Oligarchie opgerold

Jan Limbeek

In de jaren '90 lag de macht in Rusland voor een belangrijk deel bij enkele rijke zakenmensen, die conglomeraten van industrieën, banken en mediabedrijven bezaten. Ze werden oligarchen genoemd. Ze dwongen met hun macht privileges af, hielden via intriges hervormingen tegen die hen geld en macht zouden kosten en maakten elkaar zwart in de door hen beheerste media.

In zijn verkiezingscampagne voor het presidentsschap van het jaar 2000 beloofde Poetin dat hij de macht van de oligarchen zou reduceren. Weinig deskundigen hadden verwacht dat Poetin zo voortvarend te werk zou gaan. Velen dachten zelfs dat hij überhaupt niet serieus kon of wilde hervormen. Boris Berezovski c.s. hadden hem en het hele Kremlin immers in hun zak.

In het midden van 2000 beloofde Poetin de oligarchen hun wandaden te vergeven als zij zich voortaan aan de wet zouden houden, netjes belasting zouden betalen en vooral buiten de politiek zouden blijven. Verreweg de meeste oligarchen kozen eieren voor hun geld, nadat Poetin enkele voorbeelden (Berezovski, Vladimir Goesinski) had gesteld.

Het was noodzakelijk de oligarchen aan te pakken om de hervormingen succesvol te laten verlopen. De oligarchen beheersten immers een groot deel van de economie. Als belasting eerlijk en volledig betaald moest worden, als het zakenleven transparant moest worden, als de 'dictatuur van de wet' moest gaan gelden, vond je de oligarchen op je weg. Zij wilden dat niet.

Net als in het tijdperk-Jeltsin. Maar toen viel het niet zo op dat zij effectieve hervormingen tegenhielden omdat het lagerhuis van het parlement, de Doema, elk verstandig besluit tegenhield. Eerlijkheidshalve moet opgemerkt worden dat individuele zakenmensen in de jaren '90 weinig keus hadden. Om te overleven en te groeien moest je wel wetten overtreden, de op papier onbetaalbare belastingen ontduiken, frauderen, omkopen, je mengen in politiek en rechtspraak.

Onder Poetin zijn de oligarchen als klasse verdwenen. De rijke zakenmensen die vroeger oligarchen genoemd werden, bestaan natuurlijk nog wel. Ze zijn zelfs in rap tempo rijker geworden. Maar ze kunnen niet meer de indruk wekken Rusland te besturen.

De jaarlijkse Forbes-lijst noteert maar liefst 25 Russische dollarmiljardairs, waarmee Rusland na de Verenigde Staten en Duitsland op de derde plaats komt. De rijkste Rus is Michaïl Chodorkovski. Hij staat met een geschat vermogen van 15 miljard dollar op de zestiende plek van de Forbes-lijst.

Hoe rijk de zakenmensen nu ook zijn, zo machtig als ze vroeger waren kunnen ze niet meer worden. President Poetin staat niet toe dat ze - zoals in de jaren '90 - grote politieke en mediabelangen vergaren.

De zaak Chodorkovski heeft alle zakenmensen hier hardhandig aan herinnerd. De voormalige topman en eigenaar van Ruslands grootste oliemaatschappij Joekos zit al sinds oktober in het cachot op basis van aanklachten als fraude en belastingontduiking. Hij begon namelijk in toenemend mate oligarchengedrag te vertonen.

Het gros van de Russen juicht het aanpakken van Chodorkovski toe, omdat ze een hartgrondige hekel hebben aan de superrijken die in de jaren '90 rollebollend over straat gingen en daarmee Rusland zo'n slechte naam bezorgden in het Westen. De gemiddelde Rus stelt zich op het standpunt dat het aanpakken van de vroegere oligarchen misschien wel ondemocratisch is, maar zeer plezierig. Alles vindt hij beter dan een 'oligarchendemocratie'.

De vroegere topoligarch Berezovski kan daarover meepraten. Als Russische balling in Londen probeert hij al vier jaar verwoed om Poetin onderuit te halen. Maar hij krijgt geen poot aan de grond.

Omhoog
Terug naar archief