw gedeeltelijk bewaard is gebleven, en een nieuwe wijk bestaande uit prefab-woningen, die in de volksmond 'Cuba' heet, omdat ze zover afgelegen is.

Toeristen hebben de keuze uit twee hotels. Het ene, meer aanlokkelijk, bevindt zich in het historische centrum. De kamers dateren uit de zeventiende eeuw en een deel van de eerste verdieping is nog van hout. De kamers kijken uit op de koepels van het kremlin. Het andere hotel is gelegen in Cuba. Beide hotels hebben beperkte capaciteit, dus reserveren is aan te bevelen.

In een onopvallend café genaamd Metro kun je lekker en niet zo duur eten. De traditionele Russische honingdrank wordt er nog geschonken. Je moet wel door de provinciale, ietwat vulgaire sfeer heen kijken.

In de zomer verdubbelt de bevolking. In 2001 bezochten 160.000 mensen het kremlin, terwijl de stad 36.000 inwoners telt. Er zijn verschillende fabrieken, waarvan de cichoreifabriek vroeger de voltallige sovjetbevolking voorzag van surrogaatkoffie, omdat echte koffie in de sovjettijd niet verkrijgbaar was.

De stad is ernstig verwaarloosd. De wegen zijn slecht en het historische centrum is in de namiddag praktisch uitgestorven. De inwoners werden verplaatst van hun oude huizen in het centrum naar de nieuwbouw in Cuba. Gelukkig lukt het wel om het kremlin in een enigszins toonbare staat te houden en de vele fresco´s te restaureren, die te lijden hebben onder het vocht van het nabijgelegen meer.

Voor Rostov heb je twee dagen nodig. De eerste dag om het kremlin en de musea daar te bezoeken. De tweede dag om te slenteren door de stille straatjes van de stad en de houten huizen met de prachtige bewerkte kozijnen te bewonderen.

Er zijn ook wat fraaie voorbeelden van de classicistische bouwstijl bewaard gebleven, zoals het rijke Gostini Dvor, de winkelgalerij in de oude handelswijk. Een prachtig voorbeeld van moderne bouwstijl is het koopmanshuis aan het begin van de Okroeznaja-straat, bij het meer. Helaas moet dit huis dringend gerestaureerd worden, zoals zovele gebouwen die buiten het kremlin gelegen zijn.

Een wandeling langs de dichtbegroeide oevers van het meer zal niemand onberoerd laten. Sinds vorige zomer vaart er ook weer een bootje over het meer, net als voor de revolutie. Als het je lukt met een plaatselijke 'ondernemer' iets af te spreken kun je ook zelf een bootje huren.

Vanaf het meer heb je een onvergetelijk zicht op het kremlin. Het meer zelf is niet zo groot, maar wel schilderachtig. Er zwemt veel vis en is rijk aan een natuurlijke mest: slik.

Rostov Veliki is een van de oudste Russische steden. De stad wordt voor het eerst genoemd in Verhalen van voorbije jaren in het jaar 862, toen de Novgorodders zich wendden tot de Varjaag Rurik met het verzoek om over hen te komen regeren.

De oorspronkelijke Fins-Oegrische bevolking van de streek rondom Rostov vermengde zich van de negende tot de elfde eeuw met de Slavische 'landverhuizers', die werden aangetrokken door de rijke grond rondom Rostov. Archeologische vondsten duiden daarop. Ook herinneren veel geografische benamingen, die ongebruikelijk zijn voor de Russische taal, aan die tijd.

Geleidelijk aan werd Rostov het centrum van de handel en de cultuur van Noordwest-Rusland. Hier ontstonden geschriften, kunst en de Russische staatsinrichting.

Er woonden veel orthodoxe gelovigen. Rostov was na Kiev een van de eerste Russische steden die gekerstend werden, in 989. Hier wordt het eerste - na het Kievse - Russische bisdom gevormd.

