René Does
Zeewater in ruil voor gas. Dit is in het kort de kern van de bilaterale overeenkomst die de presidenten van Rusland en Oekraïne, Dmitri Medvedev en Viktor Janoekovitsj, op 21 april afsloten. Voor verlenging van het legeringcontract van de Zwarte Zeevloot in de havenstad Sevastopol op de Krim met 25 jaar tot 2042 (het huidige contract loopt af in 2017) krijgt Oekraïne tien jaar lang een grote korting op de leveringsprijs van Russisch gas. Het contract heeft echter de tweestrijd in de Oekraïense binnenlandse politiek verder op scherp gezet.
De Oekraïense politiek en samenleving zijn al jaren fiftyfifty verdeeld tussen degenen die integratie in westerse structuren (met name de Europese Unie) voorstaan en degenen die een goede relatie met het machtige buurland Rusland belangrijker vinden. Het is in sterke mate ook een geografische scheiding: de aanhangers van meer integratie in Europese structuren leven op de rechteroever van de rivier de Dnepr in de westelijke helft van het land en de meer op Rusland georiënteerde Oekraïners in de oostelijke helft en op de Krim.
De laatste groep, die met de onlangs gekozen president Viktor Janoekovitsj thans een kleine meerderheid heeft, steunt de nieuwste deal met Rusland. De eerste groep is mordicus tegen. De overeenkomst werd getekend in de meest Russische grote stad van Oekraïne: Charkov ('Charkiv' op zijn Oekraïens).
Met de overeenkomst hebben de nieuwe pro-Russische machthebbers de relatie met Rusland, die sinds de Oranje Revolutie van december 2004 verstoord was, snel willen herstellen. Tot woede dus van de pro-westerse politici, die nu in de oppositie zitten, onder wie oud-president Viktor Joesjtsjenko en oud-premier Joelija Timosjenko (die elkaar overigens ook niet meer kunnen luchten of zien).
Op 27 april heeft het Oekraïense parlement de overeenkomst goedgekeurd. Hierbij kwam het tot vuistgevechten tussen voor- en tegenstanders en het gooien van rookbommen en eieren. Hoewel een knokpartij geen zeldzaamheid is onder Oekraïense parlementariërs, gaf de omvang van deze ongeregeldheden de grote emotionele waarde van het contract met Rusland aan.
Oekraïne, dat in zijn gasvoorziening grotendeels afhankelijk is van Rusland, krijgt de komende tien jaar een 'Sevastopol-korting' van 30 procent op de prijs van door Rusland geleverd gas. De korting mag niet hoger zijn dan 100 dollar voor duizend kubieke meter gas. Oekraïne gaat met ingang van 27 april 230 dollar voor duizend kubieke meter gas betalen in plaats van 330 dollar. Naar verwachting levert dit Oekraïne de komende tien jaar een totale korting van 40 miljard dollar op.
Oekraïne kan het vrijkomende geld goed gebruiken, want het land is zwaar getroffen door de mondiale kredietcrisis. Volgens Janoekovitsj was de Oekraïense economie door de in zijn ogen veel te hoge gasprijs van 330 dollar, die premier Timosjenko was overeengekomen, 'achter de plinten vastgespijkerd'.
Rusland is blij dat de Zwarte Zeevloot ook na 2017 in Sevastopol kan blijven liggen. Oud-president Joesjtsjenko heeft altijd gezegd dit niet te willen; de vloot zou in 2017 moeten vertrekken. De militaire slagkracht van de vloot stelt niet veel meer voor, maar de overeenkomst heeft voor de Russen grote emotionele waarde. Tot 1954, toen het onder partijleider Nikita Chroesjtsjov aan Oekraïne werd gegeven, behoorde de Krim toe aan Rusland.
Bovendien is Sevastopol een historische Russische marinestad met een grote meerderheid van etnisch Russische inwoners. Die zeggen blij te zijn met de overwinning in de 'derde slag om Sevastopol', hierbij verwijzend naar de zware strijd om de havenstad in de Krim-oorlog (1854-1856) en de Tweede Wereldoorlog.
De Russische premier Vladimir Poetin speelde verbazing over de boosheid en ondankbaarheid van de Oekraïense oppositie. 'Geen enkele militaire basis kost zoveel geld. Voor 40 miljard dollar hadden wij enkele van zulke bases kunnen aanleggen.'
De Oekraïense oppositie is niettemin furies. Zij vreest nieuwe onderwerping van Oekraïne aan de oude imperiale machthebbers in Moskou. Oud-minister van Buitenlandse Zaken Boris Tarasjoek noemde het gedrag van Janoekovitsj 'landverraad'. En Timosjenko zei over de nieuwe president: 'Er is een verrader gekozen, die Oekraïne naar links en naar rechts verhandelt en hiermee zijn verdorven reputatie bevestigt.' Een lid van haar partij noemde de overeenkomst met Rusland het 'pact Medvedev-Janoekovitsj'. Timosjenko heeft opgeroepen tot een grote demonstratie in Kiev op 11 mei, als president Medvedev een officieel staatsbezoek aan Oekraïne brengt.
De oppositie noemt de deal met Rusland 'onconstitutioneel' vanwege artikel 17 van de Oekraïense grondwet dat luidt: 'Op het grondgebeid van Oekraïne is het verboden buitenlandse militaire bases te vestigen.' Er is op deze regel echter een 'overgangsregeling' van kracht die stelt dat de 'tijdelijk legering' van buitenlandse militaire troepen op contractbasis mogelijk is indien dit wordt bepaald in een internationaal verdrag dat door het Oekraïense parlement vervolgens is goedgekeurd.
De Russisch-Oekraïense overeenkomst heeft ook invloed op de hele geopolitieke gasproblematiek in Europa. Janoekovitsj heeft Rusland voorgesteld te stoppen met de aanleg van de gasleiding Zuidstroom vanuit de Kaspische regio naar Europa. Zuidstroom is de Russische concurrent van het Europese gasleidingproject Nabucco. Als alternatief stelde Janoekovitsj de modernisering van het Oekraïense pijpleidingenstelsel voor in samenwerking met Rusland en westerse investeerders. Deze modernisering zal tien tot twintig miljard dollar kosten, hetgeen in ieder geval aanzienlijk goedkoper is dan de aanleg van de pijpleidingen Nabucco, Zuidstroom en Noordstroom.
Indien Janoekovitsj' plan doorgaat, is al het geopolitieke gedoe rond al die gasleidingen van de afgelopen jaren verspilde moeite geweest. Rusland lijkt echter niet van Zuidstroom te willen afzien, omdat de pro-Russische Janoekovitsj natuurlijk ook niet het eeuwige politieke leven heeft.
Met de overeenkomst lijkt de angel uit twee grote Europese geopolitieke vraagstukken te zijn gehaald: de problemen met de transit van Russisch gas door Oekraïne naar Europa en de mogelijke verstoring van de regionale veiligheid tegen 2017, als de Zwarte Zeevloot de haven van Sevastopol had moeten verlaten.
Wellicht is dit de reden waarom de reacties uit het Westen op het Russisch-Oekraïense verdrag zo rustig waren. De Europese Unie verklaarde dat de militaire overeenkomst rond de Zwarte Zeevloot de Europese integratie van Oekraïne niet belette en dat het land met het oog hierop vooral zijn best moest doen in het doorvoeren van economische hervormingen. Het Amerikaanse State Department hield het bij de constatering dat de overeenkomst een 'bilaterale zaak van Rusland en Oekraïne' is.