Groei door repressie

Koen van Lieshout en Edwin Bakker

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie hebben verschillende islamitische bewegingen zich op de nieuwe onafhankelijke republieken in Centraal-Azië gestort. Ze hopen daar nieuwe, al dan niet extremistische varianten van de islam te introduceren. Een van deze groepen is de Islamitische Bevrijdingspartij, Hizb ut-Tahrir al-Islami (Hizb ut-Tahrir), die vooral in Oezbekistan groot is.

Hizb ut-Tahrir werd in 1952 in Jeruzalem opgericht door de Palestijnse jurist Taqqiuddin al-Nabhani (1909-1977). Al-Nabhani concludeerde indertijd dat de problemen waarmee de islamitische gemeenschap te maken had het gevolg waren van de afschaffing van het Ottomaanse kalifaat in 1924. Het opnieuw instellen van een dergelijk rijk is nog steeds een van de belangrijkste politieke issues van Hizb ut-Tahrir.

De ‘partij’ laat zich niet eenvoudig in een hokje plaatsen. Ze presenteert zichzelf als ‘een politieke partij die de ideologie van de islam als uitgangspunt heeft’, maar doet niet mee aan democratische verkiezingen. Sterker nog, ze is sterk gekant tegen de democratische staatsvorm. Verandering kan volgens haar alleen komen door het omverwerpen van ‘ongelovige’ regimes.

Is Hizb ut-Tahrir daarmee een extremistische of terroristische organisatie? Volgens eigen zeggen is dit laatste beslist niet het geval en pleit ze voor ‘omverwerping’ zonder gebruik van geweld.

Wat is Hizb ut-Tahrir dan wel? Het best laat de ‘partij’ zich omschrijven als een radicale transnationale religieus-politieke beweging. Ze streeft op vreedzame wijze naar het herstel van het kalifaat, een islamitisch rijk op basis van de sharia. Dit streven is volgens de beweging de religieuze plicht van alle moslims.

Het tweede doel van Hizb ut-Tahrir is da’wa, het uitdragen van de ‘islamitische boodschap’ om de moslims te stimuleren zich aan de regels van de islam te houden.

De wereldwijde beweging is vooral actief in Europa en Centraal-Azië. De wijze van opereren en de specifieke doelstelling van Hizb ut-Tahrir verschillen per regio.

In Europa zijn de activiteiten vooral gericht op ‘da’wa’ en propagandistisch van aard. Zo organiseerde de beweging in Nederland een paar maanden geleden bijeenkomsten tegen de Deense spotprenten. Hizb ut-Tahrir gebruikt de politieke ruimte in democratische landen om haar activiteiten in het Midden-Oosten en Centraal-Azië te ondersteunen. Londen is hiervoor het centrum.

Hoewel de beweging beweert geen politieke veranderingen in het Westen na te streven, ligt Hizb ut-Tahrir in Europa onder vuur. In Duitsland is de organisatie verboden vanwege het verspreiden van anti-Israëlische en anti-joodse propaganda. In Groot-Brittannië worden de mogelijkheden voor een verbod onderzocht en ook in Nederland hebben verschillende politici zich uitgesproken voor maatregelen tegen Hizb ut-Tahrir.

In de meeste islamitische landen is de beweging verboden. In Centraal-Azië wordt zelfs bijzonder hard opgetreden tegen Hizb ut-Tahrir die vooral aanhang heeft onder Oezbeken in Kirgizstan en Oezbekistan. De beweging probeerde zich al vóór het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in die kringen te nestelen.

Palestijnse en Jordanese studenten verspreidden partijliteratuur binnen islamitische scholen in Oezbekistan. De beweging kreeg echter pas begin jaren negentig enige aanhang in de regio.

Vanaf 1995 werden pamfletten en andere publicaties in grote oplagen verspreid, aanvankelijk vooral in de Fergana-vallei, maar later ook daarbuiten. Daarnaast organiseerde de beweging een netwerk van halqa’s, cellen van ongeveer vijf personen die dit materiaal samen bestuderen.

Naast de verspreiding en bestudering van publicaties vinden de activiteiten van Hizb ut-Tahrir in Oezbekistan voor een belangrijk deel in en rondom gevangenissen plaats. Deze werden belangrijker naarmate er meer leden en sympathisanten van Hizb ut-Tahrir opgepakt werden. Binnen de gevangenismuren worden de aanhangers ingezet ter verspreiding van de ideologie onder gevangenen. Op deze manier weet Hizb ut-Tahrir het repressieve politieke klimaat in Oezbekistan onder president Islam Karimov in haar voordeel om te zetten.