Het gewone volk blijft echter vasthouden aan de oude heidense gebruiken. Na de moord in de twaalfde eeuw op Rostovse bisschop, de heilige Avraam van Rostov, wordt er op de plaats van een heidense tempel een christelijk klooster gesticht, het Grigori-klooster.

Onder vorst Joeri Dolgoroeki, de stichter van Moskou, wordt Rostov het centrum van een van de grootste Russische vorstendommen, Rostov-Soezdal. In die tijd krijgt het ook de toevoeging Veliki (Groot). In de dertiende eeuw bereikt de bloei van Rostov een hoogtepunt. Het klooster, vermaard om z´n omvangrijke bibliotheek, trekt Russen uit heel Noordwest Rusland.

Ten tijde van de Tataarse bezetting wordt Rostov zonder strijd ingenomen en komt er ongeschonden vanaf. Maar als het Tataarse juk is afgeworpen verliest het vorstendom Rostov zijn politieke betekenis.

Desalniettemin blijft Rostov een belangrijk geloofscentrum. Het Grigori-klooster heeft lieden voortgebracht zoals Sergi van Radonezj, de beroemde verlichter en grondlegger van het Drievuldigheidsklooster in Sergijev Posad. Ook de heilige, gezegende Dmitri Donskoj, die in 1389 de beslissende slag tegen de Tataren op het Snippenveld won, en Stefan van Perm, de verlichter van Perm.

De eerste jaren dat Ivan de Verschrikkelijke aan de macht is worden gekenmerkt door economische groei in het hele land. Dat geldt zeker ook voor Rostov, dat aan de handelsroute ligt die Moskou met verschillende havens aan de Witte Zee verbindt, van waaruit de handel verdergaat naar het Westen. In de stad worden kerken en het Gostini Dvor gebouwd.

Later, in de Tijd der Troebelen, wordt de stad verwoest en platgebrand. Pas een halve eeuw later, rond 1670-1690, herstelt Rostov zich van de verwoestingen.

De bouw van een monumentaal complex neemt een aanvang. Dat heeft de stad te danken aan de metropoliet Iona, die in zijn Rostovse residentie 'een hemels Jeruzalem' wilde verwezenlijken. In twintig jaar tijd werden de muren en torens neergezet, het bisschopspaleis gebouwd, inclusief een fraaie klokkentoren, de klokken gegoten, en verrezen er verscheidene kerken. Praktisch hetzelfde kremlin doen de hedendaagse bezoekers aan, zich vergapend aan de fresco´s, die de muren van de kerken geheel bedekken, en de tunnelpassages binnenin de kremlinmuren (alleen ´s zomers).

In de achttiende en negentiende eeuw raakt het kremlin langzaam in verval, omdat de metropoliet er niet langer zetelt; hij is overgegaan naar Jaroslavl. Rostov verandert in een rustig provinciaal stadje, waar het leven eens per jaar op z´n kop gezet wordt door de jaarmarkt.

De jaarmarkt van Rostov bezet lange tijd qua omzet van goederen de derde plaats in Rusland. Er komen ruim 7000 kooplieden naartoe.

In de negentiende eeuw wordt een tot op heden populair ambacht ontwikkeld: het Rostovse email. Met dit email werd werkelijk alles versierd: van iconen tot oorbellen. Als toerist kom je echt niet onder een broche of juwelenkistje met Rostovs email uit.

Het kremlin biedt aan ongeveer 300 Rostovers werk. Het werk in het kremlin is enorm in trek. Het biedt een stabiel salaris met premies en de mogelijkheid om een historische opleiding te volgen aan de universiteit van Jaroslavl. Er is zelfs hoop op een dienstwoning.

Medewerkers van het museum hebben bijna het onmogelijke voor elkaar gekregen: het behouden en waar nodig restaureren van het kremlin en daarmee het kremlin tot het culturele centrum van Rostov te maken. Voor de inwoners van Rostov is een bezoek aan het kremlin en alle musea gratis. Er zijn musea van het Rostovse email, van Oudrussische kunst, van schilderkunst. Er is ook een rijke verzameling kerkklokken en rinkelbellen.

