Wit-Russische rampspoed

Jan Limbeek

Rusland is al zo'n anderhalf jaar bezig om van zijn buurlanden hogere prijzen voor olie en gas te krijgen. Ruslands buren verzetten zich met hand en tand tegen het verminderen van de Russische energiesubsidies. Zonder succes. Zelfs Wit-Rusland moest er dit jaar aan geloven. Het conflict met dit land liep zo hoog op dat de doorvoer van olie naar Europa enige dagen stopte. Nadat Wit-Rusland had ingebonden, werd de aanvoer hersteld. Knarsetandend moest het land accepteren dat het miljarden extra kwijt was aan energie. Wat zijn hiervan de gevolgen?

Oorspronkelijk legde Rusland voor 2007 een verdubbeling van de gasprijs naar 100 dollar per 1000 m³ op en een verhoging van de prijs voor olie van 73 procent (van 248 naar 427 dollar per ton). De prijsverhoging werd veroorzaakt door het exporttarief van 181 dollar per ton olie dat Rusland oplegde. Vóór 2007 was Wit-Rusland vrijgesteld van exporttarieven, hetgeen alleen al 3,5 miljard dollar opleverde, zo'n tien procent van het Wit-Russische bruto binnenlands product (bbp).

Na het akkoord tussen de twee landen van 12 januari werd de prijsstijging voor olie beperkt tot 53 dollar per ton olie. Dat is een korting van 70 procent (afnemend naar 64 procent in 2009). Alleen bij wederverkoop - na bewerking - aan Europa moet Wit-Rusland 70 procent van het exporttarief aan Rusland betalen, oplopend naar 85 procent in 2009.

De gasprijs bleef ongewijzigd: 100 dollar per 1000 m³ gas. Weliswaar was dat een ruime verdubbeling ten opzichte van 2006, maar het bleef de laagste prijs in het GOS en veel lager dan de prijs van 260 dollar per 1000 m³ gas die de West-Europese landen betalen.

Het afknijpen van Wit-Rusland lijkt dus mee te vallen, ware het niet dat de prijs in de periode tot 2011 tot het West-Europese prijspeil zal stijgen. Verder koopt Rusland volgens het akkoord voor 2,5 miljard dollar de helft van het Wit-Russische pijpleidingenbedrijf Beltransgaz. Van zijn kant krijgt Wit-Rusland hogere transitovergoedingen voor olie en gas.

De beschuldiging van het Westen dat Rusland energie als wapen gebruikt, stuit in Rusland op groot onbegrip. Ten eerste doet Rusland niks anders dan waar het Westen al 15 jaar om vraagt, namelijk het rekenen van reële prijzen aan de buurlanden in plaats van ze aan zich te binden middels energiesubsidies. Ten tweede is de geleidelijke stopzetting van de energiesubsidies een effectief drukmiddel op de dictatoriale Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko. Hij móet nu wel hervormen en zal mogelijk vrienden zoeken in Europa.

Het Westen zou Poetin dus dankbaar moeten zijn, al is het onduidelijk of dit zijn bedoeling was.

Een teken aan de wand was ook dat het conflict met Wit-Rusland nauwelijks invloed had op de internationale olieprijs, wat betekende dat de ultragevoelige oliehandel blijkbaar niet verwachtte dat de problemen zouden voortduren.

Het IMF stelde de afgelopen jaren keer op keer vast dat de economische prestaties van Wit-Rusland erg goed zijn. Het land boekte een economische groei van gemiddeld 9,4 procent sinds 2003, terwijl de inflatie een sterk dalende trend liet zien. Daarnaast voerde het land een bewonderenswaardig sociaal beleid, hetgeen het regime grote populariteit bij de bevolking verschafte. Er is bijna volledige werkgelegenheid, de reële lonen groeien sterk, het armoedeniveau is het laagste van het GOS.

