Twintig jaar Alijevs in Azerbeidzjan

René Does

Azerbeidzjan krijgt steeds meer het karakter van een presidentiële monarchie. Na twee termijnen van president Heydar Alijev (overleden in 2003) is zijn zoon Ilham Alijev nu begonnen aan een derde presidentiële termijn. Hij won de presidentsverkiezingen van 9 oktober 2013 met 84,6 procent van de stemmen bij een opkomst van 72 procent van de kiezers.

Mag dat zo maar, voor een derde keer gekozen worden tot president? Ja, dat mag, want op 18 maart 2009 werd er in Azerbeidzjan een volksreferendum gehouden, waarin via een grondwetswijziging de beperking van twee presidentiële zittingstermijnen werd opgeheven. Uiteraard werd die grondwetswijziging in het autoritair bestuurde Azerbeidzjan met grote meerderheid van de stemmen goedgekeurd.

Niettemin is door de grondwettelijke truc van 2009 de legitimiteit van het presidentschap van Ilham Alijev niet meer onomstreden. De Azerbeidzjaanse oppositie stelt domweg dat hij na twee termijnen had moeten opstappen. De Venetië Commissie, het adviesorgaan van de Raad van Europa voor constitutionele vraagstukken, concludeerde vóór het referendum dat de voorgestelde grondwetswijziging ´niet volledig voldeed aan de Europese democratische standaarden´.

Maar de meerderheid van de Azeri is blij met de winst van Alijev. Er deden tien kandidaten mee in de presidentsverkiezingen. Tweede, met 8,2 procent van de stemmen, werd Dzjamil Gasanly, de kandidaat van de op 28 mei opgerichte verenigde oppositiebeweging Nationale Raad van Democratische Krachten (NSDS). Derde werd Igbal Agazade, partijleider van Oemid (Hoop), met 2 procent de stemmen. De overige kandidaten, veelal parlementariërs en vertegenwoordigers van pro-regeringspartijen, bleven onder de 1 procent steken.

Waarnemers
De 4.986.296 Azerbeidzjaanse kiezers konden terecht in 5.466 stembureaus. Uiteindelijk stemden 3.118.287 kiezers voor Alijev. Er waren grote hoeveelheden verkiezingswaarnemers op de been op de verkiezingsdag, waaronder 1.012 internationale vertegenwoordigers van 34 organisaties uit 87 landen. Bij de Centrale Kiescommissie waren in totaal 4.590 waarnemers geregistreerd en bij de lokale kiesdistricten nog eens 29.124 waarnemers. In veel stembureaus waren webcamera´s opgehangen om het eerlijke verloop van de verkiezingen te kunnen volgen.

De oppositie stelde dat er veel schendingen van de kiesregels hadden plaatsgevonden. Dit werd ook gesteld door de internationale waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Maar andere internationale waarnemersmissies, ook die van het Europarlement en de Raad van Europa, concludeerden dat de verkiezingen eerlijk of redelijk eerlijk waren verlopen.

Waarschijnlijk is dit ook zo, omdat Alijev de verkiezingen met groot vertrouwen kon ingaan: de grote aantallen waarnemers en webcams getuigen hiervan en de uitslag is in overeenstemming met de opiniepeilingen vóór de verkiezingen.

Poetin en Alijev van achter een tafel met de pers

Poetin en Alijev praten met de pers na afloop van de Russisch-Azerbeidzjaanse besprekingen. Foto: www.kremlin.ru.

Waaruit valt de grote en makkelijke winst van Alijev te verklaren? Allereerst uit de stabiliteit en de groeiende welvaart door de hoge olie-inkomsten van de afgelopen jaren, hoewel er nog steeds armoede en een scherpe sociaaleconomische tweedeling bestaan in Azerbeidzjan.

De oppositie bleef stevig verdeeld, ondanks dat men in mei tot de oprichting van de NSDS kwam. Het gaat met name om de kloof tussen de twee grootste oppositiepartijen, Moesavat (Gelijkheid) en het Volksfront van Azerbeidzjan, en hun leiders, Isoj Gambaron en Ali Kerimli.

Na de oprichting voerde de NSDS een ongelukkige campagne. Eerst werd de beoogde presidentskandidaat van de partij, de bekende filmregisseur Roestam Ibragimbekov, door de Centrale Kiescommissie afgewezen, omdat hij ook de Russische nationaliteit bleek te bezitten. Daarna nam hoogleraar geschiedenis Dzjamil Gasanly van de Chazaarse Universiteit het stokje over, die zich vooral beperkte tot dreigementen richting de zittende macht, met als opmerkelijkste uitspraak tegen de kiezers: ´Als ik win, veeg ik al het geld uit de ministeries en geef hun kapitaal aan u.´

Tegenover de chaotische campagne van de oppositie stond een gelikte verkiezingscampagne van Alijev. Daarbij had zijn regime jarenlang oppositieleiders en al te kritische journalisten vervolgd.

