Tsjetsjeens verzet gebroken

Jan Limbeek

De zomer van 2006 zou wel eens de geschiedenis in kunnen gaan als het einde van de Tsjetsjeense opstand. Binnen een maand zijn de twee belangrijkste leiders van de rebellen om het leven gekomen.

Op 17 juni 2006 werd Abdoel-Chalim Sadoelajev bij een actie van Russische en pro-Russische Tsjetsjeense eenheden gedood. Hij was de opvolger van de Tsjetsjeense rebellenleider Aslan Maschadov, die op 8 maart 2005 ook al een gewelddadige dood had gevonden.

Op 10 juli 2006 werd de beruchtste en meest gezochte terrorist van Rusland, Sjamil Basajev, gedood. Hij werd ’s nachts uiteengereten toen de explosieven ontploften die hij en enkele handlangers aan het overladen waren. Een banaal ongeluk.

De ongrijpbare en de verantwoordelijke voor de afschuwelijkste misdaden, waarvan de schoolgijzeling in Beslan in september 2004 het dieptepunt vormde, liet het leven in een ongeluk. Basajev was zo verminkt dat hij pas vele uren later kon worden geïdentificeerd.

Volgens het hoofd van de Russische geheime dienst FSB, Nikolaj Patroesjev, die de dood van Basajev ’s middags bekend maakte, was Basajev bezig met de voorbereidingen voor een aanslag die tijdens de G8-top had moeten plaatsvinden. Dit zou opmerkelijk zijn geweest, want er was de laatste tijd geen sprake meer van grote aanslagen.

Simpel gesteld zou je kunnen zeggen dat hoe harder en dreigender de taal van de rebellen was, hoe minder er gebeurde. En andersom. Maschadov zei altijd tegen terroristische acties te zijn. Toch vonden die regelmatig plaats, wat aangaf dat Maschadov ze niet kon of wilde tegenhouden.

Maschadovs opvolger Sadoelajev had radicalere opvattingen, hoewel ook hij zich publiekelijk keerde tegen het gijzelen en vermoorden van gewone burgers. Dat gold in zijn opvatting niet voor vertegenwoordigers van het regime. Sadoelajev wilde het geweld over de gehele Kaukasus verspreiden.

In de praktijk was het onder zijn vijftien maanden durende leiding betrekkelijk rustig in Tsjetsjenië en de gehele Kaukasus. Het leek erop dat Sadoelajev een krachteloos figuur was, die alleen goed kon praten.

De opvolger van Sadoelajev, de krijgsheer Dokoe Oemarov, is – net als Maschadov – een verklaard tegenstander van terroristische acties tegen gewone burgers. Naar het schijnt heeft hij daar nooit aan meegedaan, hoewel er van officiële Tsjetsjeense kant tegenwoordig geluiden van het tegendeel te horen zijn.

Ondanks hun uitlatingen werkten zowel Sadoelajev als Oemarov nauw met Basajev samen. Oemarov benoemde Basajev zelfs tot vice-president en dus tot zijn opvolger.

Dat was dus van korte duur. De meeste deskundigen zijn van mening dat met het verscheiden van Basajev het einde van de Tsjetsjeense opstand naderbij is gekomen.

Toch uitten nog verbazingwekkend veel mensen de verwachting dat de dood van Basajev ruimte schept voor nog radicalere opvolgers. Radicaler dan Basajev is vrijwel onmogelijk.

Hier is sprake van de eeuwige reflex dat de opvolger van welke extremist dan ook radicaler en gevaarlijker zal zijn. In werkelijkheid komt die vrees zelden uit. Carlos, ‘de jakhals’, werd niet vervangen door iemand die nog meedogenlozer was, Stalin werd niet opgevolgd door een radicalere leider. Enzovoort.

Basajev is niet vervangbaar. Hij paarde kunde en wilskracht aan onverzoenlijkheid en wreedheid. Bovendien had hij geld om zijn acties te financieren. De kans dat het geweld oplaait of zich wezenlijk verspreidt over een groter gebied, is kleiner geworden nu de planner en het voorbeeld van het toneel is verdwenen.

De enige van de oude garde die nog in leven is, is rebellenpresident Dokoe Oemarov. Hij is een zeer ervaren commandant, die vanaf het begin van de eerste Tsjetsjeense oorlog einde 1994 betrokken was bij gevechtshandelingen.

Misschien kan de doener Oemarov de verdere verzwakking van de rebellen stoppen. Hij heeft al aangekondigd aanslagen te willen plegen op militaire doelen binnen Rusland. De fundamentalistische dromer Sadoelajev wilde dat ook. Oemarov moet helaas serieuzer genomen worden.

Volgens de pro-Russische Tsjetsjeense premier Ramzan Kadyrov hoeft alleen Oemarov nog gedood te worden, waarna de oorlog definitief afgelopen is. Te optimistisch? Waarschijnlijk niet. De grootschalige oorlog in Tsjetsjenië is al anderhalf jaar voorbij. De enkele schermutselingen en aanslagen die nu nog plaatsvinden in Tsjetsjenië en daarbuiten stellen weinig voor in vergelijking met de periode vóór 2005.

Omhoog
Terug naar archief