Een verzameling portretten van kooplieden en boeren vormt een mooie aanvulling op de schilderijen van de Russische avant-garde: Lentoelov, Kontsjalovski, Malevitsj en andere kunstenaars van de negentiende en twintigste eeuw. Deze collectie bestaat voor een deel uit kunstwerken, afkomstig uit na de revolutie verwoeste landhuizen. De collectie wordt vaak op internationale tentoonstellingen geëxposeerd zoals een jaar of tien geleden De Grote Utopie, die in Nederland, Duitsland en in Amerika te zien was.


Jaroslavl
Na het rustige Rostov maakt Jaroslavl een bedrijvige indruk. Het is een grote stad met ongeveer 700.000 inwoners. De mensen zijn hier innemend en vriendelijk, waarmee ze zich gunstig onderscheiden van de fronsende ontevreden en soms grofgebekte Moskovieten.

Karakteristiek is de plaatselijke zachte, zangerige spraak, hetgeen deze stad zijn geheel eigen koloriet geeft. Jaroslavl is afgebeeld op het 1000-roebelbiljet. Het is een enorm industrieel centrum, waar tegenwoordig twaalf ondernemingen draaien: van een olieraffinaderij tot een tabaksfabriek, die de stad voorziet van goedkope sigaretten.

Jaroslavl, dat op 270 kilometer ten noorden van Moskou ligt, is in vier uur te bereiken met de sneltrein. Deze trein heeft comfort volgens Europese normen. Als je om half negen de trein pakt, ben je kort na het middaguur al in Jaroslavl. Je kunt dan bijna de hele dag genieten van het levendige, interessante en afwisselende leven van een provinciale, maar ontwikkelde moderne stad.

Vanaf het station tot aan het historische centrum is best een eind. Je moet eerst een uitgestrekte wijk met typische stalinistische bouw door. Dat kun je beter met de bus doen.

Het oude Verlossersklooster - dat nu een groot museum en tevens monument is - staat aan de brede oever van de Wolga. Ervoor is het plein met een standbeeld van Jaroslav de Wijze, de stichter van de stad. Van daaruit lopen naar alle kanten oude straten met een onnoemelijke hoeveelheid kerken.

Vanaf de klokkentoren van het klooster heb je een prachtig uitzicht over de stad met overal verspreid koepels, over de stille, begroeide oevers van het riviertje de Kotorosel, dat uitstroomt in de Wolga. Een geliefde plek van de plaatselijke bevolking is de Kirovstraat, enigszins te vergelijken met de Arbat in Moskou: alleen voor voetgangers, met negentiende-eeuwse gebouwen en vrolijk uitgedoste winkeltjes.

In de cafeetjes en restaurants kun je allerlei traditionele Russische gerechten proberen: hete borsjtsj met paddestoelen en pruimedanten, geserveerd in een aardewerken potje met een versgebakken koekdeksel, en gestoofd vlees met smetana (zure room) en paddestoelen, eveneens geserveerd in een aardewerken potje. Daarbij kun je een tapbiertje van de plaatselijke brouwerij drinken.

Het wapen van Jaroslavl - een beer - kom je veelvuldig tegen, zo ook in een van de torens van het Verlossersklooster en in een enorm bloembed bij de Strelka (Lagune), die wordt omstroomd door de Kotorosel vlak voordat die in de Wolga uitkomt, de legendarische plaats waar de stad werd gesticht.

Volgens de legende voer vorst Jaroslav de Wijze over de Wolga en zag hij, hoe de inwoners van de nederzetting de Berenhoek (dat wil zeggen 'ver van de bewoonde wereld') langs reizende kooplieden overvielen. De vorst stelde spoedig orde op zaken en maakte de plaatselijke bevolking schatplichtig. Bovendien moesten zij het christendom aannemen.

