Bevrijdingsdag, tijd voor militaire muziek

René Does

Op 9 mei viert Rusland de 65ste verjaardag van zijn overwinning op nazi-Duitsland. Tijdens de traditionele parade op het Rode Plein in Moskou zal dan een speciaal voor de gelegenheid samengesteld militair orkest met ruim duizend musici meedoen. Dit zal ongetwijfeld een indrukwekkende uitwerking hebben op het publiek.

Het verschijnsel van militaire muziekkorpsen is al eeuwenoud. Ze vormen de basis van het genre van de marsmuziek, dat zich onderscheidt door de instrumentatie (blaas- en slaginstrumenten), de plaats van optreden (meestal in de buitenlucht) en het feit dat er tijdens het musiceren gemarcheerd wordt. De uitvoerende artiesten dragen een (militair) uniform. Naast de militaire kapellen zijn er onder meer sportorkesten, die vooral in Amerika populair zijn, en carnavalbands, die een typisch Engels verschijnsel zijn.

Muziekkapellen kunnen begeleid worden door vaandeldragers, vlaggenzwaaiers en majorettes. Het feit dat American football in Amerika zo'n populaire sport is, komt mede doordat de wedstrijden in het voorprogramma en tijdens de pauzes worden opgeluisterd door grote en professionele sportbands en hordes cheerleaders.

Landen met een militaire traditie hebben vaak ook een traditie van marsmuziek. De Amerikanen kunnen er wat van, de Engelsen, de Schotten natuurlijk met hun kilts en doedelzakken, maar ook de Russen blazen een goede partij mee. Op de Russische Bevrijdingsdag, 9 mei, zullen in heel Rusland militaire kapellen de straat opgaan. Voor verslaggeefster Leila Goetsjmazova van het weekblad Itogi was dit de aanleiding een lang artikel te schrijven over de militaire muziek in Rusland (www.itogi.ru/kultura/2010/18/151795.html).

Rusland telt tegenwoordig tegen de 250 militaire muziekkorpsen. Het Ministerie van Defensie heeft hiervoor een speciale muziekafdeling, het Bestuur voor Militaire Orkesten, dat bepaalt of een orkest zich met de titel 'militair korps' mag tooien. Het bestuur wordt geleid door de militaire dirigent Valeri Chalilov. Drie militaire orkesten staan onder de directe leiding van het bestuur: het Centrale Orkest van het Ministerie van Defensie, het Modelorkest van de Erewacht, dat officiële staatsbezoeken opluistert, en het Rimski-Korsakov Centrale Orkest van de Militaire Vloot, dat dienst doet als het militaire orkest van de Russische marine in Sint Petersburg.

Burgermuzikanten kunnen meespelen in militaire orkesten, maar de militairen pikken hen er altijd meteen uit, omdat het ze niet lukt hun uniform volgens de militaire normen te dragen. Verder hebben ook het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de Binnenlandse Veiligheidsdienst FSB hun eigen orkesten.

Militaire muzikanten bezitten enkele vaardigheden die het genre met zich meebrengt, zoals allereerst een grote discipline in de uitvoering van muziekstukken. Daarnaast moeten ze in uitstekende lichamelijke conditie zijn. Tegelijk marcheren en spelen op bijvoorbeeld een tien kilo zware tuba is lichamelijk een zware klus. Verder onderscheiden militaire muzikanten in Rusland zich door een ijzersterk geheugen. Meestal kunnen zij tientallen muziekstukken uit hun hoofd spelen, dus zonder gebruik te maken van partituren op een kleine muziekstandaard die wordt meegedragen.

Zoals veel zaken in Rusland stammen de militaire orkesten uit de tijd van tsaar Peter de Grote. Hij vaardigde op 19 februari 1711 een decreet uit over de oprichting van militaire orkesten. Peter de Grote was ze tijdens zijn reizen in het buitenland tegengekomen. Daarom zit er nu nog een Nederlands tintje aan: in Rusland heet een festival met militaire muziek ook een 'taptoe'. De taptoe was in het Nederlandse leger het muzikale signaal van de trompettist, die ermee aangaf dat de dranklokalen gingen sluiten ('tap toe') en de soldaten naar hun kazernes moesten terugkeren.

Na Peter de Grote bleven de tsaren de militaire orkesten ondersteunen. Er werden militaire orkeststukken geschreven die tot de dag van vandaag als klassiekers gelden, zoals Over bergen en door dalen, Tussen de ronde bergen van Mantsjoerije en De golven van de Amoer. In de tsaristische tijd schreven grote componisten als Rimski-Korsakov en Stravinski stukken voor militaire orkesten, evenals, in de sovjettijd, meesters als Sjostakovitsj en Prokofjev.

De communisten zetten de tsaristische traditie van militaire muziek voort, maar zij vulden het repertoire wel aan met ideologische muziekstukken, zoals lofliederen op Lenin. De sovjettijd geldt als de bloeitijd van de militaire muziek. Het genre werd officieel gepropageerd en kon hierdoor op flinke financiële en organisatorische ondersteuning rekenen. Bij het Tsjajkovkski Conservatorium in Moskou werd een militaire muziekopleiding opgezet die vijf jaar duurde.

De militaire muziek in het hedendaagse Rusland teert nog steeds op deze sovjettraditie. De instrumenten zijn echter in veel gevallen aan vervanging toe en het is onzeker of de aanwas van musici in stand blijft. Veel zal afhangen van welke hervormingen er in het Russische leger worden doorgevoerd. Goetsjmazova schrijft: 'Militaire orkesten moeten proportioneel zijn samengesteld uit beroepssoldaten, burgerpersoneel en dienstplichtigen. De inkrimping van het leger kan niet anders dan gevolgen hebben voor het militaire orkestbestuur: vermoedelijk zullen orkesten in dezelfde orde opdrogen.'


Wie geïnteresseerd is in (Russische) militaire muziek kan deze zomer in Moskou de grote internationale taptoe onder de titel Spasski-toren bezoeken. Verder geven de militaire toporkesten vaak concerten in Moskouse concertzalen, waar zij niet alleen militaire stukken spelen, maar ook klassieke composities en dansmuziek (walsen, polka's, mazurka's). Kijk hiervoor op de Moskouse uitgaansagenda's. Volgend jaar zal de stad Sint Peterburg extra aandacht besteden aan militaire muziek wegens de 300ste verjaardag van het decreet van tsaar Peter de Grote.