Tabel 1 Inflatie en groei bbp in Wit-Rusland, 2000-2006 (%)
  2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Groei bbp 5,8 4,7 5,0 7.0 11.4 9.2 9,9*
Inflatie (einde jaar)** 107,5 46,1 34,8 25,4 14.4 8.0 6,6
* schatting
** prijscontroles van de overheid houden de inflatie lager
Bron: http://belstat.gov.by

Het probleem is echter dat de macro-economische prestaties niet zozeer te danken zijn aan het beleid van een nog nauwelijks hervormde planeconomie, maar aan de enorme energiesubsidies van Rusland en de douane-unie tussen Rusland en Wit-Rusland. Wit-Rusland wordt kwetsbaar als de gunstige externe omstandigheden veranderen, en volgens het IMF zou dit zeer waarschijnlijk gebeuren.

Voor het IMF was het geen vraag óf de energieprijzen sterk zouden stijgen maar met hoeveel en wannéér. Het Fonds drong daarom aan op hervormingen om het land beter bestand te maken tegen verslechterende omstandigheden. De Wit-Russische autoriteiten maakten zich weinig zorgen. Ze geloofden eigenlijk niet dat Rusland ze dit zou 'aandoen'.

Het IMF had met zijn opstelling een fundamenteel geloofwaardigheidsprobleem. Het Fonds dringt altijd en overal aan op markthervormingen. Het Wit-Russische voorbeeld liet zien dat een land uitstekende economische resultaten kon behalen zonder ontwrichtende markthervormingen door te voeren. Met een de argumentatie van het IMF is het logisch dat de Wit-Russische autoriteiten dachten: 'Het gaat nu goed, laten we even afwachten. Het kan zijn dat de baten van een mogelijk sterkere en veerkrachtigere economie in de toekomst niet zullen opwegen tegen de kosten van hervormingen - als we er dan tenminste nog zijn.'

Het IMF had de waarde van de Wit-Russische groei moeten bagatelliseren. In plaats daarvan accepteerde het Fonds de groeicijfers van de Wit-Russische economie klakkeloos, alsof de groei van een planeconomie vergelijkbaar is met die van een markteconomie.

Dat is het niet. Niet voor niets hebben landen die de overgang van een planeconomie naar een markteconomie maken altijd te maken met een aanzienlijke krimp van de economie van minimaal twee jaar. De reden is vooral dat een flink deel van de productie wegvalt in omstandigheden van afnemende subsidies en de verdwijning van de gegarandeerde afzet en concurrentie.

Als de kwalitatief matige en milieubelastende producten wegvallen, krimpt op papier de economie. Maar het is goede krimp. In een markteconomie zijn de producten en diensten per definitie goed en gewenst omdat er vraag naar is. Verdwijnt de vraag, dan verdwijnen ook de producten.

Met andere woorden, in een markteconomie stijgt de productie van goederen en diensten omdat de vraag ernaar, vooral van particulieren, toeneemt. In een planeconomie stijgt de productie omdat de planners dit willen. Dat kan best productie zijn van lage kwaliteit of voor het magazijn, voor de groei maakt dat niet uit.

Men weet pas of producten echt gewenst zijn als de consument ze wil kopen (en keuze heeft). Gebeurt dit niet of onvoldoende, dan gaan de bedrijven failliet en verdwijnen hun producten. Althans in een markteconomie. In een planeconomie blijft de dure en kwalitatief matige productie gewoon bestaan.

Waarom doet het grondstofarme Wit-Rusland het nu veel beter dan de Sovjet-Unie destijds als geheel? Dit heeft aantal oorzaken. Er wordt een beter macro-economisch beleid gevoerd en de mate van verspilling is kleiner dan in de sovjettijd. De verspilling gold vooral de groteske, megalomane projecten die de economie van de Sovjet-Unie weinig profijt opleverden, zoals de Siberische BAM-spoorweg, waarbij de Betuwelijn in vergelijking een toonbeeld van efficiëntie is.

