René Does
Van tevoren was bekend wie de winnaar van de Azerbeidzjaanse parlementsverkiezingen van 7 november 2010 zou worden: de Nieuw Azerbeidzjan Partij (PEA). De enige vraag was hoe groot de winst zou zijn en of de verkiezingen niet al te oneerlijk zouden verlopen.
Azerbeidzjan wordt geregeerd door de Alijev-clan. Op 12 december 2003 overleed de machtige en populaire ex-president Heydar Alijev. Officieel was hij tachtig jaar oud geworden, maar waarschijnlijk was hij vier jaar ouder. Kort daarvoor, op 15 oktober, was zijn zoon Ilham Alijev tot zijn opvolger gekozen. Azerbeidzjan werd hiermee een presidentiële dynastie.
In 2008 werd Ilham Alijev herkozen. Een volksreferendum van maart 2009 hief de beperking van twee presidentiële zittingstermijnen voor hem op. De presidentiële partij Yeni Azerbeidzjan (Nieuw Azerbeidzjan) heeft het, mede door het manipuleren van het verkiezingsproces, voor het zeggen in het parlement en de regering.
Het parlement van Azerbeidzjan, de Milli Medzjlis (Nationale Raad), telt 125 zetels, die volgens een districtenstelsel worden gevuld. De kandidaat met de meeste stemmen in een district wint. Eenmaal in de vijf jaar worden er verkiezingen gehouden. Staatsburgers van 25 jaar en ouder kunnen zich kandidaat stellen, namens een partij of als onafhankelijke kandidaat.
Tijdens de vorige verkiezingen in 2005 hadden de belangrijkste oppositiepartijen, zoals het Volksfront van Ali Kerimli en Moesavat (Gelijkheid) van Isa Gambar, de verkiezingen geboycot, omdat zij geen enkel vertrouwen hadden in een eerlijk verloop van de verkiezingen. Nu deden deze partijen weer mee, maar in geen enkel kiesdistrict won een van hun kandidaten.
Aan de verkiezingen namen 690 kandidaten, negen partijen en vijf partijcoalities deel. De partijen naast Nieuw Azerbeidzjan zijn allemaal op een of andere manier als oppositiepartijen te karakteriseren: radicaler en gematigder, liberaal, links of nationalistisch. Dit grote aantal oppositionele partijen laat zien dat de oppositie in Azerbeidzjan op zijn zachtst gezegd verdeeld is.
Ze is ook zwak. PEA is de enige massapartij: ze telt ruim een half miljoen leden. Als men weet dat het land bijna vijf miljoen kiesgerechtigden telt en de opkomst meestal rond de 50 procent zit, is het duidelijk dat de winst al praktisch zeker is als PEA zijn aanhang mobiliseert.
De uitslag van de parlementsverkiezingen van 7 november is als volgt:
Het is ook aardig om te zien welke individuele kandidaten van de PEA in hun kiesdistricten wisten te winnen. Dit is onder andere de echtgenote van president Ilham Alijev, Mehriban Alijeva, die 94,5 procent van de stemmen in haar district won. Verder parlementsvoorzitter Oktaj Asadov (82,6 procent), vicevoorzitter Zijafet Askerov (77,8 procent), het hoofd van de Russische gemeenschap Michail Zabelin (65,3 procent), de rector van de Staatsuniversiteit van Bakoe Abel Magerramov (83,2 procent) en het hoofd van de Staatsoliemaatschappij van Azerbeidzjan Rovnar Abdoellajev (85,4 procent).
Anders dan in 2005 was er nu een heel leger verkiezingswaarnemers op de been. Er waren 1026 buitenlandse waarnemers van negentien organisaties aanwezig. De meeste waren gestuurd door het Bureau voor Democratische Instituties en Mensenrechten van de OVSE, de westerse organisatie die de meeste verkiezingswaarnemers uitzendt. Het Bureau leverde 30 lange termijnwaarnemers en 450 korte termijnwaarnemers. De eersten volgen de hele campagne, de laatsten de gang van zaken op de verkiezingsdag.
Onder de buitenlanders waren 352 waarnemers uit lidstaten van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). Hiernaast waren er ook nog ruim 46.000 nationale waarnemers, uit de kiesdistricten en van de deelnemende partijen en kandidaten. De 5.314 kiesbureaus konden dus allemaal op de aanwezigheid van waarnemers rekenen. In 10 procent van de kiesbureaus waren bovendien webcamera’s opgehangen.
Dat de meningen over het democratische gehalte van de verkiezingen verschilden, mag geen verbazing wekken. GOS-waarnemers zijn al heel snel tevreden. Over de verkiezingsdag zelf kwamen praktisch geen klachten binnen. De angel zit meestal in de verkiezingscampagne, die door de regerende elite wordt gecontroleerd. Over de campagne was het hoofd van de GOS-missie, Sergej Lebedev, ook tevreden: ‘Iedereen die wilde kon zich kandidaat stellen en campagne voeren.’
De westerse waarnemers dachten hier anders over en kwamen tot de conclusie dat van werkelijk vrije verkiezingen wederom geen sprake was. Zij stelden dat de toegang tot de belangrijke staatstelevisie en -radio voor oppositionele politici moeilijk was en hadden kritiek op de verkorting van de officiële campagnetijd van 120 naar 80 dagen. Onder de politieke gevangenen in het land zitten ook kritische journalisten, onder wie de populaire bloggers Emin Milli en Adnan Gadzjizade.
Niettemin weerspiegelt de uitslag de politieke stemming in het land. De verkiezingen verliepen in een rustige sfeer. De opkomst was 50,1 procent. De geringe opkomst en de uitslag laten zien dat er onder de Azerbeidzjaanse kiezers een hoge mate van onverschilligheid over de verkiezingen heerste. Vanwege de zeer hoge economische groei van de laatste jaren dankzij de hernieuwde olie- en gaswinning voor de kust in de Kaspische Zee, is er nauwelijks sociaal-economische onvrede.
Er deden geen radicale islamitische partijen mee in het overwegend gematigd islamitische land. En ook het andere mogelijke heikele verkiezingsthema, de situatie rond de Armeense enclave Nagorno-Karabach, was door de machthebbers onschadelijk gemaakt door in de campagne dreigende woorden uit te slaan richting Armenië, met als boodschap: eerlijk en echt gaan onderhandelen, want anders pakken wij, met onze nieuwe rijkdom, de wapens weer op.