Dit heeft geleid tot een groei van het aantal leden van de partij. Hoewel er geen exacte cijfers bekend zijn lopen schattingen in de duizenden. Volgens Emmanuel Karagiannis, een gerenommeerde expert op het gebied van Centraal-Azië, zou het zelfs gaan om tien tot vijftienduizend leden en nog veel meer sympathisanten.

In het algemeen kan men stellen dat de opkomst en ontwikkeling van Hizb ut-Tahrir in Oezbekistan deels is toe te schrijven aan de manier waarop de organisatie zich aanpast aan de lokale omstandigheden. Haar publicaties verschijnen niet alleen in het Arabisch en Russisch, maar ook in het Oezbeeks. Dit geeft de organisatie toegang tot relatief ongeschoolde jongeren en de bevolking op het platteland. Een ander voordeel dat Hizb ut-Tahrir boven veel andere islamitische organisaties heeft, is dat haar activiteiten weinig kosten.

Behalve door het repressieve klimaat, wordt de verdere groei van de beweging ook beïnvloed door externe factoren, zoals de belabberde economische situatie in Oezbekistan. De gematigde seculiere en islamitische oppositie is monddood gemaakt. Dit schept ruimte voor verboden radicale islamitische organisaties als Hizb ut-Tahrir, die nu door velen gezien worden als het enig overgebleven alternatief.

Bovendien creëert het regime ruimte voor radicale islamitische groeperingen doordat Oezbeekse islamitische geleerden onvoldoende ruimte krijgen om een gematigd tegengeluid te produceren. In het algemeen geldt dat de aanpak van radicale groepen zich beperkt tot zware vervolging.

Het exacte aantal Hizb ut-Tahrir-leden in de Oezbeekse gevangenissen is niet bekend, maar volgens schattingen van mensenrechtenorganisaties gaat het om enkele duizenden. Hizb ut-Tahrir spreekt zelf van rond de 10.000 leden die in gevangenissen zouden zitten.

Velen van hen zijn opgepakt op beschuldiging van lidmaatschap van de terroristische organisatie die Hizb ut-Tahrir volgens het regime is. Ze zouden een van de grootste terroristische bedreigingen in de regio vormen. Bewijs hiervoor zouden de aanslagen zijn waarmee Oezbekistan sinds het einde van de jaren negentig met regelmaat wordt geconfronteerd.

Vanaf het begin werd de beweging ervan beschuldigd hierbij op zijn minst betrokken te zijn geweest. Zo zou Hizb ut-Tahrir ook nauw betrokken zijn geweest bij de ‘terroristische’ opstand in Andijan (mei 2005), waarbij zo’n dertig leden van de Oezbeekse veiligheidsdienst omkwamen. De internationale gemeenschap schrijft de ‘opstand’ echter toe aan repressie en het brute overheidsoptreden waarbij enkele honderden burgers de dood vonden.

Het lukt de autoriteiten in Tasjkent en die van de buurlanden van Oezbekistan dan ook niet om Hizb ut-Tahrir op internationale lijsten van terroristische organisaties te krijgen. De Verenigde Staten houden de activiteiten van de beweging nauwlettend in de gaten en zien de organisatie als een radicale beweging, maar vooralsnog ziet Washington geen reden om de partij het stempel ‘terroristisch’ te geven.

In Rusland ziet men dit anders. De Russische Federale Veiligheidsdienst (FSB) beschuldigt Hizb ut-Tahrir al jaren van banden met Tsjetsjeense en andere Kaukasische separatisten en van banden met Arabische huurlingen die opereren binnen de voormalige Sovjet-Unie. Ook zou de beweging samenwerken met de Islamitische Beweging van Oezbekistan, die banden zou hebben met Al Qaida.

Waar of niet waar, Hizb ut-Tahrir belandde in 2003 na een besluit van het Russische Hooggerechtshof samen met veertien andere groeperingen op de Russische lijst van terroristische organisaties.

De aantijgingen van Moskou en Tasjkent lijken de groei van de beweging niet in de weg te staan. Sterker nog, het repressieve beleid lijkt averechts te werken. Hizb ut-Tahrir blijft zich uitbreiden, vooral in Oezbekistan, waar het beleid het meest repressief is. Dit leidt tot volle gevangenissen, die wel eens de kazernes kunnen blijken te zijn waar de Hizb ut-Tahrir zal uitbreken om de omverwerping van het Karimov-regime te realiseren.

Omhoog
Terug naar archief