De volgende keer dat hij er kwam werd Jaroslav vijandig ontvangen: de ongehoorzame bevolking stuurde een beer op hem af. Jaroslav de Wijze ging in gevecht met het dier en sabelde hem neer met een strijdbijl. Daarop wierp de bevolking zich op de grond voor de vorst en deze beval een kerk voor de profeet Elia neer te zetten aan de oever van de Wolga en een stadsvesting te bouwen in zijn eigen naam. Nu woont er op het terrein van het klooster, ter herinnering aan deze legende, één van de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad: de beer Masja.

Het stichtingsjaar van de stad wordt meestal gesteld op 1010. Jaroslavl was een wachtpost aan de rand van het vorstendom Rostov-Soezdal: vanaf de muren van de vesting waren zowel de handelsschepen als vijandelijke schepen goed te zien. De achterzijde van de vesting werd beschermd door het Berenravijn.

De stad bereikt de grootste bloei tegen de dertiende eeuw. Dat houdt verband met de gunstige ligging van de stad aan de Wolga-handelsroute. Jaroslavl breidt zich uit. Bij de muren van het kremlin wordt een voorstad gebouwd, daarnaast verrijst het Verlossersklooster waarin de eerste priesteropleiding in Noordwest-Rusland en de Jaroslavse iconenschool gevestigd worden.

De plaatselijke kooplui drijven ook uitgebreid handel met oosterse landen, een schat aan gevonden zilveren munten getuigt daarvan. Vanaf 1218 is Jaroslavl de hoofdstad van het Jaroslavse vorstendom.

Maar reeds twintig jaar later wordt de stad in brand gezet door de orde van Batoej; de tijd van de Tataarse overheersing is aangebroken. Zesmaal zijn de Jaroslavers in opstand gekomen tegen de onderdrukker, maar pas na de Slag op het Snippenveld lukte het om het Tataarse juk af te werpen. In 1463 werd het Jaroslavse vorstendom onderdeel van de Moskouse staat.

Aan de oevers van de Wolga en de Kotorosel ontstaan nederzettingen met handelslui en ambachtslieden. De gunstige ligging maakt van Jaroslavl één van de grootste handelscentra op weg naar de Witte Zee en tevens één van de belangrijkste overslagdepots voor de handel van Rusland met Engeland en Nederland. De Engelsen vestigen er zelfs hun handelsbasis voor de contacten met Perzië en India.

In het Verlossersklooster zijn tot op heden de Kerk van de Verlosser van de Transfiguratie, de heilige poorten, de eetzaal en de vertrekken van de prior bewaard gebleven. Na het bouwen van stenen muren en torens in 1580 werd het klooster als een van de best verdedigde vestingen van het Wolga-gebied beschouwd.

De oudste en mooiste kerk van Jaroslavl, de Maria Hemelvaartkerk, is niet bewaard gebleven: in 1937 werd hij opgeblazen (zoals nog vijftig van de tachtig kerken die Jaroslavl begin twintigste eeuw telde).

In 1612 wordt Jaroslavl zelfs voor korte tijd hoofdstad van Rusland. De handel leeft weer op. Buitenlandse kooplieden bouwen hier hun opslagplaatsen en openen hun kantoren. Nederlandse kooplieden waren verrukt van het geluid van de kerkklokken.

Al snel bloeien ook de ambachten: houtsnijwerk, textiel- en leerproductie, siertegels. En het icoonschilderen ontwikkelt zich. In de zeventiende eeuw is de bevolking van Jaroslavl ongeveer even talrijk als die van Moskou. Deze eeuw wordt beschouwd als de gouden eeuw van de stad.

In korte tijd worden veel stenen gebouwen neergezet. De rijkste kooplieden laten kerken voor zich bouwen, van witte steen of baksteen, van buiten versierd met prachtige tegels en van binnen met schitterende fresco´s. De kooplieden gebruikten hun kerken ook als depot. In de gouden eeuw werden ongeveer tachtig kerken gebouwd: de plaatselijke bouwmeester wilde Moskou overtreffen. Veel fresco´s zijn uitgevoerd door de Jaroslavse meesters naar een gravure van de protestantse Vissersbijbel van de Nederlander Jan Visser. Vandaar dat er scènes uit het West-Europese leven in voorkomen: burchten, kooplui van overzee, uitheemse dieren.