Een andere reden is dat de Wit-Russische economie niet geheel dezelfde sovjeteconomie is als van twintig jaar geleden. Er zijn wat hervormingen geweest, met name voor 1996. Een kwart van het bbp wordt geproduceerd door de particuliere sector en de prijsvorming is grotendeels vrij, al staan beide onder streng overheidstoezicht. Ten slotte houden illegale handel en steun van het rijke Rusland het Wit-Russische regime fier overeind.

Op dit laatste punt concentreert zich, zoals gezegd, het IMF. Zonder Russische energiesubsidies zou de groei de laatste jaren veel lager zijn uitgevallen. In 2005 zou deze volgens het IMF dan nog geen drie procent zijn geweest. Midden 2006 maakte het IMF een prognose van de economische gevolgen als de energieprijzen inderdaad sterk zouden stijgen. Volgens die prognose is het vanaf 2007 afgelopen met de economische groei (zie tabel 2).

Tabel 2 Economische gevolgen van langzame en snelle prijsstijgingen voor energie
  2007 2008 2009 2010 2011
Normaal scenario
 
Groei bbp 4,5 3,8 3,6 3,4 3,0
Inflatie (einde jaar) 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0
Begrotingsevenwicht (% bbp) -1,2 -1,7 -2,3 -3,0 -3,5
Lopende rekening (% bbp) -1,1 -2,1 -3,2 -4,5 -6,3
Uitgangspunten
Importprijs olie ($ per ton) 270,0 273,3 277,5 280,0 279,4
Importprijs gas ($ per m3) 51,9 54,5 57,2 60,1 63,1
Risico-scenario
 
Groei bbp -0,7 0,3 0,7 0,9 0,6
Inflatie (einde jaar) 16,4 11,0 10,5 9,0 8,0
Begrotingsevenwicht (% bbp) -2,5 -3,0 -3,6 -4,2 -4,7
Begrotingsevenwicht (% bbp) -4,6 -6,5 -8,6 -11,1 -14,5
Uitgangspunten
Importprijs olie (dollars per ton) 270,0 288,7 311,4 336,0 362,5
Importprijs gas (dollars per m3) 95,0 110,3 128,0 148,5 172,3
Bron: staf IMF in samenwerking met Wit-Russische autoriteiten (https://www.imf.org/external/pubs/ft/scr/2006/cr06314.pdf, blz 18)

Tabel 2 toont aan dat Wit-Rusland onder minder gunstige externe omstandigheden niet meer in staat is goed te blijven presteren. De werkelijke energieprijzen, met name voor olie, liggen nog hoger. De verwachtingen kunnen dus nog negatiever uitvallen.

Vanwege zijn lakse houding is het Wit-Russische regime gedwongen te hervormen in ongunstige omstandigheden. Om wat te noemen: de staat moet zich terugtrekken uit de economie, subsidies verminderen, prijscontroles afschaffen, een transparante privatisering doorvoeren. Hoe langer men dergelijke maatregelen uitstelt, des te pijnlijker ze worden. In de jaren na 2007 worden de Russische energieprijzen immers nog hoger.

De resterende handelsvoordelen en energiesubsidies zijn niet voldoende om het Wit-Russische sociaal-economische beleid in stand te houden. Wat zal de Wit-Russische reactie op economisch en politiek gebied zijn? Maakt de oppositie een kans om de macht over te nemen? Laat Rusland het in dit licht bezien toe dat de Wit-Russische economie geheel in elkaar stort?

Serieuze toenadering van Loekasjenko tot Europa om daar vrienden te zoeken lijkt erg onwaarschijnlijk gezien de aard van het Wit-Russische regime. Aan de andere kant kan het conflict tussen Rusland en Wit-Rusland een voorbode zijn van verdere verslechtering van hun relatie, want gebrouilleerde vrienden zijn onberekenbaarder dan gewone opponenten.

Omhoog
Terug naar archief