René Does
In Russische mensenrechtenkringen is met tevredenheid gereageerd op de benoeming op 13 oktober 2010 van Michail Fedotov als de nieuwe ‘mensenrechtenadviseur’ van Rusland. De 60-jarige Fedotov, tot voor kort secretaris van de Russische Journalistenbond, is de opvolger van Ella Pamfilova, die op 30 juli ontslag nam.
Russische en buitenlandse mensenrechtenorganisaties zagen het ontslag van Panfilova als een verslechtering van de mensenrechtensituatie en een versterking van de autoritaire tendensen in Rusland. Maar nu Fedotov door president Dmitri Medvedev is benoemd tot hoofd van de ‘Raad voor de ontwikkeling van de instituten van de civil society onder de president van Rusland’ is deze angst een beetje weggenomen.
De liberale politicus en journalist Fedotov is van oorsprong jurist. Als minister van Informatie schreef hij de liberale perswet die na de val van de Sovjet-Unie in 1991 door de regering van premier Jegor Gajdar werd aangenomen. Toen de wet twee jaar later door wijzigingen iets van zijn liberale glans verloor, nam Fedotov ontslag en maakte vervolgens carrière in journalistieke bestuursfuncties.
Zijn voorgangster, Ella Pamfilova, voelde zich sinds het najaar van 2009 steeds meer in het nauw gedreven in de functie van mensenrechtenadviseur. Zij nam het op voor de dissidente journalist Aleksandr Podrabinek, die op 21 september 2009 in de internetkrant Jezjednevny Zjoernal had geschreven dat veteranen uit de Tweede Wereldoorlog zich na 1945 naar het sovjetbewind hadden geschikt, en dat de erenaam ‘veteraan’ nu ook wel eens gebruikt mocht worden voor de dissidenten in hun strijd tegen het communistische regime.
Het bekritiseren van oorlogsveteranen levert in Rusland onvermijdelijk problemen op. Al snel werd het huis van Podrabinek omsingeld door aanhangers van de jongerenbeweging Nasji (De onzen), die regelmatig als stoottroepen van het huidige regime optreden. Pamfilova nam het op voor het recht van Podrabinek zijn mening te uiten.
Pamfilova verzette zich ook tegen de onderdrukking van de ‘artikel 31-bijeenkomsten’. Op de 31ste van iedere maand met 31 dagen gaan in grote Russische steden honderden aanhangers van de oppositie de straat op om te demonstreren voor de bescherming van politieke en burgerlijke vrijheden. Artikel 31 van de Russische grondwet bepaalt de vrijheid van publieke bijeenkomsten.
Pamfilova kwam steeds meer onder vuur te liggen van Nasji en parlementariërs van de regeringspartij Verenigd Rusland vanwege haar steun aan journalisten als Podrabinek, zijn dissidente collega Dmitri Oresjkin en de hoogbejaarde mensenrechtenactiviste Ljoedmila Aleksejeva. Zij verweten Pamfilova ‘extremistische organisaties en personen met een fascistische oriëntatie’ te verdedigen.
De druppel die voor Pamfilova de emmer deed overlopen was de uitbreiding van de volmachten van de binnenlandse veiligheidsdienst FSB. Deze kreeg eind juli het recht mensen te waarschuwen ‘wier activiteiten de omstandigheden creeuml;ren voor het plegen van een misdaad’. Voorstanders van de wet stelden dat deze de criminaliteit zou verminderen en burgers kon helpen zich bewust te worden van het illegale karakter van bepaalde activiteiten. Tegenstanders meenden dat de wet bedoeld was om journalisten en oppositiegroepen te intimideren. Pamfilova nam ontslag.
Pamfilova had graag de uitgesproken econoom Aleksandr Aoezan, hoofd van de Vereniging van onafhankelijke centra voor economische analyse, als haar opvolger gezien. De ultrarechtse Liberaal-Democratische Partij van Rusland, nooit te beroerd voor een absurdistische noot in de Russische politiek, droeg partijleider Vladimir Zjirinovski voor. President Medvedev koos voor de compromisfiguur Fedotov, met wie iedereen wel vrede kan hebben.
Na haar ontslag verklaarde Pamfilova dat ze zich in haar functie als mensenrechtenadviseur dikwijls met haar hoofd ‘tussen hamer en aambeeld’ had gevoeld. De mensenrechtenadviseur moet inderdaad een politieke evenwichtskunstenaar zijn, die het lukt om on speaking terms te blijven met zowel de machthebbers als mensenrechtenorganisaties en de meer radicale oppositiegroepen. Van Fedotov wordt verwacht dat hij hiertoe in staat zal zijn.
Fedotov ziet ‘strijd tegen de rudimenten van stalinistisch bewustzijn in de maatschappij’ als zijn belangrijkste taak als mensenrechtenadviseur. ‘Zolang wij dit niet doen, kunnen wij niet vrijuit ademen en gelijkwaardig worden aan andere volken,’ zei hij in een interview met het radiostation Echo Moskvy.
De buitenwereld mag niet te veel verwachten van de presidentieuml;le mensenrechtenadviseur in huidige Rusland. Men moet eigenlijk al tevreden zijn als deze een ‘beperkte effectiviteit’ in het werk weet te bereiken.