De kerk van de profeet Elia is een van de meest opmerkelijke. Het is een duidelijk voorbeeld van een Poorterskerk met een klokkentoren, een puntdak en unieke fresco´s. Deze sierlijke en tegelijkertijd imponerende kerk is de schat van Jaroslavl.

Uit de zeventiende eeuw zijn maar enkele bouwwerken bewaard gebleven: drie wachttorens, die vroeger de stadsgrenzen aangaven, een woonhuis en het fraaie stevige gebouw met de vertrekken van de metropoliet aan de oever van de Wolga, gebouwd in opdracht van de beroemde Rostovse metropoliet Iona. Hier bevindt zich nu het ikonenmuseum met een bijzonder fraaie verzameling, waarvan de oudste icoon uit de dertiende eeuw dateert.

Hoe de stad er vroeger uitzag is te zien op een panorama, geschilderd door de zeventiende-eeuwse Nederlandse kunstenaar Karel Lebren. Vanaf de Wolga heb je een prachtig zich op de stad met z´n duizenden koepels. Het is net een sprookje, een stad zonder begin of eind.

Lebren heeft herinneringen aan Jaroslavl geschreven: 'Het is een van de beste steden van Rusland. Hier wonen veel vooraanstaande kooplieden, de fraaiste stukken leer worden hier gemaakt, evenals linnen en borstels; maar de stad is vooral beroemd om de schoonheid van de vrouwen, die wat dat betreft alle vrouwen van heel Rusland overtreffen.'

Met de stichting van Sint Petersburg is het afgelopen met Jaroslavl als handelscentrum en middelpunt van het kapitaal. Desalniettemin ontwikkelt de stad zich verder en worden er fabrieken gebouwd. De stad krijgt de status van gouvernementsstad en wordt herbouwd volgens een door Catherina de Grote vastgesteld plan.

Jaroslavl neemt actief deel aan het culturele leven in Rusland. De eerste provinciale krant van het land komt er uit. Er wordt een universiteit geopend, die ook nu nog draait. In 1750 richt de koopman Volkov hier het eerste theatergezelschap van Rusland op en wordt de eerste stadsschouwburg gebouwd.

In de negentiende eeuw verstevigt Jaroslavl haar status als handels- en industrieel centrum. Goederen voor het Russische noorden worden niet alleen over de Wolga aangevoerd, maar ook over de in 1870 geopende spoorweg. De bevolking groeit enorm.

Er worden classicistische gebouwen neergezet, zoals het strenge, maar elegante Huis van de Artsenvereniging, het Gostini Dvor, het gouverneurshuis aan de kade (waar nu het Museum van Beeldende Kunsten is). De beroemde Wolga-kade wordt verfraaid met een gietijzeren hekwerk en beplant met lindebomen. Er wordt een romantisch, classicistisch prieeltje neergezet. ´s Zomers is de kade een geliefde plek om te flaneren.

Behalve het museummonument in het Verlossersklooster is er onlangs een museum van de geschiedenis van de stad geopend. Er is een museum voor beeldende kunst, het huis van de beroemde Russische tenor Sobinov is als museum open en er is een heel bijzonder museum van 'Muziek en tijd' met een prachtige verzameling iconen, kerkklokken, oude instrumenten en gebruiksvoorwerpen.

De stad maakt een complete en aantrekkelijke indruk. Je krijgt zin om door de stad te slenteren, zonder een detail te missen. De woorden van de Nederlandse kunstenaar uit de zeventiende eeuw bevatten tot op heden waarheid: de stad is nog immer in staat zelfs de meest verwende bezoeker te verrassen met de schoonheid van haar gebouwen, straten en de gezichten van de vrouwen.

Uit het Russisch vertaald door Nicole de Boer

Omhoog
Terug naar archief