Tot slot kon Alijev tijdens de verkiezingscampagne rekening op een stroom aan steunbetuigingen uit binnen- en buitenland. Zoals van de leiders van de officiële vertegenwoordigende organen van de drie belangrijkste religies in het land, de islam, de Russische orthodoxie en het jodendom. De leider van het Bestuur van de Moslims in de Kaukasus, Allachsjoekjoer Pasjazade, zei zelfs: ´God heeft ons zo´n persoon als Ilham Alijev gezonden.´

Verder kreeg Alijev steun van de etnische minderheden in het land, van de Unie van Azerbeidzjaanse Organisaties in Rusland (er werken ongeveer één miljoen Azerbeidzjaanse gastarbeiders in Rusland) en - misschien wel de belangrijkste steunbetuiging - van de Russische president Vladimir Poetin, die op 13 augustus een staatsbezoek aan Bakoe aflegde.

Rusland
Het bezoek van Poetin aan Alijev betekende toenadering tussen Rusland en Azerbeidzjan, nadat de verhoudingen tussen beide landen jarenlang danig bekoeld waren. Het begon in 2006 met de vervolging van Azerbeidjaanse handelaren op Moskouse handelsmarkten, wat door Azerbeidzjan werd opgevat als onderdrukking van de Azerbeidzjaanse gemeenschap in Rusland.

Vervolgens was Rusland in 2009 kwaad over het Azerbeidzjaanse besluit deel te nemen aan het Eastern Partnership-programma van de Europese Unie. In 2010 kwam via WikiLeaks naar buiten dat Alijev tegen een Amerikaanse topdiplomaat had verklaard dat besluiten van de toenmalige Russische president Dmitri Medvedev allemaal goedgekeurd moesten worden door premier Poetin.

In de zomer van 2012 verliet het Russische leger de strategisch belangrijke antiraketinstallatie bij Gabalina, nadat Azerbeidzjan de huur van de installatie had verhoogd van 7 naar 300 miljoen dollar. Ondertussen voerde Azerbeidzjan op energiegebied een steeds onafhankelijkere koers en werd in de buitenlandse politiek het principe van neutraliteit vastgelegd.

Het bezoek van Poetin op 13 augustus betekende erkenning van de rol van regionale grootmacht van Azerbeidzjan in de zuidelijke Kaukasus. Er werden twee grote economische overeenkomsten afgesloten: het Russische staatsoliebedrijf Rosneft kreeg een belang van 20 procent in het Apsjeron-olieveld in de Kaspische Zee en er werd voor 1,6 miljard dollar aan wapens besteld bij Russische militaire bedrijven. Verder hoopt Rusland dat Azerbeidzjan door de nieuwe toenadering lid zal willen worden van de toekomstige Euraziatische Unie, maar dat lijkt niet te gebeuren.

Kadrov voetbalt een partijtje mee

Kaart van Azerbeidzjan met de enclave Nagorno-Karabach. Foto: World Factbook.

Nagorno-Karabach
Niettemin zijn er bedreigingen voor de machtspositie van Alijev. In de tijd van het uitbreken van de Arabische Lente in de Arabische wereld volgde er in Azerbeidzjan een soort ´Azerbeidzjaanse Lente´ van vooral jongeren, maar die lijkt nu onderdrukt en uitgedoofd.

Azerbeidzjan is een overwegend islamitisch land met gematigde moslims. Toch zou een politieke islam een bedreiging voor het regime van Alijev kunnen gaan vormen, aldus Arif Joenoesov, hoofd van de afdeling conflictstudies en migratie van het Instituut voor Vrede en Democratie in Bakoe: ´De politieke islam is in Azerbeidzjan de rol van echte oppositie gaan spelen en alleen deze kracht roept nu bij de machthebbers een gevoel van dreiging en vrees op.´

Nog een potentiële dreiging in een autoritair bestuurde staat als Azerbeidzjan is een paleisrevolutie vanuit de leidende machtsstructuren. Vaak wordt dan de clan van de Pasjajevs van de echtgenote van president Alijev genoemd, van Mehriban Alijeva (meisjesnaam Pasjajeva). Zo zou Mehriban Alijeva afgelopen zomer een reële kanshebber zijn geweest om als presidentskandidaat naar voren te worden geschoven.

Maar bovenal lijkt Ilham Alijev zijn lot te hebben verbonden aan de Armeense enclave Nagorno-Karabach, die al twintig jaar lang na een oorlog tussen Azerbeidzjan en Armenië, die Azerbeidzjan verloor, feitelijk is afgescheiden. ´Ik doe Karabach terugkeren´, is een belofte van Alijev. Is het niet goedschiks via onderhandelingen onder leiding van de internationale gemeenschap, dan wellicht via militair ingrijpen. Hierdoor blijft de kwestie Nagorno-Karabach één van de grootste bedreigingen voor de vrede in Europa.

Door de hoge olie-inkomsten zijn de defensie-uitgaven van Azerbeidzjan de laatste jaren snel gestegen. Momenteel bedragen ze bijna vier miljard dollar per jaar, ofwel 13 procent van de begroting en anderhalf keer de staatsbegroting van erfvijand Armenië. Maar mocht een eventueel militair avontuur mislukken, dan betekent dit waarschijnlijk ook het einde van het bewind van Alijev.

Het grootste gevaar voor Alijev is dus dat van teleurstelling in verwachtingen die hij heeft gewekt. Deze kunnen politiek zijn, een aantasting van de relatieve stabiliteit, economisch, te langzame en te ongelijke welvaartsstijging onder de bevolking, en diplomatiek of militair, een definitief verlies van de regio Nagorno-Karabach.


Presidenten van postcommunistisch Azerbeidzjan